# 163 Monsterachtig
Alles is afgekoppeld. Gespannen wacht hij af.
Niets.
‘Hoe kan dat?’ Hugo buigt zich over het lichaam heen. De operatielamp weerspiegelt zich in de metalen banden om de polsen, de borststreek en de enkels.
Honderden werkuren, stamcellen, een halve liter bloed heeft hij eraan besteed. Hij trekt een stoel bij maar krijgt geen kans te gaan zitten.
‘Gadverdamme. Welk hoerenjong heeft me dit gelapt?’ Gebrul gaat gepaard met een ruk van de polsen, voeten spannen zich op. Ogen, witheet van woede, kijken hem aan.
In de blik van de man daagt herkenning.
Ze nemen elkaar op.
‘Ik ben gelukt. Ik bedoel, je bent me helemaal,’ zegt Hugo, turend naar zijn schoenpunten..
‘Stuk vreten. Laat me gaan, voor ik de boel kort en klein sla.’ Zijn kloon ademt diep in, borstspieren spannen op, handen worden vuisten. Zijn lichaam trilt van de spanning.
‘Dat zal nooit gebeuren. De volgende fase kan van start gaan.’ Achter zijn brillenglazen glanzen Hugo’s ogen. Hij loopt naar de koelkast en neemt een spuitje. ‘Zie je …,’ hij houdt de injectienaald omhoog en spuit er wat vloeistof uit.
‘Ik zie godverdomme niets, tyfuslijer. Maak me los of ik knijp je strot dicht.’
‘Daar krijg je geen kans toe.’ Hij fixeert zich op het gelaat. Hetzelfde vlekje op de kin. Een geboortevlek op de rechterslaap. Het spuitje hangt even in de lucht.
‘Hé, toe nou. Je kan me toch vertellen waarom je jezelf hebt gekloond. Ik heb er recht op. Je mag er voor mijn part zelfs een Nobelprijs voor krijgen.’
Hugo duwt zijn bril omhoog en gaat zitten.
‘’t Is nochtans eenvoudig. Al mijn negativiteit zit in jou. Zonder jou, geen geweld, gevloek of frustraties meer.’
‘Komaan. Als je de goeie bent, zal je me nooit kunnen doden.’
Hij wiebelt nadenkend op zijn stoel.
‘Hugo, mijn vriend, maak me los.’
Hugo staat op en ontsluit de klemmen.
Zijn kloon rekt zich uit en gaat voor hem staan.
‘Met goede eigenschappen alleen ben je niet compleet, idioot. Je functioneert niet naar behoren. Zonder je frustraties was ik hier nooit geweest. Je bent zo stom als het achtereind van een varken.’ Hij wrijft in de handen. ‘En aangezien ik je slechte ik ben…’
Hugo voelt de handen om zijn nek gaan.
Ai Leeghoofd, net iets te
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Mooie variatie op het thema
Lid sinds
7 jaar 8 maandenRol
Dag leeghoofd, Wat een
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Dag leeghoofd, Wat een
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Met plezier gelezen.
Lid sinds
9 jaar 6 maandenRol
Het is wel een heftige, dit
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol