# 146 - Ode aan Judith
Het afval kan ik horen
niet eens met mijn handen voor mijn oren
in een schacht waarin men dumpt
ik ruik hun onverzadigbare smurrie
kleppen klappen dag en nacht
een sleutel kreeg ik, nu ben ik een afvalmoeder
of ik zelf geen illegaal afval dumpen wil
trekkend aan de ranzige zooi van anderen
zit ik op mijn rode bankje, buiten
en ruik ontsteltenis
Beste Mili, leuk, die knipoog
Lid sinds
7 jaar 5 maandenRol