#142 de echo
De handgeschreven brief ligt voor hem. Het is mei 2017. Met moede ogen staart hij in de verte terwijl zijn gedachten hem meenemen door zijn leven.
In 1958 wordt hij geboren in een keurig gezin, waar in de loop van de tijd blijkt dat de verwachtingen naar hem hoog gespannen zijn. Vanaf het moment dat hij zich bewust is van zijn plek in het gezin heeft hij die twee woorden, ‘je moet’, gehoord. Hij kan ze de rest van zijn leven niet meer uit zijn strot krijgen.
In 1979 stapt zijn grote liefde zijn leven binnen. Zal nu het tij keren? Helaas! Zodra de kinderen geboren zijn, klinken bijna dagelijks in zijn oren: ’… ‘: ‘een goede vader, een belangstellende partner, een meewerkende huisman, een ideale minnaar, een gezellig maatje en vooral een goedverdienende kostwinner zijn.’
Als bij vrouwlief het lege nestsyndroom haar intrede doet, is het niet de wekker die hem uit zijn slaap haalt, maar, ‘…’: ‘briefje op de keukentafel lezen, stofzuigen, boodschappen doen en eten koken, de vuilnis buiten zetten etc.’
Vlak voor het slapen gaan, ver weg, maar nog net hoorbaar, ‘…’: ‘mij aandacht schenken, mij begrijpen, vaker op tijd thuis zijn…’
Na de scheiding in 2013 is zijn gevoel van bevrijding slechts van korte duur.
Hij gaat woonruimte zoeken. Ineen streng hoog gesloten, wit bloesje, met een leesbril aan een touwtje op het puntje van haar neus, kijkt een medewerkster hem met priemende ogen aan, dumpt een pak papieren voor zijn neus en… ’nee toch, niet weer’. Zweetdruppels glinsteren op zijn voorhoofd, vochtige handafdrukken blijven achter op het bureaublad. Ze klinken luid, hij ziet ze op papier, ‘…’. Hij rent met zijn hand voor zijn mond naar de wc.
Een week later krijgt hij de sleutel van het appartement en zet hij op een avond koffie, want: ’Straks komt het bestuur van de bewonersvereniging kennismaken.’ Na hun vertrek ligt het huishoudelijk reglement op tafel: pagina’s vol regels ‘…’.
Door de crisis verliest hij zijn baan. De uitkeringsmolen komt dreigend op hem over. Ze zijn er weer, zowel in woord als geschrift, het voelt als een dwangbuis: ‘…’. Het beklemde gevoel herkent hij.
In april 2017 stijgt het water hem naar de lippen. Hij loopt het balkon op, hij wil schreeuwen: ‘Ik moet niks, ik wil, ik mag…’. In het reglement staat met gearceerde letters: ‘U moet… te allen tijde geluidoverlast voorkomen.’
Hij kijkt naar beneden. Een donkere afgrond voor hem doet hem terugdeinzen.
Plotseling schiet hij overeind uit zijn mijmering. Hij besluit zijn handgeschreven brief met: ‘Mag ik alstublieft op uw berg wonen?’
Juni 2017: In de Oostenrijkse bergen galmt een echo: ‘ik moet niks… moet niks… moet Ni… moe… moe…’en sterft weg in ‘de stilte van de bergen’ (Jan-Simon Minkema)
Tweede versie:
Het is 14 mei 2016. Eindelijk komt hij een beetje tot rust. Op de gedetailleerde kaart van Oostenrijk voor hem is een grote, rode stip met viltstift aangebracht. Er ligt een brief op, die hij met een kroontjespen schrijft. ‘Dat blijft toch fijner, dan een balpen of een computer.’
Hij leunt achterover, staart met vermoeide ogen in de verte. In sneltreinvaart speelt de film van zijn leven zich voor hem af. Het beslaat de periode van zijn komst op deze wereld in 1958 tot het moment van gisteren. In alle scènes speelt hij de hoofdrol, terwijl hij knokt tegen de dreiging die hij altijd voelt. Demonen in de vorm van twee woorden:’je moet…’
In zijn vroege kinderjaren heeft hij ze geaccepteerd alsof ze erbij hoorden. Zijn ouders hanteren nog altijd die twee woorden om te voorkomen ‘wat zullen de mensen er niet van zeggen…’ Misschien goed bedoeld, maar hij is er innerlijk door lamgeslagen.
Hij ziet zichzelf weer, als kind en student, als vader en echtgenoot, en realiseert zich dat de dwangbuis in elke fase strakker is aangetrokken.
De bijbehorende teksten kent hij uit zijn hoofd: ’je moet…je studie serieus nemen, de kinderen halen, het briefje lezen op de keukentafel, mij niet vergeten, niet alleen aan jezelf denken etc…’
In 2013 is de scheiding een feit, hoopt hij dat het tij zal keren, maar ze zijn er nog steeds .
In de stapel papieren, die de juffrouw van de woningbouwvereniging, voor hem dumpt, schreeuwen die misselijkmakende woorden hem toe: ’u moet...’
Hij verliest zijn baan en bij de uitkerende instantie ontvangt hij een map vol voorwaarden en briefjes die hij wekelijks moet invullen. Op die momenten voelt hij onmiddellijk de zweetdruppels opwellen onder zijn haargrens.
Eind 2013 hoopt hij op een ommekeer in zijn leven: weg demonen, dwangbuis op de vuilnisbelt, alleen met zichzelf, alleen met degene die hij zich altijd van binnen ergens heeft gevoeld.
Met een glimlach steekt hij de sleutel in de deur van zijn nieuwe appartement. Straks komt het bestuur van de bewonersvereniging kennismaken.
Een paar uurtjes later vertrekken de gewichtige personen die alle drie op dezelfde formele toon spreken: ‘Alle bewoners in dit pand staan met de neuzen dezelfde kant op!’
Met klamme handen brengt hij zijn wijnglas naar zijn mond, giet de laatste druppels van het troostende rode vocht naar binnen en werpt nog even een blik op de papieren die op tafel zijn achterbleven.
Titel:’ Huishoudelijk reglement voor u als nieuwe bewoner.’
‘Nee, dit kan niet waar zijn…’ Zijn lichaam spant aan als een vioolsnaar bij het zien van ‘u moet…’. Zijn glas spat rinkelend in duizenden stukjes glas op de tegelvloer.
De volgende dag, dat was gisteren, steekt hij met een verbeten gezicht de sleutel in de voordeur. De misselijkheid treedt al bij het uittrekken van zijn regenjas binnen. Hij loopt rechtstreeks naar het balkon en maakt aanstalten om te gaan schreeuwen. De boete, gelezen bij de regel ‘u mag geen geluidsoverlast veroorzaken,’ snoert hem echter de mond. Over de balustrade van het balkon hangend komt de misselijke vulkaan in hem met een grote golf tot uitbarsting.
Zijn rood doorlopen ogen turen in de donkere afgrond. Hij deinst terug.
Plotseling schrikt hij op uit zijn overpeinzing. Hij slaakt een diepe zucht. De kroontjespen wordt voorzichtig in de inktpot gedoopt.
Hij eindigt de brief met: ‘Mag ik alstublieft op uw berg wonen?’
5 juni 2017: In de Oostenrijkse bergen galmt een echo: ‘ik moet niks… moet niks… moet Ni… moe… moe…’ en sterft weg in ‘de stilte van de bergen’ (Jan-Simon Minkema)
@Connie, [ ... verwachtingen
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Het is een heel mooi
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
@Mili, het is al veel
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
@maddbrug, zie mijn reactie
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Connie, Ook ik vind het een
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Dag Corrie, Fijn dat mee
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Connie, een triest
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
@Marceline, Wat willen we het
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
@allen: N.a.v. alle feedback
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Connie, ... een mooi verhaal
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Connie. Ik lees je twee
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Hoi Connie, ik vind het thema
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
@Connie, het is nu heen en
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Connie, ... wat heb ik met
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
@Riny, dank je voor het lezen
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
@Mili, ik ben heel blij met
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
@allen, nav feedback Mili nog
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
@Connie, om het hoofdstuk
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
@Mili
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Connie, ook met plezier je
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol