# 111Een idylle
Een idylle
Niet ver hiervandaan, een pas of twee,
liggen mijn goudwindes te zonnen;
ze roeien wat heen en weer,
heus geen drukte van belang.
Een kikker ligt tussen het riet,
met zijn bolle ogen tuurt hij
lusteloos naar de overkant;
verwacht van hem geen grootse daden.
De zon doet zijn uiterste best,
zelf ben ik tot weinig in staat;
ik mijmer en hanteer mijn pen,
veel water drinken zei de teevee.
Een libelle scheert voorbij en
een jonge mug -pas uit zijn larf-
komt voor zijn eerste middagmaal;
pats… hij had nog veel te leren.
Ik gooi steentjes in het water,
gebroken grint van keien uit de Maas,
die ooit kwamen aangerold uit Gallië,
een eind voorbij de grens.
Het zijn iele momenten van een zomerse dag,
-een idylle zo je wilt- van geen betekenis;
hoewel…
de mug daar anders over denkt.
schrijvenmaar schreef: een
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
misschien had je hem je
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
schrijvenmaar
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol