Lid sinds

9 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#99 De put

Waar ze wakker van werd wist ze in zichzelf niet precies te omschrijven. Was het de bedompte lucht die haar neus binnendrong of de harde ondergrond waar ze op lag. Traag draaide ze haar hoofd richting plafond, dat door de tunnel waardoor ze keek de lucht bleek te zijn. Met een schok kwam ze overeind en probeerde rechtop te gaan staan om dichter bij de opening in de verte te komen. Ze greep de oneffenheden in de stenen muur vast om zich op te trekken, maar voelde bij elke beweging die ze maakte hoe haar lichaam protesteerde door een ondefinieerbare pijn. Het plan om zo snel mogelijk naar het eind van de tunnel te komen brokkelde in gelijke tred af met de klank weerkaatsing van de vallende stukken steen waaraan ze houvast had gezocht. Het summiere licht dat naar binnendrong bood haar het zicht op een gekantelde emmer vlak bij haar voeten, evenals een rafelig touw dat er als een dode slang in kronkels naast lag. De bodem van de put voelde hard en vochtig aan. Ze staarde een moment naar dit stilleven en probeerde er een voordeel voor haar aan te verbinden. Deze gedachte eindigde tussen haar handen als een megafoon voor haar mond gehouden naar boven gericht in een schreeuw om hulp. Een martelende hoorbare stilte volgde telkens weer opnieuw op haar hulpgeroep. De bodem leek te zakken en de cirkel van lucht werd alsmaar kleiner. Een onoverbrugbare afstand bleek gecreëerd. Haar lot was bepaald, het eind leek in zicht. Niemand zou haar vinden. De opgedroogde put die slechts het vocht van de schaduw bewaarde zou haar opnemen.

Lid sinds

8 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Beklemmend geschreven Mooie zin: evenals een rafelig touw dat er als een dode slang in kronkels naast lag. Deze tussenzin zou ik weg laten, maakt het sterker de verbeelding van de lezer: waar ze in de luttele seconden die achter haar lagen, zich nu bewust van was geworden, Graag gelezen

Rol

  • Anoniem
Hallo Thea Josephine, "Waar ze wakker van werd wist ze in zichzelf niet precies te omschrijven. Was het de bedompte lucht die haar neus binnendrong of de harde ondergrond waar ze op lag." Mooie start. Je schetst een mooi, bijna poëtisch beeld van die plek onderin de put. Met plezier gelezen. "Het plan om zo snel mogelijk naar het eind van de tunnel te komen brokkelde in gelijke tred af door de klank weerkaatsing van de vallende stukken steen bij wie ze houvast zocht." Soms zijn je zinnen, zoals deze, erg ingewikkeld. Het kan helpen om de zin in tweeën te hakken. 'Wie' moet hier trouwens 'welke' zijn, of 'steen waaraan ze' stenen zijn immers geen personen. "De bodem van de put voelde hard en vochtig aan." Deze zin zou ik pas ergens na 'de kronkelende' slang doen, zodat je de lezer eerst nog zelf de kans geeft om tot de conclusie te komen dat ze onderin een put zit. Al verraadt je titel het al, andere titel misschien, 'reddeloos'? Mooi hoe je langzaam laat blijken hoe reddeloos de situatie is. Waar het in de opdracht om ging is dat je een situatie beschrijft die echt waar zou kunnen zijn, maar ook een nachtmerrie. Dat is je goed gelukt. Wat mij betreft hoef je niet te laten blijken dat het een droom is. De laatste zin gewoon weglaten. Schrijfcoach Corrie

Lid sinds

9 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Corrie bedankt voor je feedback. Over de laatste zin weglaten moest ik wel even nadenken, want ik wil de lezer niet met een akelig gevoel achterlaten. Maar je hebt gelijk ik moet mij aan de opdracht houden en dat kwartje viel door jouw feedback.

Lid sinds

9 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hierbij de aangepaste versie van het verhaal. Reddeloos. Waar ze wakker van werd wist ze in zichzelf niet precies te omschrijven. Was het de bedompte lucht die haar neus binnendrong of de harde ondergrond waar ze op lag. Traag draaide ze haar hoofd richting plafond, dat door de tunnel waardoor ze keek de lucht bleek te zijn. Met een schok kwam ze overeind en probeerde rechtop te gaan staan om dichter bij de opening in de verte te komen. Ze greep de oneffenheden in de stenen muur vast om zich op te trekken, maar voelde bij elke beweging die ze maakte hoe haar lichaam protesteerde door een ondefinieerbare pijn. Het plan om zo snel mogelijk naar het eind van de tunnel te komen brokkelde in gelijke tred af met de vallende stukken steen waaraan ze houvast had gezocht. Het summiere licht dat naar binnendrong bood haar het zicht op een gekantelde emmer vlak bij haar voeten, evenals een rafelig touw dat er als een dode slang in kronkels naast lag. De bodem van de put voelde hard en vochtig aan. Ze staarde een moment naar dit stilleven en probeerde er een voordeel voor haar aan te verbinden. Deze gedachte eindigde tussen haar handen als een megafoon voor haar mond gehouden naar boven gericht in een schreeuw om hulp. Een martelende hoorbare stilte volgde telkens weer opnieuw op haar hulpgeroep. De bodem leek te zakken en de cirkel van lucht werd alsmaar kleiner. Een onoverbrugbare afstand bleek gecreëerd. Haar lot was bepaald, het eind leek in zicht. Niemand zou haar vinden. De opgedroogde put die slechts het vocht van de schaduw bewaarde zou haar opnemen.