#93 Zonder sporen
Ik verscheurde hem; de eerste brief die ik haar schreef sinds de landing. Net zoals ik de brief verscheurde die ik aan mijn ouders schreef. Die aan mijn broer verbrandde ik.
Snippers en as, meer zijn we niet.
Ik kan me voorstellen dat hun leven nog iets van een doel had, in de rug gesteund door een warme bries, in Louisiana. Dat van mij was gericht op overleven, gevangen in een verzengende storm die soms ijskoud was, zoals bij Bastogne.
Ik reeg hun letters aaneen tot woorden die uiteindelijk zinnen vormden die brieven bleken waaruit hun trots sprak. En iedereen in de bayou was trots, schreven ze.
Ik ben een voorbeeld, schreef mijn moeder. En dat als ik thuis zou komen, de buurvrouw de lekkerste gumbo ooit zou maken.
Ik ben de zoon wiens naam hij vol trots uitspreekt als hij zijn oesters bezorgt bij de chique restaurants in Baton Rouge, schreef mijn vader. En dat de hele familie was uitgenodigd om overal gratis te dineren, als ik thuis zou komen.
Zij schreef dat het wachten haar zwaar viel en dat haar vriendinnen jaloers waren en dat de Silver Star zou fonkelen in de zon, op de trappen van de kerk, op onze huwelijksdag, als ik thuis kwam.
Maar de storm, die nu is gaan liggen, maakt dat ik nooit meer thuis zal komen. Niet in Louisiana.
Ik ben voortgejaagd door de storm, vanaf de ochtend dat ik voet zette op het strand van het land waar ergens, ik weet niet waar, mijn wortels liggen.
Naast me ligt Will, uit Texas. Daarnaast Phill uit Utah, die weer de eeuwige buurman is van Robbert uit Wisconsin.
Ik kan opstaan, de aarde van mijn knieën slaan en me weer koesteren in de meibries nu de storm is geluwd. Op hen zal geen wind meer vat hebben. De houten kruisen met hun naam schommelen heen en weer. Nauwelijks merkbaar, maar veelzeggend.
Ik verlang naar een paard zonder zadel, naar een leven zonder grenzen.
Philippe, de zigeuner die De Gaulle haat, maar een keuze uit twee kwaden maakte en onze gids was, heeft me verteld over zijn huis: de Camargue. En dat daar dus ook moerassen zijn, maar dan zonder alligators die onder het wateroppervlak loeren.
Ik heb blind geraasd zonder doel. Het was niet meer dan toeval dat ik doelen trof die vijand werden genoemd. Ik ben geen held. Ik was slechts gevangen door de wind; een speelbal onder speelballen.
Er staat een zachte bries, vanuit het Noorden.
Ik zal niet zeggen, laat staan schrijven, dat hij me voortduwt. Maar hij wijst de weg.
En net zoals ik, verlangt hij naar een plek waar hij de vrijheid heeft om te gaan liggen en de luwte te zijn.
Waar is dit jaar, ik ken het niet.
Als het aan de deur klopt, of mijn naam roept als ik morgen één met het leven galoppeer, zal ik zeggen dat gisteren slechts heerst in de dagen van de ruiter die zichzelf en het ongezadeld paard niet vertrouwt.
Wow, dit is nog eens een
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
Krachtig geschreven verhaal.
Lid sinds
9 jaar 2 maandenRol
We wachten op antwoord,
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol
Wat een krachtig verhaal heb
Lid sinds
13 jaarRol
Angus, Wat rest na de oorlog
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Angus, Jongens gaan als
Lid sinds
16 jaar 9 maandenRol
Dank voor de reacties. Het is
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol
Wat een sterk verhaal, de
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Wat wonderbaarlijk mooi
Lid sinds
9 jaar 9 maandenRol
@Angus, ik heb je gelezen. En
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Dank je voor je verhaal. Mooi
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Dank voor het zien en
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol
Jammer dat wij niet door de
Lid sinds
15 jaar 7 maandenRol