#49 L’Adieu,
Beste Paul,
Het is voor jou dat ik dit dagboek schrijf.
Het bevat de brieven die ik je niet geschreven heb.
En zo is het goed. Ik verwijt je niets.
Dit boek is een tombe vol geruchten en als je dit leest zal ik er niet meer zijn. Dan is ons beider leed geleden.
Ik houd van jou.
Vandaag was ik helder. Ik las een lang gedicht: “Tombes-Rumeurs”. Ik vond het bij verrassing in een oude krant die al bij het haardvuur lag. Pas aan het eind zag ik jouw naam.
La mort, en Chine, tient autant de place que la vie, heb je geschreven. De dood neemt in China evenveel plaats in als het leven. En waarschijnlijk is het waar – ik weet niets van dat land – maar wat bij leven niet belangrijk was, wordt blijkbaar na de dood met argwaan en ontzag geëerd.
Zo voel ik mij nu ook. Straks ben ik eindelijk dood. Ik verlang ernaar. Mijn dagen zijn leeg en niemand die mij nog bezoekt. Het is alleen nog waanzin die hier naar binnen sluipt.
Mijn hoofd is een ziedend strijdtoneel. Het is dagelijks oorlog achter mijn verdwaasde ogen.
Ik weet al lang niet meer in welke krocht ik werd gedumpt. Montdevergues staat er op de lakens. Het zegt me niets, het heeft ook geen belang.
Vooralsnog zijn de lakens wit.
Lieve broer: als er straks een donkere rouwkapel wordt opgericht, wees dan niet bang, ik zal het ook niet zijn. Mijn geest zal eindelijk rusten en niet gaan dwalen. Althans, dat beloof ik je in ruil voor een laatste gunst: draag zorg voor mijn Vestaalse maagden. Onschuldig spelen ze dartel in een golf, niet wetend dat hij hun vuur zal doven. La Vague: het is het mooiste wat ik ooit heb gecreëerd. Zo wil ik herinnerd blijven. Het is dat wat ik in mijn korte leven heb gedaan: spelen in de golf die mijn vuur uiteindelijk zal doven.
Camille Claudel.
W Rynlandt schreef: Wat
Lid sinds
13 jaarRol
Aanpassen zit in onze genen
Lid sinds
10 jaar 4 maandenRol