Wekelijkse schrijfopdracht #45 – Rupsje Nooitgenoeg / Silvio
Silvio
Hij had alles, veel te veel, maar in feite niets.
Op een van die zeldzame momenten dat hij zich had laten overvallen door een gevoel van zelfreflectie, was dat altijd een achteloos weggewuifde vraag geweest; of het uiteindelijk wel allemaal de moeite waard was. Hij kon alles en iedereen kopen, dat was waar, maar écht rijker was hij er niet van geworden. Dat was de sporadische twijfel die hoorde bij onmetelijk succes, dacht hij dan.
Hij veegde het speeksel van de kin van de hoogbejaarde vrouw.
'Amore,' zuchtte ze. Door Alzheimers roze gekleurde glazen zag ze waarschijnlijk het beeld van een geliefde die al jaren geleden zijn laatste rustplaats had betrokken. Hij glimlachte en bracht de volgende lepel naar haar mond.
'Ti amo,' fluisterde hij.
Weer glimlachte hij. Door de ingrepen van de plastisch chirurg zou de vertwijfelde grondtoon niet zichtbaar zijn, zelfs niet als ze een kort helder moment zou hebben.
Hoe vaak had hij die woorden niet gefluisterd, ongemeend? Tegen overspelige dames wier mannen machtige posities bekleedden en die hem nagenietend van waardevolle informatie voorzagen. Tegen rijke weduwen die zijn startkapitaal deden groeien. Tegen goddelijke lichamen die via hem en zijn media-imperium naar roem en fortuin wilden rijken. En uiteindelijk tegen de meisjes die tegen riante bedragen gewillig op zijn feestjes verschenen, en zijn kleindochters hadden kunnen zijn.
Hij had zichzelf verloren in zijn drang naar macht en invloed.
'Wie zijn neus schendt, schendt zijn aangezicht,' mompelde hij.
Zijn neus was perfect, de rimpels waren gladgestreken, de caps waren witter dan ivoor en het geïmplanteerde haar werd met regelmaat vakkundig glanzend zwart geverfd. Je kon nooit perfect genoeg zijn, had hij ooit gedacht.
'Lei?' bracht ze met moeite uit.
Hij knikte. Enkel de tranen die over de strakgetrokken huid hun weg naar beneden zochten, weerspiegelden hun gedeelde verleden.
Zij wist niet meer dat hij nog leefde. Zijn naam, faam en wereldwijde bekendheid waren verdrongen door een alsmaar dichter wordende nevel. De worm die zich onstuitbaar door haar hersenen vrat, had alles uitgewist. Maar haar hart klopte nog, net als toen.
Hij probeerde te knipogen, zoals toen, toen hij haar beloofd had dat hij terug zou komen. Toen hij nog niks wist van wormen en hun vraatzucht.
Hij zag weer die vlam in haar ogen, voelde hoe een zwarte worm diep in hem in zijn eigen staart beet en een weg naar verlossing vrat.
Nu zou hij blijven.
Je hebt er weer wat fraais
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Woodpecker, als ik het goed
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Een moeilijk verhaal
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Dag Woodpecker, Ik vind het
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
@Woodpecker, ik zou denken
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dag Woodpecker, mooi
Lid sinds
11 jaar 9 maandenRol
Dag schrijvenmaar, Dank
Dag janp, Dank je. Nee, het
Dag W Rynlandt, Dank je.
Dag Blavatski, Dank je. Vind
Dag Mili, Geeft niet.
Dag schrijfcoach Eva, Dank
@Woody - Ik vind het wel wat
Lid sinds
14 jaarRol
Ik snap je verhaal niet maar
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Dag Leonardo, Dank je. Maar
Dag Anne, Nou, ik denk dat je
Een mooi verhaal! Zwaar op
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Ik sluit me volledig aan bij
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Dag Marietje, Dank je. Ik
Dag Lilithx, Dank je.