#38 Wolf vs. Roodkapje
Peter Wolf zat in zijn enige stoel en keek beangstigd naar buiten. Het was rustig op straat. Hij keek op de klok. Nog een half uur voordat de taxi kwam. Peter zag er verwilderd uit. Zijn baard was al een lange tijd niet bijgewerkt en zijn haren lang en vettig. Er lag een pakje shag op het glazen salontafeltje. Met trillende handen draaide hij iets wat moest doorgaan voor een rookbaar product. Bij de eerste teug schoot hij in een zware hoestbui.
‘Verdomme.’ sprak hij tussen het kuchen door.
Uiteindelijk arriveerde de taxi, deze toeterde driemaal.
'Tuurlijk laat de hele buurt maar weten dat ik naar buiten kom.'
Peter deed zijn jas aan en liep naar buiten. Hij zag zijn buurtbewoners achter hun ramen staan. Hij had er een hekel aan om bekeken te worden. De taxichauffeur begroette hem vriendelijk. Zij zijn tenminste neutraal.
‘Het gaat me niets aan meneer Wolf, maar ik vind het knap dat u de deur uit komt, na al die tijd.’
Peter wist niet zo goed wat hij moest zeggen.
‘Ik begrijp het als u er niet over wilt praten. Ik zal verder mijn mond houden.’
‘Luister’, Peter keek naar het naamkaartje van de taxichauffeur, ‘meneer Prokofiev, het afgelopen jaar is mijn gehele privacy naar de knoppen gegaan. Dus ja, ik wil er niet over praten.’
De chauffeur respecteerde de keus van Peter.
Bij aankomst van zijn bestemming wilde Peter de taxichauffeur betalen, maar deze wuifde zijn hand.
‘Het is al betaald. Veel succes daarbinnen.’
Peter knikte afwezig. Hij keek naar de grote trappen en Vrouwe Justitia die hem aanstaarde. Was ze niet ooit blind?
Zonder er verder over na te denken liep Peter het gerechtshof naar binnen. Bij de ingang werd hij gefolieerd door de agenten Dee en Dum. Terwijl ze aan zijn broek voelde gaven ze hem een schouderklopje.
‘Succes daarbinnen.’ zei Dum.
Zonder iets te zeggen liep Peter verder. In de gang voor het de rechtszaal werd hij tegemoet gelopen door zijn advocaat.
‘Peter, gelukkig, ik was al bang dat je het huis niet durfde te verlaten.’
‘Charles, als ik ooit nog rust wil dan moet ik dit doorzetten.’
‘Dan laten we naar binnen gaan, ze wachten op je.’
Peter en zijn advocaat Charles Perrault stapten de rechtszaal binnen. Alle ogen waren op Peter gericht. Hij voelde zich beschaamd.
Ze namen plaats en de rechter stapte de zaal binnen.
‘We hebben Jacob Grimm, die heeft wel haar op zijn tanden.’ fluisterde Charles in Peters oor.
‘Dan wil ik hierbij de zaak Wolf tegen Roodkapje openen,’ sprak rechter Grimm.
‘Roodkapje, hoe pleit u?’
Iedereen keek naar de glazen cel waarin Roodkapje zich bevond. Ze was vastgebonden op haar stoel en droeg een dwangbuis.
‘Onschuldig,’ galmde door de vierkante meter, ‘het was puur zelfverdediging.’ In de zaal volgde geroesmoes.
‘Orde!’ schreeuwde Jacob Grimm. De verdediging heeft het voor het zeggen. Charles ging staan en stuurde Peter naar de getuigenbank.
‘Meneer Wolf, in uw eigen woorden, kunt u mij vertellen wat is gebeurd op 22 mei 1988?’
Peter nam diep adem.
‘Het was een warme dag, dat kan ik me nog goed herinneren. Ik liep door het bos en ergerde me aan het feit dat ik mijn jas had aangetrokken. Ik stond gewoon lang het pad een sigaretje te roken toen Rookkapje langs liep. Ik had haar al een tijdje niet gezien en stond er van te kijken wat een grote jonge dame ze was geworden. Ze stopte en keek me verleidelijk aan. Ze zei iets van “Oh, wolf wat heb je grote ogen”. Ik had net een nieuwe bril gekregen en door mijn sterke glazen leken ze inderdaad erg groot. U mag gerust weten dat ze me verlegen maakte, ik kon me niet echt een houding aanhouden. Ze nam een stapje naar voren en staarde naar mijn mond. “Je tanden zo stralend en wit”. IJdeltuit dat ik ben, ik had ze een week van te voren laten bleken. Ik voelde mijn gezicht rood worden en voor een moment had ik mezelf niet in controle. In een moment van opgewondenheid trok ik mijn jas open. Roodkapje deinsde naar achter en trok meteen haar uzi’s en schoot zonder pardon mijn Jan Klaassen aan flarden.
Ik weet dat mijn gedrag op dat moment ongepast was, maar zo een heftige reactie had ik niet verdiend. Het enige wat ik wil is dat dit allemaal snel voorbij is en ik met rust gelaten kan worden.’
Iedereen in de zaal was even stil van het verhaal. Alleen Roodkapje zat te schreeuwen in haar glazen kooi.
‘Ik zou het zo weer doen, vuilak!’
‘Orde!’ riep Grimm weer en sloeg hard met zijn hamer.
‘Bedankt, meneer Wolf, voor uw eerlijkheid. U mag weer terug naar uw plek. Graag wil ik ook hierbij de zaak opschorten naar twee uur, zodat iedereen de tijd heeft om te kunnen lunchen. Voor de blijvers, de kantine serveert heerlijke broodjes hotdog.’
Peter zakte door zijn knieën en wist dat het nog lang ging duren.
RichardOtten schreef: Ze zei
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Enorm goede spannende opbouw!
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Meesterlijk Richard, echt
Lid sinds
12 jaar 10 maandenRol
RichardOtten, Zee origineel
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
@marietje, het proces is nog
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Geweldig. Wat moet ik hier
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Dank je Henny. Ben blij om
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Met veel plezier gelezen. Top
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
wat een bizarre fantasie heb
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Wat een absurd originele
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Iedereen bedankt en fijn om
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Wat heb ik ontzettend genoten
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Die verwijzinkjes (leuk woord
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Leuk verhaal. Spannend en
Lid sinds
18 jaarRol