Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#22 De koraalrode jurk

“Die jurk an sich interesseert me niet. Het gaat me om de stoffen: een tomaatrode Ungaro en daaroverheen een saffierblauwe Lace, een laser cut geborduurde tule. Tezamen goed voor vijfhonderd euro per meter. Dat is veel te duur en die stoffen komen pas volgend jaar bij Nanucci Tessuti in de collectie. Ik moet ze nú hebben”, zei Janine heel resoluut. Ze staat nu in de van Baerlestraat voor de winkel van Pauw. Daar hangt hij: dieprood, overtrokken met een ragfijn patroon van saffierblauwe, Italiaanse zijde. Een combinatie die je derde chakra in alle richtingen doet tollen. En per se dát heeft Janine nodig voor haar eindexamen-werkstuk . Onderweg heeft ze haar rol nog eens geoefend. Haar lange zwarte haren heeft ze enkele dagen niet gewassen en hangen piekerig over haar schouders. Haar jeans ziet er gebleekt en gehavend uit en lijkt in maanden niet gewassen. Van Ans, haar vriendin, heeft ze een paar sneakers van Prada geleend en een zwarte tas van struisvogelleer. Elke verkoopster ziet dat ze niet zo maar van de straat is. Janine wil graag de bloedkoraal-rode jurk uit de etalage passen, maat 34. In de kleedcabine trekt ze de jurk over haar kleren aan, zet de schaar in het midden en scheidt het boven- van het onderstuk, dat ze op de grond laat vallen en achteloos naar buiten schopt. Ontzet slaakt mevrouw Pauw een kreet en trekt het gordijn opzij. Ze ziet hoe Janine verwilderd de schaar ook in het bovendeel zet. Ze wordt opzij geduwd en Janine loopt zwalkend naar de kassa. Het onderstuk schopt ze voor zich uit. Mevrouw Pauw loopt achter haar aan en pakt haar bij haar schouders. Dan zakt Janine als een zoutzak in elkaar en blijft bewusteloos liggen. Als ze na enkele tellen weer bijkomt begint ze verward te praten en met de schaar om zich heen te zwaaien. Uit haar spijkerbroek diept ze een aantal bankbiljetten op en smijt die op de balie. Dan strompelt ze naar buiten, het onderstuk niet vergetend. Een week later loopt Janine modeshow met haar eindwerkstuk. Een bikini van de fijnste Italiaanse stoffen.

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Verdiep je vooral het te komen antwoord van Leonardo, maar weet dat het ook een kwestie van smaak is -persoonlijk hou ik er bijvoorbeeld erg van als ik het idee heb dat een schrijver me iets met wijdse gebaren vertelt ipv dat ik het verhaal an sich 'ervaar.' Juist een eigen stem van de schrijver, zoals de jouwe, maar bijvoorbeeld ook zoals vaak bij Mili, die het verhaal net iets over de top tilt, maakt mij aan het lachen en maakt zelfs dat ik het levedinger voor me zie. Maar dat ben ik.

Lid sinds

9 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hey Dos, Ik vind je verhaal in de eerste drie alinea's heel intrigerend beginnen. Ik wilde echt weten wat hier aan de hand was. Ook leuk agressief geschreven vind ik. Maar puur inhoudelijk was ik een beetje ontgoocheld door het feit dat ze 'bewusteloos' ging. Ik had liever gezien dat ze het allemaal opzettelijk, heel bewust en met een soort van gecontroleerde gewelddadigheid deed. Het zou heerlijk zijn als ze het allemaal mateloos arrogant onder controle hield. (maar ja, je hebt ook maar 350 woorden ter beschikking he). In de derde alinea stoort het mij wel dat; zowel haar haren als haar jeans 'niet gewassen' zijn. Dat kan je oplossen door een andere woordkeuze die toch dezelfde betekenis heeft. De plot in de laatste zin komt ook een beetje te plots. Wellicht ook hier omwille van de beperking aan beschikbare woorden. Ook het feit dat ze bikini's gaat maken is - niet echt voorspelbaar - maar wel niet rebels genoeg denk ik, het is iets te braaf. Maar dit gezegd zijnde, heb ik je stukje graag gelezen. Er zit veel potentieel in dit verhaal en je wordt duidelijk afgeremd door het beperkt aantal woorden dat toegelaten werd. Ik vond het in elk geval wel erg creatief.

Lid sinds

13 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
[#22] Dos, fictie is per definitie nep en het idee is dat het verhaal de lezer “transporteert” naar een andere tijd/ruimte. Dit appelleert aan het alphadeel van het brein, de emotie. Op het moment dat een schrijver zichtbaar blijft/wordt, verstoort hij de lezer in zijn “droom”. Hij komt in rationele modus en participeert niet in het verhaal. Hij absorbeert de informatie op een feitelijke wijze en omdat dat nep is, verliest het verhaal rap zijn glans. Waarom krijg ik dat gevoel bij jouw tekst? 1. Je instrueert als schrijver wat ik als lezer moet voelen, vinden, doen. Dat is m.i. de essentie wat onder TELL moet worden verstaan. Dat is slikken wat is opgelepeld. Het is zakelijk, rationeel. Het geeft mij geen ruimte om weg te dromen. In je dialooglabel is dit (bij wijze van voorbeeld) ook zichtbaar: zei Janine heel resoluut. Hier instrueer je mij hoe ze het zei. Dat komt als mosterd na de maaltijd: ik heb het gezegde al gelezen en heb me daarover een beeld gevormd. Simpel gezegd, als je die regie nodig hebt, mankeert er iets aan de woordkeus, etc. Laat het voor zichzelf spreken. 2. Uitleg, bijvoorbeeld “Elke verkoopster ziet dat ze niet zo maar van de straat is.” Je bemoeit je als schrijver met wat je ervoor zei, kennelijk ingegeven door de angst dat de lezer het niet oppikt. Als je daar bang voor bent, moet je het voorgaande anders schrijven. 3. Je perspectief is een soort alwetende buitenstaander en ook dat helpt mij niet me in de scène te verplaatsen. Ik heb de wijsheid niet in pacht, maar dit zijn wat van die dingen die ik uit jouw tekst concludeer. Wat je ermee doet, doe je ermee.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Een bijzonder verhaal dat mij met vragen achterlaat. In de eerste alinea vraag ik me af tegen wie ze het heeft. De persoon wordt niet genoemd, ook niet de locatie. In de volgende alinea staat ze alleen voor de winkel. Daar hangt de dieprode jurk die later als bloedkoraal wordt beschreven. Betreft het dezelfde jurk want het zijn 2 verschillende kleuren? [Een combinatie die je derde chakra in alle richtingen doet tollen. En per se dát heeft Janine nodig voor haar eindexamen-werkstuk] Dit vind ik een heel sterk stukje! De omschrijving die moet leiden tot de conclusie van elke verkoopster dat ze niet zomaar van de straat is, geeft voor mij andere signalen af: Een ongewassen persoon met vergane glorie merkartikelen. Voor mij tegenstrijdig. Als mevrouw Pauw zelf in de winkel staat is ze niet zo snel onder de indruk van een zwaaiende schaar. Iemand vernielt haar creaties! Bovendien haal ik niet uit het verhaal hoe duur de jurk was maar een paar bankbiljetten hebben volgens mij toch snel een waarde van 40-60 euro. Mevrouw Pauw zal zich hiermee niet laten afschepen en aangifte doen van vernieling, vermoed ik. Waar haalt ze de schaar plots vandaan? Een fantasierijk verhaal. Misschien iets te fantasievol voor mij omdat ik te realistisch ben door mijn jarenlange ervaring in de winkel! Maar heerlijk dat jouw stukje mij diep laat nadenken waarom ik met een ontevreden gevoel blijf zitten.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Fijn. Ik zit nu met het beeld dat mijn testosteron door mijn porieën naar buiten komt - waarvoor dank - en vraag me af welk beeld zou kunnen bewerkstelligen dat mijn meest mannelijke hormoon zo snel mogelijk mijn lichaam wil verlaten. Gek. In dat beeld komen geen bikini's voor :)
In warenhuizen zie je nooit dat mannen ook maar de geringste belangstelling hebben voor het rek waar de bikini's aan hangen en op het strand of in het zwembad kijken ze zich de ogen uit. Janine uit dit verhaal is de dochter van Janine uit mijn vorige. Die was al goddelijk en haar dochter is - hoe is het toch allemaal mogelijk - nog goddelijker. Als je deze Janine in haar eigen ontworpen bikini had gezien, waren de met testosteron gevulde tranen uit je wijd opengesperde ogen gerold, zo stel ik me voor. Maar ik geef toe dat ik ernaast kan zitten met mijn veronderstelling.

Lid sinds

11 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dos, ik denk dat je mijn commentaar verkeerd interpreteerde. Ik ga ervan uit dat wanneer een mannelijk exemplaar van homo sapiens opgewonden raakt, zijn testosteron in zijn lichaam de nodige chaos veroorzaakt. Als daarentegen dit stofje het lichaam zo snel mogelijk wil verlaten, door welke opening dan ook, stel ik me voor dat dit alleen maar kan worden veroorzaakt door een beeld dat plotselinge en onomkeerbare impotentie teweeg brengt.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hey Dos, Ik vind je verhaal in de eerste drie alinea's heel intrigerend beginnen. Ik wilde echt weten wat hier aan de hand was. Ook leuk agressief geschreven vind ik. Maar puur inhoudelijk was ik een beetje ontgoocheld door het feit dat ze 'bewusteloos' ging. Ik had liever gezien dat ze het allemaal opzettelijk, heel bewust en met een soort van gecontroleerde gewelddadigheid deed. Het zou heerlijk zijn als ze het allemaal mateloos arrogant onder controle hield. (maar ja, je hebt ook maar 350 woorden ter beschikking he). In de derde alinea stoort het mij wel dat; zowel haar haren als haar jeans 'niet gewassen' zijn. Dat kan je oplossen door een andere woordkeuze die toch dezelfde betekenis heeft. De plot in de laatste zin komt ook een beetje te plots. Wellicht ook hier omwille van de beperking aan beschikbare woorden. Ook het feit dat ze bikini's gaat maken is - niet echt voorspelbaar - maar wel niet rebels genoeg denk ik, het is iets te braaf. Maar dit gezegd zijnde, heb ik je stukje graag gelezen. Er zit veel potentieel in dit verhaal en je wordt duidelijk afgeremd door het beperkt aantal woorden dat toegelaten werd. Ik vond het in elk geval wel erg creatief.
Dag W Rynlandt, Inderdaad ontbrak het mij bij dit verhaal aan schrijfruimte; de plot was te ruim. Het geraamte te groot om het naar eigen goeddunken met vlees en organen te bekleden. Janines gedrag in de winkel was een van tevoren - tot in detail - uitgedacht en met haar vriendin besproken toneelstuk. Ze had lef en ging recht op haar doel af, hoe groot de weerstand ook was. Ze zou en ze moest per se díé stof hebben, en wel ogenblikkelijk. De ongewassen, piekerige haren en gehavende spijkerbroek waren bedoeld om de verwarde scène met de zwaaiende schaar het juiste persoonlijke decor te geven. Zie ook #24. Dank voor je interesse.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Een bijzonder verhaal dat mij met vragen achterlaat. In de eerste alinea vraag ik me af tegen wie ze het heeft. De persoon wordt niet genoemd, ook niet de locatie. In de volgende alinea staat ze alleen voor de winkel. Daar hangt de dieprode jurk die later als bloedkoraal wordt beschreven. Betreft het dezelfde jurk want het zijn 2 verschillende kleuren? [Een combinatie die je derde chakra in alle richtingen doet tollen. En per se dát heeft Janine nodig voor haar eindexamen-werkstuk] Dit vind ik een heel sterk stukje! De omschrijving die moet leiden tot de conclusie van elke verkoopster dat ze niet zomaar van de straat is, geeft voor mij andere signalen af: Een ongewassen persoon met vergane glorie merkartikelen. Voor mij tegenstrijdig. Als mevrouw Pauw zelf in de winkel staat is ze niet zo snel onder de indruk van een zwaaiende schaar. Iemand vernielt haar creaties! Bovendien haal ik niet uit het verhaal hoe duur de jurk was maar een paar bankbiljetten hebben volgens mij toch snel een waarde van 40-60 euro. Mevrouw Pauw zal zich hiermee niet laten afschepen en aangifte doen van vernieling, vermoed ik. Waar haalt ze de schaar plots vandaan? Een fantasierijk verhaal. Misschien iets te fantasievol voor mij omdat ik te realistisch ben door mijn jarenlange ervaring in de winkel! Maar heerlijk dat jouw stukje mij diep laat nadenken waarom ik met een ontevreden gevoel blijf zitten.
Dag Marietje, Jouw problemen met het verhaal zijn herkenbaar en grotendeels terug te voeren tot gebrek aan schrijfruimte. Het verhaal heb ik al schrappend, schurend en schoffelend weten terug te brengen tot 350 woorden. Als ik van de eerste alinea had moeten zeggen dat Janine dit zei tegen haar vriendin, had ik ergens anders in de tekst minstens vier woorden moeten bezuinigen. Tegen wie ze dat zei en waar ze die uitspraak deed, doet er eigenlijk niet toe. Voor de lezer is het belangrijke informatie om de rest van het verhaal te kunnen volgen en begrijpen, ook al kost dat sommigen moeite door het staccato karakter van de gebeurtenissen. Koraalrood en koraalrood zijn verschillende kleuren, en koraalrood en dieprood zijn hetzelfde als tomatenrood. Leg een aantal mensen een hoeveelheid stalen rood voor en vraag hun de drie genoemde kleuren eruit te zoeken. De kans is groot dat je tot bovenstaande conclusie kunt komen. Genoemde kleuromschrijvingen zijn niet eenduidig, ze worden niet bepaald door slechts één nauwkeurig omschreven pigment. Ik heb ze voor de afwisseling gebruikt omdat ze dicht bij elkaar liggen en heb niet gedacht dat dat tot verwarring zou kunnen lijden, omdat ik ook nergens aanleiding heb gegeven te denken dat het om meer dan één jurk handelde. Dat Janine door haar kleding tegenstrijdige signalen afgeeft is juist geconstateerd; dat heb ik bewust ingebouwd. Pauw is een top-modezaak met unieke creaties. Als je als nieuwe klant binnenkomt in een Zeeman- of Wibra-outfit krijg je niet eens de kans om iets te passen. Daarom is Janine nonchalant gekleed, maar wel duur. Een moderne spijkerbroek die plaatselijk tot op de draad versleten is, kost al gauw € 100 meer dan een ongehavend geval. Van haar vriendin had ze dure sneakers geleend van Prada en een tas van struisvogelleer is voor een student onbetaalbaar. Dus geen vergane glorie merkartikelen. Mevrouw Pauw had haar juist gescreend: een potentiële klant. Haar ongewassen piekerig haar had Janine nodig voor de verwarde scène na de kleedcabine. Toen moest ze het uiterlijk benaderen van een sloerie. Mevrouw Pauw is eerst het geld gaan tellen dat Janine over de kassa uitstrooide en toen ze tot de ontdekking kwam dat dat bij lange na geen € 1995,00 :) was, was Janine al uit het straatbeeld verdwenen. De schaar zat in de tas van gestippeld struisvogelleer. Een saillant detail dat ik tot mijn grote spijt ook moest schrappen wil ik hier wel vermelden. De eindexamenwerkstukken moesten door de leerlingen zelf op de catwalk gedemonstreerd worden. Janine met haar gebronsde, goddelijk gecreëerde lichaam van het maatje 34, paradeerde over de plankier alsof het haar dagelijkse bezigheid was. Aan een bamboostok, die ze nonchalant met zich meedroeg, hingen nog drie bikini’s van dezelfde stof. Toen ze uitgelopen was vleide ze de minieme kledingstukken - ter beoordeling - op de tafel voor de drie examinandi: twee mannelijke rijksgecommitteerden en een dame uit de directe praktijk, mevrouw Pauw... Marietje, ik hoop dat ik je ontevreden gevoel na het lezen van mijn ingezonden verhaal, iets positiever heb kunnen stemmen. Groet, Dos.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dos, ik denk dat je mijn commentaar verkeerd interpreteerde. Ik ga ervan uit dat wanneer een mannelijk exemplaar van homo sapiens opgewonden raakt, zijn testosteron in zijn lichaam de nodige chaos veroorzaakt. Als daarentegen dit stofje het lichaam zo snel mogelijk wil verlaten, door welke opening dan ook, stel ik me voor dat dit alleen maar kan worden veroorzaakt door een beeld dat plotselinge en onomkeerbare impotentie teweeg brengt.
Bart, er is onder omstandigheden nog een andere mogelijkheid, nl. dat de hoeveelheid testosteron complete chaos in het lichaam veroorzaakt en dat het surplus zich een uitweg naar buiten zoekt via poriën, traanvocht etc. In het geval dat jij schetst wordt er niet eens testosteron aangemaakt. Ik kan me wel voorstellen dat als je er langdurig aan blootgesteld wordt, de mogelijkheid tot secretie voorgoed verloren gaat. Auw!

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
[#22] Dos, fictie is per definitie nep en het idee is dat het verhaal de lezer “transporteert” naar een andere tijd/ruimte. Dit appelleert aan het alphadeel van het brein, de emotie. Op het moment dat een schrijver zichtbaar blijft/wordt, verstoort hij de lezer in zijn “droom”. Hij komt in rationele modus en participeert niet in het verhaal. Hij absorbeert de informatie op een feitelijke wijze en omdat dat nep is, verliest het verhaal rap zijn glans. Waarom krijg ik dat gevoel bij jouw tekst? 1. Je instrueert als schrijver wat ik als lezer moet voelen, vinden, doen. Dat is m.i. de essentie wat onder TELL moet worden verstaan. Dat is slikken wat is opgelepeld. Het is zakelijk, rationeel. Het geeft mij geen ruimte om weg te dromen. In je dialooglabel is dit (bij wijze van voorbeeld) ook zichtbaar: zei Janine heel resoluut. Hier instrueer je mij hoe ze het zei. Dat komt als mosterd na de maaltijd: ik heb het gezegde al gelezen en heb me daarover een beeld gevormd. Simpel gezegd, als je die regie nodig hebt, mankeert er iets aan de woordkeus, etc. Laat het voor zichzelf spreken. 2. Uitleg, bijvoorbeeld “Elke verkoopster ziet dat ze niet zo maar van de straat is.” Je bemoeit je als schrijver met wat je ervoor zei, kennelijk ingegeven door de angst dat de lezer het niet oppikt. Als je daar bang voor bent, moet je het voorgaande anders schrijven. 3. Je perspectief is een soort alwetende buitenstaander en ook dat helpt mij niet me in de scène te verplaatsen. Ik heb de wijsheid niet in pacht, maar dit zijn wat van die dingen die ik uit jouw tekst concludeer. Wat je ermee doet, doe je ermee.
Dag Leonardo, Tot op zekere hoogte ben ik bekend met jouw werk uit de middeleeuwen. Ooit heb ik een wandvullende boekenkast ontworpen en gefabriceerd die gebaseerd is op jouw inzichten, de rij van Fibonacci ofwel de gulden snede. Jammer dat ik er hier geen foto van kan tonen. Maar dit ter zijde en niet ter zake doende. Terug naar de werkelijkheid van de dag, jouw gewaardeerd commentaar op mijn verhaaltje ‘De koraalrode jurk’. Je eerste inhoudelijke commentaar bestaat uit twee zinnen: “Ik vind je te veel zichtbaar blijven als schrijver. Je laat me niet vergeten dat er een schrijver is en daarmee blijf ik in de rationele modus.” De rest van je eerste reactie werkt op mijn gemoed en maakt mij nieuwsgierig. Maar ook ik schiet bij zo’n antwoord in de rationele modus. Het blijft bij een algemene, abstracte constatering, waar mijn beperkt aantal hersencellen geen raad mee weet. Als schrijver hiervan blijf je in gebreke door nadere tekst en uitleg te geven; je bent afwezig. Nadere uitleg komt op aanvraag. Al gauw blijkt dat je pleidooit voor ‘show, don’t tell, de act laten zien is beter dan vertellen. Die algemene regel voor een prozaschrijver met onbeperkte schrijfruimte is me bekend en ik probeer hem waar mogelijk zo veel mogelijk toe te passen. Waar mogelijk. Ik hoef geen moeite te doen jou ervan te overtuigen dat ‘showen’ veel meer letters vreet dan ‘tellen’. Dat is de grote moeilijkheid met de wekelijkse rubriek waarin we participeren, de beperkte schrijfruimte. Soms is de plot simpel en lukt het moeiteloos. Een andermaal heb je een verhaallijn in gedachten waarvan al snel blijkt dat hij uit zijn voegen gaat barsten. Al schrijvende kun je je dan beperken tot de dingen die je per se wilt laten zien en waar nodig gebruik maken van het woordkarige ‘tell’ ter onderstuening. Onbewust heb ik dat gedaan, met name bij de twee voorbeelden die je hebt aangehaald: Ten eerste. De eerste alinea sluit ik af met “zei Janine heel resoluut”. Voor jou mankeert er iets aan de voorafgaande woordkeus. Dat zie je verkeerd. De oorspronkelijk versie begon met een dialoog tussen Janine en haar vriendin waarin duidelijk werd dat ze vastbesloten was om het gewaagde plan uit te voeren om die stof te bemachtigen. Om veel tekst te besparen heb ik een accent aigu gebruikt op ‘nu’ en dat op het eind van de zin nog eens benadrukt. Dat is beslist geen mosterd na de maaltijd, zoals jij dat noemt, maar mosterd tijdens de maaltijd. De mosterd diende hier om de direct eraan voorafgaande spijs de gewenste smaak te geven. Datzelfde geldt voor het tweede voorbeeld dat je aanhaalt: “Elke verkoopster ziet dat ze niet zo maar van de straat is”. Dit heb ik inderdaad geschreven om met een paar woorden de lezer op het juiste denkspoor te zetten; dat vond ik belangrijk. Ook hier weer tekst om in de klaar staande mosterd te dippen en dan te consumeren. Mosterd na de maaltijd hoort thuis in een P.S. of naschrift. Je opmerkingen over ‘vertonen is beter dan vertellen’ zijn achtens- en nastrevenswaardig, maar snijden naar mijn mening hier, waar we moeten dansen op de vierkante meter, weinig hout. Als je na lezing had geconstateerd dat mijn verhaal meer ruimte behoefde, had ik volmondig met je ingestemd. Ook ik ben kritisch geweest naar de leermeester. Dat houdt ook hem scherp en zo bevruchten we elkaar. Van deze les heb ik, ook door zelfonderzoek, veel geleerd. Daarvoor welgemeende dank. Blijf me volgen, fan of niet. Dat je erkent de wijsheid niet in pacht te hebben siert je. Die moet je ook niet willen pachten maar in eigendom zien te verwerven, anders blijf je voor eeuwig afhankelijk van je pachtheer. Dat riekt naar feodale toestanden die we als schrijver niet meer willen. Groet, Dos Wijnhof.

Lid sinds

13 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Hallo Dos, Ik heb natuurlijk niet de intentie gehad een alomvattend en sluitend antwoord op je vraag te geven. Dat zou bijna betekenen dat ik een boek moet schrijven. Je noemt Show, don't tell, en dat is inderdaad een element. Heel specifiek over dat dialooglabel "Zei Janine heel resoluut": als het uit haar woorden blijkt dat ze het "heel resoluut" zegt, hoef je dat niet meer te schrijven. Als het niet blijkt uit haar woorden of uit de setting, is het het beste om terug naar je woorden/setting te gaan en niet viea een inbreuk in het verhaal te regisseren. Zeker omdat je hier eerst veel dialoog geeft en dan pas de regiewoorden gebruikt. Ik ben als lezer alweer vergetenb wat ze zei en moet dan teruglezen. Dat verstoort mijn fictieve droom. Het is interessant dat je zegt dat Show meer woorden vergt dan Tell. Ik geloof dat dat vaak zo is, maar niet per definitie. Soms kan een simpele reactie of lichaamstaal veel "vertellen". Als een jonge Am. soldaat aankomt in Vietnam en aan zijn kauwgomkauwende sergeant vraagt wat die moet doen en die antwoordt: "spleetogen afschieten", dan is dat heel erg show in heel weinig woorden. [NB: ik ben niet racistisch] De truc van Show is m.i. details geven die de lezer in staat stellen zelf de conclusie te trekken wat er speelt. Zonder die details moet ik aannemen wat mij wordt opgelepeld. Daarom vind ik dat boze mannetje dat zijn vuisten balt en rood aanloopt ook geen show, maar tell in beelden. Waarom? Omdat zo'n lichamelijke reactie past bij miljoenen mensen en niets zegt over zijn karakter. Als ik schrijf dat een man zijn vrouw ziet zoenen met een andere man en naar binnen stormt, de baby uit de wieg haalt en die van de trap af smijt, dan beschrijf ik dat die buiten zinnen van kwaadheid was, waaruit veel meer spreekt dan "hij werd buiten zinnen van woende". Ook als ik schrijf: "Hij raakte heel, heel erg buiten zinnen van woede", helpt niet. De reden hiervoor is dat door de actie je niet hoeft te vertrouwen op de instructie van de schrijver maar het vanuit eigen "waarneming" kunt concluderen. Je laat zien waartoe de man in staat is; je instrueert de lezer niet wat hij moet vinden. Het is meteen ook geloofwaardiger. Dat maakt de lezersbeleving sterker en dat maakt dat je als fictieschrijver een betere prestatie hebt verricht. Je zit als schrijver immers in de entertainment business. In kortere teksten is de uitdanging van Show, don't Tell groter. Jij als schrijver moet een plot kiezen die past bij de toegewezen woordlimiet. Als dat niet lukt, lijkt me een andere plot voor de hand liggen en is de oplossing niet dat je naar Tell moet grijpen. Als je Tell-verhaal goed overkomt, kun je vinden dat mijn argumenten niet deugen. Mijn repliek is dan: kun je nagaan wat de impact van je verhaal in SHOW zou zijn!

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
De koraalrode jurk “Die jurk an sich interesséért me niet. Het gaat me om de stóffen: een Ungaro en daaroverheen een blauwe Lace, een laser cut geborduurde tule. Tezamen goed voor vijfhonderd euro per meter. Dat is véél te duur en die stoffen komen pas volgend jaar bij Nanucci Tessuti in de collectie. Ik moet ze nú hebben.” Janine liep rood aan van opwinding. Ze staat nu in de van Baerlestraat voor de winkel van Pauw. Daar hangt hij: dieprood, overtrokken met een ragfijn patroon van saffierblauwe, Italiaanse zijde. Een combinatie die je derde chakra in alle richtingen doet tollen. En per se dát heeft Janine nodig voor haar eindexamen-werkstuk . Onderweg heeft ze haar rol nog eens geoefend. Haar lange zwarte haren heeft ze enkele dagen niet gewassen en hangen piekerig over haar schouders. Haar spijkerbroek ziet er gebleekt en gehavend uit en lijkt in maanden niet gewassen. Van haar vriendin, heeft ze een paar sneakers van Prada geleend en een zwarte tas van struisvogelleer. Haar outfit past bij de act die ze gaat opvoeren. Leonardo, Weer dank voor je uitgebreide reactie. Ik heb in de eerste en derde alinea enkele veranderingen aangebracht. In de eerste heb ik wat mosterd uitgesmeerd over de tekst door er nog enkele accent aigu's te plaatsen, om de uitspraken wat meer pit te geven. Vervolgens laat ik Janine rood aanlopen van opwinding. Dat de dialoog van haar afkomstig is, is duidelijk. In de derde alinea heb ik 'dat ze niet van de straat is' vervangen door de constatering dat haar outfit past bij de act die ze gaat opvoeren. Hiermee vang ik twee vliegen in een klap. Wat volgt is een ingestudeerd stukje toneel. Dat was niet iedereen duidelijk. Ook heb ik 'jeans' vervangen door 'spijkerbroek'. De vraag of 'jeans' meervoud of enkelvoud is wordt daarmee ondervangen. Van Dale zegt dat het onveranderd meervoud is, op andere plaatsen vinden ze de broek meer- en enkelvoudig. De rest van het verhaal blijft onveranderd. Ik blijf binnen de limiet van 350 woorden. Komen de veranderingen een beetje in jouw richting van redeneren?

Lid sinds

13 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Dos #44 Voor de goede orde gaat het me nooit om het verhaal dat ik van commentaar voorzie, maar om het volgende verhaal van deze schrijver. Leuk dat je bent gaan sleutelen, getriggerd door mijn opmerkingen. Gezien je vraag het volgende. De verandering van de eerste alinea vind ik beslist een verbetering, maar ik zou de lichaamstaal van Janine voorop zetten, of na de eerste zin. De reden daarvoor is dat haar opwinding dan de gesproken tekst kleurt. De lezer "leest" de tekst dan met een andere bril. (Overigens is het loopt, denk ik, om je tijd consistent te houden). Pas ook op de aandachtstreepjes niet té veel te gebruiken; dan gaat het effect verloren. (Al die accenten in zo'n kort stukje kunnen snel de emotie over de top jagen). De tweede alinea: die winkel heeft te veel nadruk naar mijn smaak. SUGG: Daar hangt hij: dieprood, overtrokken met een ragfijn patroon van saffierblauwe, Italiaanse zijde in de winkel van Pauw (in de van Baerlestraat is m.i. niet zo relevant - maar ok als je het toevoegt). "Je derde chakra" >> "haar derde chakra" vind ik beter want dat laat het perspectief bij je hp. "Dat" kan zonder streepje, omdat per se de nadruk al geeft. Derde alinea: en lijkt in maanden niet gewassen >> en zit vol vlekken (om 2x gewassen te vermijden). (minoriteit in het licht van deze discussie). Ik kijk uit naar je volgende verhaal :)

Lid sinds

17 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Als mevrouw Pauw hier maar overheen komt....Ik vond dit een vermakelijk stukje. Wat zij doet, moet voor de modeliefhebber als moord voelen.

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
@Dos, een bijzondere insteek en ik heb wel genoten van de beschrijving van de stof van de jurk. Toch raakt het verhaaltje me niet genoeg. De manier waarop het geschreven is doet me een beetje denken aan een verslag zonder in de huid van het hoofdpersonage te kruipen. Zinnen als : Dan zakt Janine als een zoutzak enz. / Dan strompelt ze naar buiten enz. Je doet wel verslag van de gebeurtenissen, maar schrijft weinig over haar gevoelens.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Als mevrouw Pauw hier maar overheen komt....Ik vond dit een vermakelijk stukje. Wat zij doet, moet voor de modeliefhebber als moord voelen.
Het was inderdaad een brute mode-moord die Janine in de kleedcabine pleegde. Maar gelukkig een moord waar nieuw, sprankelend leven uit ontstond, die er toe heeft geleid dat Janine na haar eindexamen een baan aangeboden kreeg door mevrouw Pauw. Zozeer waardeerde deze achteraf haar vakkundigheid, haar lef en haar gedrevenheid. Zie ook #40. Deze aanvullingen zijn pas mosterd na de maaltijd. :) Dank voor je reactie.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Dos, een bijzondere insteek en ik heb wel genoten van de beschrijving van de stof van de jurk. Toch raakt het verhaaltje me niet genoeg. De manier waarop het geschreven is doet me een beetje denken aan een verslag zonder in de huid van het hoofdpersonage te kruipen. Zinnen als : Dan zakt Janine als een zoutzak enz. / Dan strompelt ze naar buiten enz. Je doet wel verslag van de gebeurtenissen, maar schrijft weinig over haar gevoelens.
Alice, je hebt gelijk. De plot die in mijn hoofd zat was te ruim voor de beperkte ruimte. Het lijkt hier en daar op een uittreksel van het werkelijke verhaal. Toch heb ik er veel van geleerd, mede door de kritiek die het verhaal van alle kanten heeft gekregen. Dank voor je reactie.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
De koraalrode jurk (HERZIENE VERSIE) “Die jurk an sich interesséért me niet.” Janine loopt rood aan van opwinding. “Het gaat me om de stoffen: een tomaatrode Ungaro en daaroverheen een saffierblauwe Lace, een laser cut geborduurde tule. Tezamen goed voor vijfhonderd euro per meter. Dat is veel te duur en die stoffen komen pas volgend jaar bij Nanucci Tessuti in de collectie. Ik moet ze nú hebben.” Ze staat nu in de van Baerlestraat voor de winkel van Pauw. Daar hangt hij: dieprood, overtrokken met een ragfijn patroon van saffierblauwe, Italiaanse zijde. Een combinatie die haar derde chakra in alle richtingen doet tollen. En per se dat heeft Janine nodig voor haar eindexamen-werkstuk . Onderweg heeft ze haar rol nog eens geoefend. Haar lange zwarte haren heeft ze enkele dagen niet gewassen en hangen piekerig over haar schouders. Haar spijkerbroek ziet er gebleekt en gehavend uit en is niet zonder vlekken. Van haar vriendin, heeft ze een paar sneakers van Prada geleend en een zwarte tas van struisvogelleer. Haar outfit past bij de act die ze nu gaat opvoeren. Ze vraagt de bloedkoraal-rode jurk uit de etalage te mogen passen, maat 34. In de kleedcabine trekt ze de jurk over haar kleren aan, zet de schaar in het midden en scheidt het boven- van het onderstuk, dat ze op de grond laat vallen en achteloos naar buiten schopt. Ontzet slaakt mevrouw Pauw een kreet en trekt het gordijn opzij. Ze ziet hoe Janine verwilderd de schaar ook in het bovendeel zet. Ze wordt opzij geduwd en Janine loopt zwalkend naar de kassa. Het onderstuk schopt ze voor zich uit. Mevrouw Pauw loopt achter haar aan pakt haar bij haar schouders. Dan zakt Janine als een zoutzak in elkaar en blijft bewusteloos liggen. Als ze na enige tijd weer bijkomt begint ze verward te praten en met de schaar om zich heen te zwaaien. Uit haar spijkerbroek diept ze een aantal bankbiljetten op en smijt die op de balie. Dan strompelt ze naar buiten, het onderstuk niet vergetend. Een week later loopt Janine modeshow met haar eindwerkstuk. Een bikini van de fijnste Italiaanse stoffen.

Lid sinds

12 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@Dos #44 Voor de goede orde gaat het me nooit om het verhaal dat ik van commentaar voorzie, maar om het volgende verhaal van deze schrijver. Leuk dat je bent gaan sleutelen, getriggerd door mijn opmerkingen. Gezien je vraag het volgende. De verandering van de eerste alinea vind ik beslist een verbetering, maar ik zou de lichaamstaal van Janine voorop zetten, of na de eerste zin. De reden daarvoor is dat haar opwinding dan de gesproken tekst kleurt. De lezer "leest" de tekst dan met een andere bril. (Overigens is het loopt, denk ik, om je tijd consistent te houden). Pas ook op de aandachtstreepjes niet té veel te gebruiken; dan gaat het effect verloren. (Al die accenten in zo'n kort stukje kunnen snel de emotie over de top jagen). De tweede alinea: die winkel heeft te veel nadruk naar mijn smaak. SUGG: Daar hangt hij: dieprood, overtrokken met een ragfijn patroon van saffierblauwe, Italiaanse zijde in de winkel van Pauw (in de van Baerlestraat is m.i. niet zo relevant - maar ok als je het toevoegt). "Je derde chakra" >> "haar derde chakra" vind ik beter want dat laat het perspectief bij je hp. "Dat" kan zonder streepje, omdat per se de nadruk al geeft. Derde alinea: en lijkt in maanden niet gewassen >> en zit vol vlekken (om 2x gewassen te vermijden). (minoriteit in het licht van deze discussie). Ik kijk uit naar je volgende verhaal :)
Leonardo, Ik heb nog wat suggesties van je overgenomen, die ik inderdaad kleine verbeteringen vind. De 'van Baerlestraat' heb ik laten staan omdat daar in Amsterdam de top van de modewinkels te vinden is. Dank voor de aandacht die je aan mijn stukje hebt besteed. Ik heb ervan geleerd. Ook omdat het me flink onder de neus werd gewreven.

Lid sinds

10 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Maar heerlijk dat jouw stukje mij diep laat nadenken waarom ik met een ontevreden gevoel blijf zitten.
Marietje, ik hoop dat ik je ontevreden gevoel na het lezen van mijn ingezonden verhaal, iets positiever heb kunnen stemmen. Groet, Dos.
Mijn ontevreden gevoel is niet ontstaan door jouw ingezonden verhaal maar door het niet kunnen verklaren door mezelf, waarom ik jouw verhaal niet goed kon plaatsen als lezer. Bedankt voor jouw aanvullingen. Ik ben zeer tevreden! ;)