Wat moet ik met deze zin?
Ik heb een zin,
in mijn hoofd
daar klinkt hij lollig,
als ik hem uitspreek -ik bedoel, als ik de volledige anekdote vertel, en daarin die zin gebruik- klinkt hij goed.
Nu heb ik hem opgeschreven, en er klopt iets niet aan.
/enige vorm van nesteldrang was haar geheel vreemd gebleven/
Voor een betere interpretatie zal ik wat nadere uitleg geven...
Bij een huisbezoek aan het begin van de bevalling aan mevrouw X treffen de verloskundige en haar stagiare een grote chaos aan.
Over het algemeen hebben bijna barende dames een onstuitbare vorm van schoonmaken en opruimen, ook wel 'nesteldrang' genoemd.
SOms lijken de stapeltjes wasgoed in de kast wel met een lineaal erlangs erlangs opgeruimd te zijn,
geen stofje meer te bekennen op vloer of trap.
TOT
deze vrouw in kwestie, met een waar huishouden van Jan Steen, katteharen, poststapels, kattebakgeur, aangekoekte pannen, dorre plantjes in de vensterbank, volle wasmanden, en stapels ongesoorteerde was op het bed.
Enfin, zonder het verhaal heel saai te maken, en een opsomming als boven staande erin te verwerken, was eigenlijk het enige wat ik erover wilde schrijven:
Enige vorm van nesteldrang was haar geheel vreemd gebleven.
De lezer kan zelf een beeld vormen over de gevolgen van de niet aanwezige nesteldrang.
Een andere korte zin is: De kat kreeg een zetje en we schoven daarna de berg wasgoed een beetje naar de linker kant van het bed.
Maar, het leest zo krom
is het bijvoorbeeld 'gebleken' ipv 'gebleven'?
klopt de zin niet grammaticaal?
Twee keer ontbreken na
Lid sinds
17 jaar 9 maandenRol
Ik dacht dat het repeteren
Lid sinds
15 jaar 11 maandenRol
Vind het een goede
Lid sinds
16 jaar 1 maandRol
Oh, sorry. Ik had de
Lid sinds
16 jaar 1 maandRol
Majanne schreef:Ik dacht dat
Lid sinds
17 jaar 9 maandenRol
Dan maar opzoek naar de
Lid sinds
15 jaar 11 maandenRol