Gi

Lid sinds

9 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#586 Gedachtenis

26 november 2025 - 15:13

‘Je noemt jezelf toch een schrijver, broertje?  Wil je me helpen?’
‘Wat kan ik mijn grote zus weigeren? ’
‘Er wordt een herdenking georganiseerd voor onze jonge voorzitter die tien jaar geleden plots overleed.  Ze vragen om bijdragen in te sturen, die mogelijk voorgelezen worden of geëxposeerd bij de fototentoonstelling.’
‘Bedoel je de voorzitter van de vakbond waar jij lid van bent?  Daar was toen veel om te doen. Is er een thema  of vorm waarin de tekst moet geschreven worden: een gedicht, een ode, een slogan?'
‘Ja, die bedoel ik. Zijn naam was Bart Henkaerts. Het thema is rechtvaardigheid, zeg maar goed tegenover kwaad of zo. Men vraagt de tekst niet te lang te maken. De dichtvorm is aangeraden, maar niet zo een gedicht waar je je aan allerlei regeltjes moet houden, de verzen mogen, maar hoeven niet te rijmen.’

‘Komt voor mekaar.’ 
Mijn oudere zus is al jaren lid van dat syndicaat. Ik heb het niet zo voor die instellingen. Het stakingsrecht? Ok, in tijden van de ontvoogding van de arbeiders. Tegenwoordig verdienen die lui goed hun brood en onlangs hoorde ik dat een directielid zich aansloot bij  een vakbond omdat die beter zijn rechten zou verdedigen bij eventueel ontslag.

‘Heb je al wat klaar?’
‘Wat denk je hiervan?:
Goed, het spit delft niet steeds onder
Slecht, het is alweer gedonder
Slecht, het blijft en blijft maar doorgaan
Goed, het is alweer gedaan.’


Mmm, dat is wel een heel korte tekst, ik verwacht wel iets beter van je. Wijlen Bart was een voorzitter die jong en oud kon bezielen. Hij nam geen blad voor de mond waar het ging over de strijd tegen het onrecht in de maatschappij. Telkens weer benadrukte hij het goede in de werkende mens en het kwade in zijn meerderen die hem uitbuiten. De grens tussen goed en kwaad is dun. Er zijn uiteraard goede bazen die door een vuur lopen voor hun precieuze medewerkers en er zijn tussen die medewerkers ook profiteurs voor wie het nooit genoeg is. Wil je een nieuwe poging ondernemen in die zin?’

‘Halo, zus, luister, ik heb mijn uiterste best gedaan. Kan dit je bekoren?:


Groot gelijk

Wie recht spreekt
Moet recht in zijn schoenen staan
Mag hij die onrecht aandoet
Ook onrecht worden aangedaan?

Drie kardinale deugden
Zijn wijsheid, moed en matigheid
De minst beoefende, de vierde
Staat bekend als rechtvaardigheid

Wijzen ontbreekt het vaak aan moed
Dat wordt door matigheid gecompenseerd
Matig, vooral als het om rechten gaat
Zo wordt het onrecht snel getolereerd

Ooit werden arbeiders misleid
Hun uitbuiting was nooit ver weg
Dan stonden moedige mannen op
En kregen zij voortaan een zeg

Maar telkens weer wordt goed of kwaad
Door nieuwe regeltjes bepaald
Dus rijst weerom de vraag
Wie heeft gelijk, wie heeft gefaald?’

‘Niet kwaad, broertje, goed hoor! Er zit warempel een schrijver in je verscholen. Ik zend de tekst in, maar eerlijk is eerlijk, ik zet er jouw naam onder. Wedden dat hij geëxposeerd wordt?’

Lid sinds

3 weken 6 dagen

Rol

  • Gewone gebruiker
28 november 2025 - 9:21

Ik vond dit een verrassend warm verhaal. De dialogen tussen broer en zus voelen echt, met dat lichte gekibbel en tegelijk veel genegenheid. Het gedicht zelf is scherp, speels filosofisch en past mooi bij het thema rechtvaardigheid. Dit leest als iemand die schrijft uit het hart, niet uit theorie.

Lid sinds

7 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
28 november 2025 - 20:59

 

Bijzondere en mooie invulling van de opdracht Gi. Goed en kwaad in de maatschappij, onrecht, teruggebracht naar een eerbetoon aan een strijdbare, te jong overleden vakbondsvoorzitter. Je gedicht stond voor mij hierin centraal. Zet me aan het denken, goed om rustig een paar keer door te lezen, treffend. Heel graag gelezen. 

 

Lid sinds

10 maanden 4 weken

Rol

  • Gewone gebruiker
29 november 2025 - 8:25

Mooie uitwerking van de opdracht Gi. Creatieve oplossing om in het verhaal een gedicht over goed en kwaad centraal te zetten.

 

Lid sinds

14 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
30 november 2025 - 19:22

Hallo Gi,
Ik zou na ‘Bedoel je de voorzitter van de vakbond waar je lid van bent.’ Direct de broer laten antwoorden met: Ja, die bedoel ik. En dan weer de zus de vraag laten stellen over het thema, en kort daarop weer het thema is rechtvaardigheid etc. Dat laat de dialoog wat soepeler en natuurlijker lopen op die plek. Het tweede gedicht is geheel passend bij het thema en zou ook op zichzelf staand niet mistaan. Een orginele inslag door het verhaal in de vorm van een voorbereiding van een vakbondherdenking te gieten.