Schrijfopdracht #541 - 10 werkwoorden Titel: De keuze

De tien woorden: rennen, opgroeien, spelen, praten, ontwikkelen, schrijven, dansen, tennissen, reflecteren, komen.

Andrea keek uit over het grasveld. Ze was hier vanmorgen in alle vroegte naartoe gekomen. Ze had Nienke aangekleed en gezegd: 'Vandaag gaan we naar het Park. Daar kun jij lekker spelen en rond rennen terwijl mamma een beetje schrijft en wat kan rusten¨. "O, ja, mamma, ja. Komen Jitske en Frida dan ook mee?¨ Nienke sprong op en neer en sloeg daarna haar armen om Andrea´s benen. Ze draaide haar hoofd naar boven en ontblootte het zwarte gat in haar bovengebit. Andrea voelde haar buik samentrekken. Ze probeerde een glimlach te forceren terwijl ze haar hand door Nienkes haar streek. Het beeld van Johan die de deur uit beende zonder nog een keer om te kijken, kwam terug op haar netvlies. ¨Ik heb het gevoel dat ik stil sta Johan. Ik wil me verder ontwikkelen, mijn studie oppakken¨. ¨En hoe zie je dat voor je? Er moet toch iemand voor de kinderen zorgen?¨. Bij die woorden was alles in Andrea in verzet gekomen. Waarom zou zij nu opeens verantoordelijk moeten zijn voor de kinderen? Johan kon toch onmogelijk van haar verwachten dat zij de fulltime moederrol op zich zou gaan nemen als ze samen gingen wonen. ¨"Nee liefje, vandaag niet, wij gaan gezellig met z´n tweetjes¨.

¨Maamaah!´' Nienke hing aan een klimrek, haar twee vlechten bungelden in het zand eronder. Abrupt zwaaide ze haar beentjes terug en viel in het zand. Het volgende moment stond ze hijgend voor Andrea. ¨Wat ben je aan het schrijven mama?¨. "Een brief aan Johan¨. ¨Schrijf je Jitske en Frida dan dat ze morgen ook mee moeten komen naar het Park?¨ ¨Dat weet ik nog niet liefje. Ik denk dat we Jitske, Frida en Johan een tijdje niet zullen zien.¨