#535 - Geschenken voor niemand, geschonken door iemand
De stad draagt haar lichtjes als verbleekte sieraden. Etalages blinken met spullen die bewondering eisen, geen eigenaar. Het is Sinterklaasweek, de kou in mijn jas en in mijn hoofd geeft niets om het feest. De tas in mijn hand weegt zwaar.
Bij een verlaten bushokje vind ik mijn eerste adres. Een spiegel, gebarsten en dof, komt uit mijn tas. Ik zet hem tegen de muur, precies waar een bedelaar meestal zit. Iemand kijkt op vanuit de schaduw. 'Waarom dat?' vraagt hij met een schorre stem.
'Een spiegel liegt niet,' zeg ik. Mijn witte baard prikt.
Hij snoeft en draait zich om.
Verderop bij de tramhalte staat een vrouw, strak in korte jas en hoge laarzen. Haar handen glijden trillend langs een sigaret. De rook verdwijnt in de donkere lucht. Ik haal een halve fles whisky uit de tas en zet hem op het bankje naast haar. Ze kijkt me scheef aan. 'Serieus?'
'Fijne Sinterklaas,' zeg ik, zonder glimlach.
Ze pakt de fles, ruikt eraan. 'Je denkt dat dit helpt?' Haar stem druipt van sarcasme.
'Dat weet ik niet,' zeg ik. 'Het is iets.'
Ze neemt een slok, haar ogen op mij gericht, wantrouwend. 'Wat wil je?' Ze tuurt naar mijn kruis.
'Niets,' zeg ik. 'Niet alles heeft een prijs.'
Ze snoeft, drinkt nog een slok. Ze kon Kate Moss zijn, denk ik, in een ander universum. 'Dank je,' mompelt ze uiteindelijk.
Bij het kanaal vind ik een man, slapend op karton. Zijn hond waakt stil, mager en alert. Ik haal een wollen trui tevoorschijn en leg die over de man. De hond kijkt me aan, zijn staart een aarzelende beweging. Ik hurk. 'Goed zo,' fluister ik. De staart kwispelt weer, kort.
Op het plein, onder het neon en de kerstkransen, staat een jongen. Zijn ogen flakkeren, zoekend naar iets wat niet te vinden is. Ik haal een handvol chocolademunten uit de tas en steek ze in zijn hand. Hij blijft kijken, alsof hij niet weet wat te doen.
'Trakteer iemand,' zeg ik.
'Wie?' vraagt hij.
Ik zwijg. Hij draait de munten tussen zijn vingers, kijkt om zich heen. 'Misschien mezelf,' zegt hij zacht.
Ik loop weg, de lege tas bungelend aan mijn hand en mijn mijter in de andere. Dit is geen grootmoedigheid. Geen barmhartigheid. Het is jezelf klein maken, onzichtbaar, in de hoop dat het universum je eindelijk met rust laat. Geven is niet edel, het is een overgave. Een erkenning dat je niets meer hebt om vast te houden. We zijn allemaal losers, dansend rond ons eigen wrak, en elke gift is niets anders dan een schreeuw om betekenis in de leegte.
Ik tast mijn kruis. Zou Sonja nog wakker zijn?
Hoi Tony, Vanaf de melding…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Hoi Tony,
Vanaf de melding dat de witte baard prikt, had ik zo´n vermoeden dat het hier om een sinterklaas ging. De manier waarop naar hem gekeken en op hem gereageerd werd, deed me af en toe twijfelen. Tegelijkertijd was ik ook best zeker dat het een Sint moest zijn, maar dan met iets andere motieven dan normaal. Dat kwam door de mooie, bijna poëtische schrijfstijl die op een ongewone manier toch bij het sinterklaasfeest past.
Uiteindelijk vond ik de overwegingen en gedachtegangen van deze Sint ook precies kloppen met de schrijfstijl. Ik lees het als bitterzoet en weldoordacht, maar er zou ruimte voor andere interpretatie kunnen zijn. Kortom: een heel mooie en veelzijdige tekst.
Goed gedaan!
Groet,
Nadine
Zelfs als je over deze…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Zelfs als je over deze goeddoener schrijft, blijf je je bekende stijl getrouw. Hoedje of beter mijter af!
Wat heb je toch een geweldig…
Lid sinds
8 maanden 1 weekRol
Wat heb je toch een geweldig herkenbare stijl! Heel graag gelezen.
Wie krijgt nu de zak? Nog…
Lid sinds
1 jaar 4 maandenRol
Wie krijgt nu de zak?
Nog een broertje dood met rode kleren?
Neven en gemen?