#534 Hij komt, hij komt…
Het jaar negentiennegenvijftig liep op zijn eind. Dik ingepakt op een boogbrug in de oude binnenstad stonden ze ongeduldig op de intocht van Sinterklaas te wachten. Een blaasorkest speelde Wie komt er alle jaren.
‘Komt hij met de stoomboot?', vroeg Inge vol verwachting aan haar vader.
‘De pakjesboot kan hier niet komen.’
‘Kijk!’, riep Ellen, terwijl ze naar een sloep wees die langzaam dichterbij kwam. Maar dit waren geen in kleurrijke kleding uitgedoste pieten. Matrozen met hagelwitte petten trokken aan de riemen. De muziek begon nu Zie ginds komt de stoomboot te spelen. Het lied werd uit volle borst meegezongen. Maar de goedheiligman was nergens te bekennen. De roeispanen gleden in het ritme van het lied gelijkmatig door het grauwe grachtenwater.
Inge wees naar een figuur achterin het vaartuig. Daar zat hij in vol ornaat met zijn rode mijter bovenop zijn spierwitte haar. De Hoofdpiet stond in zijn blauwzwarte pak achter de Sint. Zijn blauwe baret met witte veer schitterde in de najaarszon.
Inge en Ellen leunden over de rand om beter te kunnen zien hoe Sint-Nicolaas en Pieterbaas al zwaaiend onder hen verdwenen.
‘We gaan nu toch nog niet naar huis?’ zei Ellen op een pruilerige toon.
‘Wij gaan eerst nog ergens anders heen.’
Papa huppelde op Sinterklaas kapoentje … met beide dochters een smal straatje in. Voor de kunsthandel, waar vader werkte, bleven ze staan. In de etalage lagen en zweefden ingepakte sinterklaascadeautjes aan gekleurd vissersgaren. De winkeldeur werd opgedaan en een mevrouw nodigde hen uit om binnen te komen.
‘Welkom meneer Hof. Ik zie dat u beide dochters hebt meegenomen.’
‘Dit zijn Inge en Ellen. We hebben net Sint en Piet binnengehaald.’
‘Lusten jullie een kop chocola met een lekker stuk speculaas?’
De beide meisjes knikten en klommen op de stoelen die bij een tafel stonden. Ze lieten zich de geurige traktatie goed smaken.
De voordeur ging open en een hand strooide lekkers in de één of andere hoek. De meiden gleden van hun stoel, vielen op hun knieën en zochten naar het snoepgoed. Ze hadden niet in de gaten dat een man met witte baard en een staf de winkel binnen schreed en de grote fauteuil opzocht. Hij kuchte zachtjes en zei op vriendelijke toon: ‘Kunnen jullie net zo goed zingen als grabbelen?’
Verschrikt stonden ze op en keken met opengesperde ogen Sint aan.
Spontaan zongen ze De zak van Sinterklaas.
Na het zingen van hij is voor groot en klein voorzien van taai en marsepein mochten ze stoppen.
‘Piet, nu ze zo fraai hebben gezongen, hebben ze wel iets verdiend. Kun jij wat moois tevoorschijn toveren.’
‘Jazeker Sint.’
Hij voelde in de jute zak vol cadeaus. Onder in vond hij twee kleine presentjes.
Voor beide meisjes had hij een beeldje van een paard waar sint op zat met daarachter zwarte piet en een zak vol cadeaus gemaakt van roze suikergoed.
Het water liep bij Inge en Ellen in de mond bij het zien van dit kunstige snoepwerk.
Hallo Job, Je hebt een…
Lid sinds
13 jaar 10 maandenRol
Hallo Job,
Je hebt een goede sinterklaassfeer neergezet door de verwijzing naar de liedjes, die voor iedereen die ermee bekend is, als vanzelf de sinterklaasstemming oproept. Ik struikel een beetje over het vermelden van de datum. Is het noodzakelijk voor het verhaal deze te benoemen, zou wellicht alleen het jaartal al genoeg zijn? Want dat het in november is spreekt voor zich. Op een paar plaatsen ben je een vraagteken vergeten. (‘Komt hij met de stoomboot? En bij de zin over lusten jullie speculaas)
Mooie omschrijving van de matrozen. Die hele alinea is heel sterk, beeldend. Daar beschrijf je ook dat het een gracht betreft waardoor de eerdere benoeming van dat gegeven weg gelaten kan worden. Je zou meer kunnen vertrouwen op het volgende principe: het ‘camerawerk’ van de lezer wordt al gestuurd tijdens de beschrijvingen, waarbij het vaak al duidelijk is wie er aan het woord is, doordat je met je beschrijving de camera al op een persoon gericht hebt. DIt kan je doen bijvoorbeeld door de handeling van de meisjes die over de railing leunen. Dan is het sowieso al duidelijk dat een van de meisjes de vraag stelt. Doordat Inge het eerder ook al vroeg of Sint met de stoomboot kwam, zal de lezer geneigd zijn ook om die tweede vraag door haar te laten stellen in zijn hoofd. Ik zou bij de beschrijving van de zwevende pakjes iets zeggen als: zweefden aan haast onzichtbaar visdraad pakjes. Tegen het einde zou ik iets schrijven als: Onder in de zak vond hij twee beeldjes van suikergoed. Dan is het meteen duidelijk dat het snoep betreft en geen porcelein. De handen kunnen weggelaten worden.
Mooi sfeerbeeld, vooral de…
Lid sinds
5 maanden 1 weekRol
Mooi sfeerbeeld, vooral de eerste alinea voor mij. Daar ga ik het meest mee in de beleving van de kinderen, wat later wordt de toon meer beschrijvend. Daarin ga ik mee met de uitgebreide reactie van Emmy, waarbij je door e.e.a. net anders neer te zetten, de sfeer vasthoudt en je als lezer het gezelschap toch blijft volgen.
Emmy, bedankt voor het lezen…
Lid sinds
5 maanden 2 wekenRol
Emmy, bedankt voor het lezen en je uitgebreide reactie. De vraagtekens gemist na het overzetten van de platte tekst naar het forum. De tekst aangepast naar aanleiding van jouw suggesties.
Hallo Anneke, bedankt voor het lezen en je reactie. Ik heb persoonlijk geen enkele herinnering aan sinterklaas behalve het zetten van mijn schoen. Ik hoop dat de tekst beter is door de aanpassingen die ik gedaan heb.
Hallo Job, Je zou wellicht…
Lid sinds
13 jaar 10 maandenRol
Hallo Job,
Je zou wellicht nog iets kunnen spelen met de volgorde van de zinnen. Beginnen met iets als: ‘Komt hij met de stoomboot?’ Inge keek haar vader verwachtingsvol aan.
‘De pakjesboot kan hier niet komen.’
Dik ingepakt stonden ze op de kade. Haar zusje wees in de verte, waar een sloep langzaam dichterbij kwam.
Ook zou je bijvoorbeeld het aangeven van het jaar iets levendiger kunnen maken door iets als:
Het jaar negentiennegenvijftig liep op zijn eind.
Het gedeelte met de matrozen in hun witte pakken is zo pakkend, omdat je alle zintuigen erbij betrekt. Er klinkt muziek, er is veel te zien, zoals die roeispanen die op het ritme door het grachtwater glijden. (Is het meervoud: grachtenwater correct? Ik ben er niet zeker van). Daar neem je me als lezer mee, met al mijn zintuigen en wek je je verhaal tot leven.
‘Gaan wij weer naar huis?’ zei Ellen met een teleurgestelde stem. <—- hier zou je ook kunnen schrijven: ‘Gaan wij weer naar huis?’ Ellen klonk teleurgesteld. Dit scheelt tekstuele ruimte die je dan over hebt voor andere dingen en voor de lezer is haar gevoel tóch helemaal duidelijk. Je zou zelfs het teleurgestelde al in de tekst kunnen verwerken door iets als: ‘We gaan toch niet nu al naar huis?’ Dan hoeft er niet eens een beschrijving van de emotie bij. Is het al meteen duidelijk dat ze teleurgesteld zal zijn als ze toch al naar huis zouden gaan.
Emmy bedankt. Ik heb met de…
Lid sinds
5 maanden 2 wekenRol
Emmy bedankt. Ik heb met de tekst gespeeld en heb hem opnieuw geplaatst.
Hoi Job, de liedjes geven…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Job, de liedjes geven het verhaal wel een Sinterklaasgevoel, maar je trekt me niet echt in het verhaal. De voorgaande lezers hebben al het nodige aangegeven. Het einde is voor mij een anticlimax. Ik had de meisjes iets leukers gegund dan een suikerbeeldje.
Je zegt dat je zelf geen herinnering hebt aan Sinterklaas, maar wel met het zetten van je schoen. Je had die beleving kunnen gebruiken in dit verhaal met de meisjes.
Dik ingepakt op een boogbrug in de oude binnenstad stonden ze nieuwsgierig op de intocht van Sinterklaas te wachten. ---> Ik zou eerder ongeduldig of gespannen verwachten in plaats van nieuwsgierig.
Een blaasorkest speelde ‘Wie komt er alle jaren.’ ---> dit hoeft niet tussen ah-tekens. Het is muziek, niet iets wat gezegd wordt. Mooier leest het als je tekst cursief schrijft. Je gebruikt nu ook dezelfde ah-tekens als bij een gesproken tekst.
Een blaasorkest speelde Wie komt er alle jaren.
In de etalage lagen en zweefden, aan gekleurd vissersgaren, ingepakte sinterklaascadeautjes. ---> mooier vind ik: In de etalage lagen en zweefden ingepakte sinterklaascadeautjes aan gekleurd vissersgaren.
waar sint op zat ---> Sint moet met een hoofdletter.
Het water liep bij Inge en Ellen uit de mond ---> de uitdrukking is volgens mij: het water loopt in de mond.
Hallo Fief, ik heb…
Lid sinds
5 maanden 2 wekenRol
Hallo Fief, bedankt voor het lezen en je opmerkingen. Ik heb getwijfeld tussen nieuwsgierig en ongeduldig. Ik zal dit aanpassen. De liedteksten zal ik in cursief zetten. In de etalage lagen en zweefden ingepakte sinterklaascadeautjes aan gekleurd vissersgaren dit neem ik over. Zelf nogal gepuzzeld met deze zin. waar sint op zat ---> Sint moet met een hoofdletter volgens mij mag het met een kleine letter omdat het niet om de echte Sint gaat, want dan had zwarte piet in de zelfde zin ook met hoofdletters gemoeten. Opgezocht bij Taaluilen. De uitdrukking pas ik even aan. Heb ook de suggestie van Emmy toegevoegd voor de tijdsaanduiding.
Dit is een herinnering van mijn vrouw en die respecteer ik uiteraard. Zij kreeg destijds suikergoed als presentje.
Hoi Job, je hebt gelijk dat…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Job, je hebt gelijk dat het ook met een kleine letter geschreven wordt, maar dan gaat het niet over een eigennaam. Zwarte Piet moet daarom in deze zin ook nog met een hoofdletter.
Ik heb nog een keer de volgende sites geraadpleegd:
https://taaladvies.net/sinterklaas-hoofdletter/
https://onzetaal.nl/taalloket/sinterklaas-sinterklaas
https://onzetaal.nl/taalloket/zwarte-piet-zwarte-piet-zwartepiet
In de zin "Voor beide meisjes had hij een beeldje van een paard waar sint op zat met daarachter zwarte piet" Dat zijn allebei eigennamen. ---> in deze zin gaat het niet over een sint en een zwarte piet, maar over Sint die op een paard zit met daarachter Zwarte Piet.
Ook op de site van Taaluilen wordt het op die manier uitgelegd. Als je in de zin "een sint" en "een zwarte piet" schrijft, klopt het wel.
Hallo Fief, ik interpreteer…
Lid sinds
5 maanden 2 wekenRol
Hallo Fief, ik interpreteer dit anders: Wanneer het niet om de echte Sinterklaas en Zwarte Piet gaat, maar om de rol die zij spelen, schrijf je ze met kleine letter. In plaats van eigennamen zijn het dan soortnamen geworden. Voor mij zijn sint en zwarte piet soortnamen in mijn zin van de beschrijving van het suikergoed.
dag Job Ik vind dat je een…
Lid sinds
6 jaarRol
dag Job
Ik vind dat je een fijn verhaal neerzet. Hier en daar zou je nog een zinnetje kunnen schrappen, zoals deze herhalende zin: ‘We gaan nu toch nog niet naar huis?’ zei Ellen op een pruilerige toon.
‘Wij gaan eerst nog ergens anders heen.’
Maar ik vind het vlot geschreven. Ondanks de opmerking van sommige medelezers dat het einde een soort anti-climax zou vormen, vind ik dit persoonlijk niet zo. De meisjes werden immers verrast door de Sint die plots voor hun neus stond en ik kan me inbeelden dat ze dan blij zijn met een zogenaamd 'persoonlijk' cadeautje.
Vlot geschreven, graag gelezen.
Johanna
Hallo Johanna, bedankt voor…
Lid sinds
5 maanden 2 wekenRol
Hallo Johanna, bedankt voor je positieve feedback. Dit verhaal gaat in mijn digitale verhalenkoffer en ik zal nog een kijken waar ik kan schrappen. Jouw suggestie neem ik in ieder geval over.