Lid sinds

2 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#521 23 april 1998 (met herschrijf)

28 augustus 2024 - 14:35

 

Herschrijf (ten behoeve van de nuchtere Nederlanders)

De Gaumestreek in het diepe Zuiden van België heeft een microklimaat, waardoor het lijkt of het er eind april al volop zomer is. Op weg naar de idyllische plek in het naburige bos, waar hun sportkamp plaats vindt, doorkruisen Veerle en Paul het stadje Neufchâteau.

In de buurt van het gerechtsgebouw stopt Paul zijn VW-kever voor het rode licht. Rechts op de stoep komt een man aangerend en snelt over het zebrapad de andere kant op.
“Die heeft haast”, mompelt Paul. Veerle bekijkt de man en wordt lijkbleek.
“Zie je spoken, Veerle?”
“Maar, Paul, die kerel, dat…”
Ze trilt over heel haar lichaam.
“Rustig, wat heb je?”
“Bel de politie…die man…!”
“Wat is er? Ken je hem? Het is toch de duivel niet?”
“Erger nog! Het is Marc Dutroux. Ik herken hem.”
“Dat kan niet, meisje, dat individu is gevat en zit achter de tralies.”
“Ik weet zeker dat hij het is. Die tronie, dat silhouet. Het is die Dutroux.”

Het licht slaat op groen. Veerle is zo overstuur dat Paul de kever aan de straatkant parkeert om haar te kalmeren. In volle vaart komt een politiewagen aangereden en plots lopen gewapende agenten kriskras over de straat.
“Zie je wel, daar is iets heel erg fout”, krijst Veerle.
Paul stapt uit de wagen en wil een politieman tegenhouden om te vragen wat er gaande is, maar de agent loopt ijlings aan hem voorbij.
In de auto staat de radio op en hoort Veerle dat de muziek wordt onderbroken voor een nieuwsflash.
“Zoëven is uit het gerechtsgebouw van Neufchâteau tijdens een routinebezoek de misdadiger Marc Dutroux ontsnapt . De man is gevaarlijk. Wie hem opmerkt  wordt dringend verzocht de politie te waarschuwen.”
Als Paul terug in de wagen stapt, ziet hij hoe Veerle nog steeds beeft en naar adem snakt.
“Hij was het, Dutroux, ze meldden het net op de radio. Oh, ik ben zo bang. Wat gaat dat monster nog allemaal uitspoken? Ik durf niet naar het sportkamp gaan. Misschien loopt hij daar wel rond in het woud? Keer alstublieft weer naar het hotel.”

Opgelucht horen Veerle en Paul een viertal uur later het verlossende bericht dat boswachter Stéphane Michaux  Dutroux ontdekte in de nabijgelegen bossen van Herbeumont. De opgetrommelde rijkswacht kon hem na een klopjacht weer inrekenen. Morgen terug naar het sportkamp. 

Eerste versie

 “Waar is die balletstage precies?”
“In Neufchâteau.”
“Ik weet dat het in de Ardennen ligt, meer niet.”
“Men noemt het de poort van de Gaumestreek, dat is het diepste Zuiden van België, met een microklimaat. Eind april lijkt het soms dat het er al volop zomer is.”
“Mag ik die brochure zien? Niet voor ballet, maar misschien is er iets dat ik kan volgen. Ja, kijk, hier een yogastage. Ik schrijf me meteen in.”

Op weg naar de idyllische plek in het naburige bos, waar de stages doorgaan doorkruisen Veerle en Paul de stad. In de buurt van het gerechtsgebouw stopt Paul zijn VW-kever voor het rode licht. Rechts op de stoep komt een man aangerend en snelt over het zebrapad de andere kant op.
“Die heeft haast”, mompelt Paul. Veerle bekijkt de man en wordt lijkbleek.
“Maar, Paul, die kerel, dat…”
Ze trilt over heel haar lichaam.
“Rustig, wat heb je?”
“Bel de politie…die man…!”
“Wat is er met hem? Het was toch geen spook?”
“Erger nog! Het is Marc Dutroux. Ik herken hem.”
“Dat kan niet, meisje, dat individu is gevat en zit achter de tralies.”
“Ik weet zeker dat hij het is. Die tronie, dat silhouet. Het is die Dutroux.”

Veerle is helemaal overstuur. Het licht slaat op groen en Paul parkeert de kever aan de straatkant. In volle vaart komt een politiewagen aangereden en plots lopen agenten kriskras over de straat.
“Zie je wel, daar is iets heel erg fout”, krijst Veerle.
Paul stapt uit de wagen en wil een politieman tegenhouden om te vragen wat er gaande is, maar de agent loopt ijlings aan hem voorbij.
In de auto hoort Veerle op de radio dat de muziek wordt onderbroken voor een nieuwsflash.
“Zoëven is uit het gerechtsgebouw van Neufchâteau tijdens een routinebezoek de misdadiger Marc Dutroux ontsnapt . De man is gevaarlijk. Wie hem opmerkt  wordt dringend verzocht de politie te waarschuwen.”
Als Paul terug in de wagen stapt, ziet hij hoe Veerle nog steeds trilt en zwaar ademt.
“Hij was het, Dutroux, ze meldden het net op de radio. Oh, ik ben zo bang. Wat gaat dat monster nog allemaal uitspoken? Ik durf niet naar de stageplaats gaan. Misschien loopt hij daar wel rond in het woud? Rij alstublieft terug naar het hotel.”
Een viertal uur later komt het verlossende bericht dat boswachter Stéphane Michaux  Dutroux ontdekte in de nabijgelegen bossen van Herbeumont.

Lid sinds

4 maanden 2 weken

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
28 augustus 2024 - 15:25

Je verhaal met plezier gelezen. Je hebt een mooie invalshoek gekozen.

"Het was toch geen spook?” deze zin zou ik persoonlijk in de tegenwoordige tijd zetten.

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
28 augustus 2024 - 21:07

Mooi geschreven Schmetterling! Je zou nog kunnen overwegen om het stukje aan het begin in de auto te laten plaatsvinden, zodat de Bühnewissel niet nodig is in het verhaal. (Dan zou het gesprek niet over de brochure gaan, maar bijvoorbeeld over het feit dat het prettig meerijden is, scheelt toch in de kosten, was jouw stage ook zo duur? Of iets als: Had jij al ooit van Neufchâteau gehoord? Dat brengt qua locatie rust in het verhaal waar verder al veel beweging is door de hectiek op straat. Het was lang geleden dat ik aan de zaak Dutroux had gedacht. Wat een verschrikkelijke gebeurtenissen waren dat. 

Lid sinds

2 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 augustus 2024 - 10:39

@Job en Emmy, dank voor de reacties. Jullie suggesties overhalen mij niet om de tekst te wijzigen.
@Anneke T., dankjewel, zo was het bedoeld, van de idyllische plek naar de horror. 

Lid sinds

4 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 augustus 2024 - 14:08

Hoi Schmetterling,

Goede spanning, met een goed gebruik van het idee van een spook. Je zal inderdaad maar zo´n zware crimineel menen te zien en dat het dan ook echt zo blijkt, of bleek te zijn. 

Persoonlijk - als een kwestie van voorkeur-  zou ik de eerste alinea helemaal weglaten. Dan ga je meteen de actie in. De setting van een stage is onderschikt in dit verhaal: je hebt die niet per se nodig voor de spanning die verder gewoon heel goed aanwezig is. Ik zou er eerder voor kiezen om die eerste alinea eventueel te besteden aan juist de spanningsboog nog meer aanloop te geven. Maar dat is stijlkeuze: een rustig begin met een verandering van sfeer werkt ook goed. 
Als je voor een 'rustigere aanloop' kiest, mag er aan het einde nog een zinnetje bij om zo ook met een uitgesproken opluchting af te ronden, dan is het cirkeltje mooi rond. 

 

Maar afgezien van die voorkeur, heb ik je verhaal met spanning en plezier gelezen. 

Goed gedaan!

Groet, 

Nadine

Lid sinds

2 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
29 augustus 2024 - 23:51

Nadine, bedankt voor de feedback. Of ze beter is laat ik aan de lezers over, maar ik heb rekening houdend met bovenstaande reacties een tweede versie geschreven.  

Gi

Lid sinds

8 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
30 augustus 2024 - 9:18

Schmetterling, ik ben geen Nederlander, laat staan nuchter. Voor mij hoefde die herschrijf dus niet. Ik volg meer Anneke in haar commentaar over de eerste versie. Desalniettemin is de herschrijf evenwaardig. GG.

Lid sinds

4 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker
30 augustus 2024 - 12:56

Ik ben wel een nuchtere Nederlander en vind de herschrijf (die voor mij niet hoefde) zeker prettig om te lezen, verhaal verloopt iets vlotter. Het mooiste herschrijf-punt vind ik dat Paul zegt "zie je spoken"  ipv de eerdere zinnen “Wat is er met hem? Het was toch geen spook?”

Wederom graag gelezen :)

Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
30 augustus 2024 - 18:30

Hoi Schmetterling,

over een spook gesproken! Ademloos tot het eind gelezen, ik (NL) vind de tweede versie inderdaad beter ;)
Klein zeurtje: ik hou persoonlijk niet zo van dialooglabels zoals 'krijst ze', hoewel het hier misschien toch wel passend is, ik twijfel.