512-Tomatenplantjes
Tomatenplantjes
Mijn hand graait onder het bed om de gevallen pen te pakken. Mijn vingers stuiten op iets hards. Nieuwsgierig buk ik en veeg wat losse krullen uit mijn gezicht. Het is de kartonnen doos met de dagboeken van mijn moeder. Meteen ben ik weer terug in de tijd. Een rilling gaat door me heen, alsof er een koude windvlaag door het huis gaat. Ik laat mijn vinger langzaam over de bovenkant glijden, terwijl ik in gedachten terugga naar die bewuste dag.
Samen met Joachim ben ik in de tuin bezig de tomatenplantjes te verpotten. Joachim is vier jaar ouder en neemt altijd het voortouw. Hij is bijna negen, ik ben vier jaar en drie maanden. Hij neemt me overal mee naartoe, zorgt ervoor dat ik nooit alleen thuis blijf. Als zijn vriendjes klagen over zijn jongere zusje dan laat hij ze gaan en gaat hij samen met mij spelen. Zo ook de dag met de tomatenplantjes.
Vanuit het huis komt een harde gil, we kijken elkaar verbaasd aan. Alleen moeder is binnen en meestal komt die niet voor de middag haar bed uit. Joachim loopt naar binnen om te kijken wat er aan de hand is. Het is stil. Mijn grote broer komt lijkbleek terug naar buiten en zegt me niet naar binnen te gaan. Verbluft kijk ik hem na, hij rent het pad op van de buurvrouw. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren voordat hij terugkomt. Voorzichtig loop ik richting de deur en ga op mijn tenen staan om door het kleine raampje te kijken. Onderaan de trap ligt mijn moeder. De fles die altijd naast haar bed staat in haar hand. De gouden vloeistof vermengt zich met de rode op de grond, de kleuren lopen in elkaar over, ik kijk er gebiologeerd naar.
Hoi Judith, je bent al erg…
Lid sinds
5 jaar 8 maandenRol
Hoi Judith, je bent al erg lang lid van SOL zie ik, maar ik heb nog niet eerder iets van je gelezen.
Ik vind het een mooi verhaal, vlot geschreven. In die zin graag gelezen en ik ben benieuwd naar een volgend verhaal.
De doos die de ik-persoon vindt, heeft geen prominente plaats in het verhaal (wat de opdracht was). Voor mij sluit het eerste deel niet echt aan op het tweede deel. Je vindt een doos met dagboeken van je moeder (waardoor ik denk dat dat een belangrijke rol gaat spelen), maar vervolgens grijp je terug naar een herinnering van jezelf. Ik zou eerder verwachten dat je in een dagboek iets leest waardoor je van streek raakt of waardoor je de situatie van je moeder beter begrijpt. Of zoiets. Dan zou het vinden van die doos meer betekenis krijgen.
en gaat op mijn tenen staan --> ga
Tussen het eerste deel van het verhaal en het laatste staat een erg brede witregel. Misschien kun je die nog iets verkleinen. Het trekt nu het verhaal erg uit elkaar.