Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Administratie
  • Stagiair
  • Redacteur
  • Uitgever

Deelname aan vroegere opdrachten

Ben je nieuw op het forum en wil je een paar oude schrijfipdrachten uitproberen? Of wil je een oude opdracht opnieuw schrijven? Deze kan je onder dit bericht kwijt.

Hoe het werkt:

  • Kopieer duidelijk de opdracht en het volgnummer, zodat medeschrijvers weten waar de opdracht over gaat.
  • Plaats je geschreven tekst eronder. 
  • En stuur het in!
  • Let op: coaches zullen niet meer reageren, maar medeschrijvers misschien wel. Wil je feedback van de coaches? Doe dan mee met de recenste opdracht. Deze vind je altijd bovenaan de forumpagina. 

Lid sinds

2 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Opdracht #384 - Huisdier (toen ik nog geen lid was van het forum) 

Door Lucy Deutekom

Schrijf een verhaal of gedicht (aantal woorden staat je vrij) waarin jouw / een relatie met een huisdier centraal staat. Het moet een huisdier zijn, geen wild dier. 

#384 Snuffel

Van waar je kwam, ben ik vergeten
Dat je er was, heb ik geweten
Snuffel, een goede naam voor een konijn?
Voor jou had die niet beter kunnen zijn
In mijn tuin kroop je onder de draad
Bij boer Jan stonden je vriendjes paraat
Verbaasd keken jouw soortgenootjes je aan
Waar haalde je het lef vandaan?
Om in de tuin van de buren
Zomaar de wortels te begluren.
De buurman, oh wat was ie snel
Jan greep je stevig bij je vel
Bracht je terug met de goede raad
Herstel maar snel die losse draad

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schmetterling, het rijmt, dus zal het wel een gedicht zijn zeker? Ik wacht hier nu op een bijdrage van het nieuwe forumlid dat erom gevraagd had of ze nog aan oudere opdrachten kon meedoen. Goed dat je al een voorbeeld hebt geplaatst. 

Lid sinds

2 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Leuk dat dit er is. Voor nieuwkomers en voor als je een tweede poging wilt wagen aan de huidige schrijfopdracht.

Over schrijfopdracht gesproken, dat staat bovenin verkeerd : schrijfipdrachten.

M

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Mercedes, sorry, maar dat is nu ook weer niet de bedoeling want de regel is dat maar één keer wordt deelgenomen aan een opdracht. Deze plek is echt enkel voor OUDERE opdrachten waaraan bijvoorbeeld een nieuw forumlid wil deelnemen. Dus: voorlopig weghalen en misschien binnen een aantal maanden opnieuw plaatsen. 

Lid sinds

3 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schmetterling,

Tja, het rijmt en heeft een kop en een staart, maar door gepaard rijm te gebruiken doet het amateuristisch aan en je mag wel iets meer aandacht aan het metrum besteden.

Mercedes,

Leuk dat je de smaak te pakken hebt. Deze cento vind ik echter minder geslaagd. Inhoudelijk mogen de verzen dan wel bij elkaar passen, maar van mooie overgangen is geen spraken. (Gedeeltes van) volzinnen uit literaire werken zijn lastiger aan elkaar te plakken dan slogans.

Lid sinds

7 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

# 438 - Pronken met andermans veren

Great Expectations

O Gij, die sneller schrijft dan God kan lezen!
Wollt Ihr die totale Poesie?
het ruikt naar dennengeur, Sunsilk Shampoo
120 liter limonade: dat is poëzie
als dunne bomen
Voor een Vlaams cultureel café
Omdat er woorden stonden te blaten
In de stille tuin. 
Vrede, godverdomme, vrede
En daarvan wilde hij leven!

Kijk, daar gaat hij met zijn Drang!
Het was half vijf 's morgens in April
De populieren werpen met een schoolse nijging
zo’n veertien regeltjes waarmee je
dient het wijf dat moeder heet.

 

---

1. Simon Vestdijk (A. Roland Holst) '48
2. Gedicht (Hans Sleutelaar) '65
3. Mont Ventoux (Jan Kal) '74
4. Poëzie is een daad... (Remco Campert) '55
5. [Naamloos] (Jan Arends) '74
6. Dendermonde 63 (Johnny the Selfkicker) '63
7. Schrijvenderwijs (Guillaume van der Graft) '53
8. De buigzaamheid van het verdriet (Hans Lodeizen) '49
9. Vrede (Leo Vroman) '57
10. De dichter (Gerrit Komrij) '72

11. Sebastiaan (Annie M.G. Schmidt) '66
12. 's Morgens (Jan Hanlo) '48
13. Februarizon (Paul Rodenko) '50
14. No second Troy (Jean Pierre Rawie) '80
15. Spijt (Willem Elsschot) '34

Met veel dank aan de bloemlezing Domweg gelukkig in de Dapperstraat (1990). Ik lees te weinig poëzie. Deze fijne beginkopper van Martijn kon ik alsnog niet negeren.

 

Lid sinds

1 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Opdracht #439 - Lopen

Een pagina uit een dagboek:

 

September 2022

Maandagavond 7 uur.

Ik denk er vaak aan. Het gebrek. Het gemis. Niet meer kunnen doen wat ik wil.

Wil ik dit? Het antwoord is al lang een duidelijke nee. Mezelf de vraag stellend waarom ik niet overeind kan blijven verteerd me opnieuw. Ik heb er moeite mee. Steeds teneer geduwd door de beweging. Door het ongeluk. Gebukt eronder leef ik met de gevolgen. Met beperkte energie tracht ik mijn dag rond te komen. Ze houden me hier wel overeind, hoor ik langs me heen galmen. Door de eindeloze witte kale gangen. Lachende stemmen overal, schertsend. 

Ik plof neer en laat me weer rijden. Op naar de volgende oefeningen in het ziekenhuis. Top. Hoe geweldig toch.

Ik wil dit allemaal niet. Het is me teveel. Ik schreeuw het innerlijk uit. Vol onmacht. Vol onbegrip mijnentwege. Verdrinken in zelfmedelijden. Hoopje miserie dat ik ben.

Zoveel verloren. Zo veel kwijt. Met een leeg hoofd blijf ik achter. Met een leegte linksonder en fantoompijnen. Het is mijn levende hel. Mijn hel. Ongevraagd en op mijn koude dak. Hier heb je het. Leer er maar mee omgaan zeggen ze me. Bovenop alles… ik stok mijn adem en schrei het stil uit… mijn leven is mijn leven niet meer.

 

Januari 2023

Woendagmiddag 15 uur.

Een momentopname. Ik ben nu beter.  Echter voelde de hel wel levensecht aan op dat moment. Nog steeds gaat het hobbelig, maar ik doe het wel. Met de nodige versieringen laat ik hem wel schitteren ben ik zeker van mening. Een mooie spiksplinternieuwe zilveren mal met blauwe tribal. Dat geeft me voldoening. Stukje eigenheid. Stukje identiteit. Heb ik nodig om mezelf te zijn na dit trauma.  Hoe dan ook voer ik mijn eigen strijd met ups-and-downs. Hoe dan ook kom ik er wel.

 

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Opdracht #305 - Verkoop je boek

Door Mabel Verstappen

Een grote droom van mij is om een keer een boek te schrijven en niets zou leuker zijn als dat het dan ook nog een bestseller is. Bij een boek proberen te verkopen hoort ook het boek promoten. Stel je hebt je boek geschreven en het ligt klaar om gepubliceerd te worden, het enige wat je nog moet doen is het boek promoten. Schrijf een stuk tekst van maximaal 300 woorden waarmee je probeert zoveel mogelijk mensen enthousiast te maken voor je boek. En vergeet niet het einde zo spannend mogelijk te maken. Succes

 

‘De club van Tien’

Zeg je wel eens aan je tieners dat ze hun IPhone of tablet moeten opbergen en een frisse neus halen? Oordelen ze dat het even buitenlaten van de hond volstaat als dagelijkse inspanning? Vinden ze dat de opgelegde lectuur van de leerkrachten ruimschoots voldoet aan hun leesbehoeften? Zijn ze gek van de virtuele helden die in hun computerspelletjes allerlei avonturen beleven?
Er is een jeugdboek van net geen honderd pagina’s met drie spannende verhalen van elk iets meer dan dertig bladzijden dat alleen al door zijn cover uitnodigt om verslonden te worden door tieners die zin hebben voor avontuur onder echte vrienden van vlees en bloed.
Ze lossen een obscure misdaad op, ontdekken een hoogst merkwaardig laboratorium en vinden een waardevol kunstvoorwerp terug.
In elk van de verhalen, die lezen als een trein, is spanning troef en ja, soms wordt het een beetje eng.
Na de terroristische aanval op de luchthaven en in een metrostation van Brussel werden veel uitstappen van scholen en jeugdgroepen afgelast. In het derde verhaal kan je op het scherm vanuit je luie zetel aan de hand van google street maps meelopen met de avonturiers in de stad.
Beter is om zelf het parcours af te leggen en Brussel te ontdekken. Aan de hand van de tips in het boekje kan je met de hele familie of met vrienden een boeiend spel spelen of zelf op zoek gaan naar een verborgen schat.
Volwassenen worden afgeraden het boek te lezen. De schat mag niet in verkeerde handen vallen!

Auteur: Guido Aerts - uitgegeven bij Boek.scout ISBN 9789402232547 (print on demand – bestelbaar online en in alle boekhandels)

 

Lid sinds

1 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

#441 - Wekelijkse Schrijfopdracht - De onverwachte gast

Deze week komt er een onverwachte gast een bijeenkomst binnenwandelen. Dat mag een vriend of vijand zijn, een bekende of onbekende. De gast mag met liefde worden onthaald of worden weggejaagd. Je bent daarin helemaal vrij. Wel zijn er twee voorwaarden:

  • Het moment of de plaats waar je personage bij aansluit, moet van enig belang zijn. Denk dus aan een begrafenis, belangrijke vergadering, een verjaardag, of een theekransje waar toevallig een gevoelig of belangrijk onderwerp wordt besproken.
  • Het feit dat de gast bij de bijeenkomst aansluit, moet gevolgen hebben voor de invulling van deze bijeenkomst. 

Het maximale woordenaantal is 400. 


#441 - Niet alles is wat het lijkt.

Het is de trouwdag van mijn ouders, Jonathan & Patricia. Zij hebben mijn vriendin, Melissa, en mij uitgenodigd voor het diner.

“Zal ik even helpen met de afwas?” vraagt Melissa, wanneer ze met de lege ovenschaal mijn moeder achterna loopt. Heel typerend blijven de mannen zitten, terwijl de vrouwen naar de keuken vertrekken.

Geïrriteerd kijk ik hen na.

“Schijnheilig kreng” is het eerste wat in mij opkomt.

“Kan je nog even twee koude pilsjes komen brengen?”  roept Jonathan richting de keuken. Ondertussen merkt mijn vader mijn geërgerde gelaatsuitdrukking op.

“Is er iets, jongen?”

In eerste instantie wil ik het er niet over hebben, maar lukt het niet om mijzelf in te houden.

“Het is Melissa, ze houdt iets voor mij achter” fluister ik.

Zachtjes vertel ik mijn vader dat ik al een tijdje rondloop met het idee dat ze iets voor mij achterhoud. Vorige week, werd dit bevestigd toen ik haar telefoon vond.

“In een pop-up zag ik een merkwaardig appje van iemand genaamd X. “Ik verlang er naar om je weer te zien.” Haar mobieltje was vergrendeld, waardoor ik het bericht niet verder kon inspecteren. Ik werd er onrustig door. Gelijk moest ik denken aan haar ex Mitchell. Ook al ben ik een enorme zenuwpees en had ik elk mogelijke scenario in mijn hoofd geschetst, weigerde ik haar hiermee te confronteren. Nu knaagt de achterdocht aan mij.”

Jonathan schrikt van het verontrustende verhaal van zijn zoon. Nog voordat hij kan reageren gaat de deurbel. Vrij opmerkelijk, aangezien ze vanavond geen andere gasten meer verwachten.

“Doe jij open, Jona?” hoor ik vanuit de keuken.

In de tijd dat mijn vader zich naar de deur begeeft komt Melissa aan lopen met twee flesjes Heineken. Nog voordat ze het op tafel kan zetten stormt er iemand de woonkamer binnen. Het is Mitchell.

Witheet van woede schiet ik overeind. “Wat doe jij hier?!”  

“Luister goed, jongen. Dit ga je interessant vinden.”  Zijn Mitchells woorden, terwijl hij mij met een strakke blik aankijkt.

Mitchell grijpt naar zijn binnenzak, haalt een envelop tevoorschijn en smijt die op de eettafel. Er valt een onaangename stilte. Melissa, mijn ouders en ik staan perplex van de situatie die zich zonet heeft afgespeeld. In een fractie van een seconde grijp ik de envelop. De inhoud ervan laat mijn ogen schieten van vuur. Onwetend naar wie mijn woede meer uit moet gaan. Mijn sletterige vriendin of mijn vader, de viespeuk.

 

 

Lid sinds

1 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

 

#440 – Wekelijkse Schrijfopdracht – Huwelijksaanzoek

Menig mens heeft een clichématig beeld in zijn hoofd bij het denken aan een huwelijksaanzoek. Toch zijn er allerlei omstandigheden waarin een huwelijksaanzoek plaatsvindt, bepaalde redenen die mensen hebben of aparte locaties. 

De opdracht van deze week is om een scène te schrijven over een huwelijksaanzoek. Alles mag bij dit huwelijksaanzoek (denk aan: bizar, grappig, aangrijpend, emotioneel of bijvoorbeeld ontroerend). Zorg alleen niet dat je tekst één groot cliché wordt.

Succes!

Het maximum aantal woorden is 400.

 

#440 - Doodongelukkig

Mijn botten voelen aan als die van een bejaarde, terwijl ik in de bloei van mijn leven ben. 
Ik ben jong, en toch zo oud. 
Sterk, zeg maar eerder slab. 
Mijn hoofd, zo kaal als een biljartbal.
Helaas, slecht nieuws. 
Terminaal, met een paar weken op de klok. 
De tijd tikt. 
Geen beweging. 
Ik ben verlamd, lichamelijk uitgeschakeld. 
Vastgeketend aan het ziekenhuisbed. 
Onwetend wanneer ook mijn brein zal worden aangetast. 
Voor nu gaan mijn gedachten uit naar mijn vriendin.
Vorige maand, wedergekeerd naar de schepper. 
Onderweg naar het UMC in Amsterdam, een frontale botsing.
Opslag dood. 
Die dag, wilde ik haar ten huwelijk vragen. 
Niet aan het strand, bij zonsondergang. 
Niet in een restaurant, volop in de spotlights. 
Gewoon hier.  
Aan mijn bed, met je tedere hand in de mijne. 
Woorden van pure liefde, geen romantisch gezwets.
Alleen oprechte gevoelens, rechtstreeks uit mijn hart.
Een verbeelding. 
Het verzacht de pijn. 
Van mijn gebroken hart en het rottende gevoel van mijn organen. 
Deze gedachte, het lichtpuntje in mijn miserabele leven, houd ik vast.
Althans, voorlopig. 
Tot ook mijn kaars dooft.  
Zo ook mijn ziel verlost kan worden. 
Terug naar de schepper, terug naar jou. 
Voor altijd, tot in de eeuwigheid. 
Waar ik dan eindelijk, met gebogen knie, die brandende vraag kan stellen. 
Mijn liefste, wil je met mij trouwen?

 

 

Lid sinds

2 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Opdracht #329 - Ontmoeting in de winter

Door Lizette van Geene

Schrijf een romantische scene, in winterse sferen. Het gaat om een eerste ontmoeting waarbij de hoofdpersonages zich direct sterk tot elkaar aangetrokken voelen, maar niet goed begrijpen waarom. Werk dit geloofwaardig uit, en zorg ervoor dat ook de winterse setting bijdraagt aan de spanning tussen je personages. Max 600 woorden

Wij hadden een buurland op ons verlanglijstje gezet en kijk, het is putje winter en wij zijn zowaar op weg naar Neufchâteau in hartje Belgische Ardennen. Duitsland viel deze keer uit de boot, we willen ons onderdompelen in de romantische sferen van de Franse taal en de geneugten van de Bourgondische levenswijze.
Joost plaatste gisteren sneeuwbanden op onze Citroën DS, geen makkie om die te vinden voor deze oldtimer met de onovertroffen hydraulische vering. Het lijkt wel of we door het landschap zweven.
Wij raken helemaal in de stemming bij het lezen van de plaatsnaambordjes: Ciney, Marche-en-Famenne, Saint-Hubert en Libramont-Chevigney, waar de laatste richtingaanwijzer het doel van de reis aanwijst.
“Kijk, hoe romantisch”, zegt Joost. Wij rijden voorbij een chambre d’hôtes met de lieflijke naam Le chant du Merle, het lied van de Merel.
Even later glijdt ons strijkijzer, de bekende bijnaam van onze auto, op de parking van het Château de Grandvoir, het tot hotel en restaurant verbouwd kasteel. Op de grote binnenkoer weerkaatst het gedempte licht uit de ramen op de vers gevallen sneeuw. In de lobby fonkelt het kaarslicht, alles ademt hier warmte en gezelligheid.

Joost is geobsedeerd door de jacht en vertrekt na het ontbijt naar de club uit de buurt die een driedaagse cursus inricht voor personen die in de jachtsport zijn geïnteresseerd. Mij kan dit niet boeien. In de hotellobby liggen stafkaarten van de omgeving en brochures met uitgestippelde tochten. Ik sluit mij aan bij een aantal hotelgasten die een fikse wandeling plannen in de omliggende bossen en velden. Ik spreek een beetje Frans, maar gelukkig zijn er enkele tweetalige Belgen in de groep met wie ik vlot kan converseren. De meeste wandelaars maken foto’s met hun gesofisticeerde IPad. Ik houd het bij mijn analoge spiegelreflexcamera met macrolens.

In een donker dichtbegroeid sparrenbos richt ik mijn aandacht op een merkwaardige paddenstoel. In mijn ijver om hem te fotograferen merk ik niet dat de groep uit het zicht is verdwenen. Even panikeer ik, er zou zo maar een everzwijn kunnen opdagen. Ik volg de sporen in de sneeuw, maar op een kruispunt gaan die alle kanten uit. Had ik maar een exemplaar meegenomen van het foldertje met de wegaanduiding.

De weg die ik ben ingeslagen is duidelijk niet de juiste want nu ik terug in een deel van het bos ben met hoge bomen zie ik voor mij totaal geen beweging en hoor ik niets. Net wanneer ik rechtsomkeer wil maken, merk ik een rookpluim en hoor ik slagen. Even verder staat een blokhut waar iemand voor de deur onder een hoge dennenboom hout hakt.

Ik nader voorzichtig de brede rug in het geruite houthakkershemd en tussen twee bijlslagen door hoest ik een paar keer om mij te laten opmerken. De kerel keert zich geschrokken om en stoot daarbij tegen een laaghangende tak van de spar. Een pakje sneeuw valt op zijn kruin. Hij merkt dat ik een schaterlach onderdruk en lacht zelf hartelijk. Zijn groene ogen lachen mee. Als hij zijn wollen muts aftrekt schudt hij zijn golvende donkerbruine haren.

Waarom voel ik mij meteen aangetrokken tot deze redder in nood? Zijn blik verraadt dat hij mijn plotse aanwezigheid zeer op prijs stelt. Hij spreekt een taal die ik niet versta, maar hij ziet dat ik ril en gebaart dat ik mij kan opwarmen bij de haard in de blokhut. Ik ben er nog niet uit of het rillen is van de kou, maar samen bij het oplaaiende vuur begrijpt hij dat ik verloren liep.



 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Schmetterling, ik denk dat Lizette je hier veel goede punten zou voor geven. Zowat alles wat in de opdracht stond wordt hier 'verhaald'. 

Lid sinds

2 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Omdat dit verhaal hier blijkbaar geen respons kreeg heb ik het herschreven om aan een nieuwe opdracht deel te nemen. Sorry Gi en Lizette. 

Lid sinds

8 maanden 1 week

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Opdracht #463 - Wandelen

Door Odile Schmidt

In de New Yorker staat een artikel over hoe wandelen gunstig is voor het schrijven. Maak een wandeling in de natuur als je kunt. Schrijf meteen daarna een kort verhaal over een idee dat tijdens het wandelen bij je opkwam in maximaal 300 woorden.

-------------------------------------------------------------

#463 - Stappen

Het was al maanden hetzelfde. De bewegingen, de pijn in zijn armen, de aanmoedigingen, de val, de teleurstelling, de boosheid, de troost achteraf. Dus hij tilde weer zijn voet op.

Omhoog. Vooruit. Neer. Omhoog. Vooruit. Neer.

Hij had vandaag een nieuwe joggingbroek aangedaan. Eén zonder de knellende banden om zijn enkels. Lekker los, lekker makkelijk. Het was een groene.

Omhoog. Vooruit. Neer.

Even keek hij niet naar zijn voeten, maar naar de letters op de muur recht vooruit. Daar stond het in fel oranje: omhoog – vooruit – neer. Alsof hij of één van de andere mannen en vrouwen hier de woorden niet kon onthouden. Hij hoorde ze iedere dag een uur lang, soms twee keer op een dag, in de zogenaamd motiverende stem van de therapeut.

De zon scheen buiten door de takken van de bomen en maakte bewegende schaduwen op het matglas van de kamer. Eén schaduw leek op een hond, die sprong, met oren omhoog en een staart met een krul.

Omhoog. Vooruit. Neer.

Hij moest opletten dat hij zijn voet ook echt hoog genoeg optilde. Het scheelde niks (wist hij) of de neus van de schoen sleepte over de vloer, bracht hem uit evenwicht, dan draaide hij om zijn as en viel tussen de beugels neer, terwijl hij met zijn armen nog probeerde te redden wat er te redden was, maar onherroepelijk zou hij als een afgedankte bokszak neerploffen, misschien wel met zijn hoofd stuiterend op de grond omdat zelfs dat deel van zijn lichaam op zo’n moment niet meer deed wat hij wilde.

Omhoog. Vooruit. Neer.

De muziek die opstond, kende hij vaag. Hij neuriede twee maten mee, maar de woorden kwamen niet.

Omhoog. Vooruit. Neer.

Hij sleepte plotseling met de neus van zijn schoen over de grond en zag schuin nog de hond die sprong, op de ruit.

 

 

Lid sinds

7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

 

Opdracht #467 - De dag waarop alles mag

Door Nadine van de Sande

Je personage krijgt deze week een uniek, magisch cadeau: een dag waarop het alles mag doen en laten wat het wil. De dag daarna is iedereen die erbij betrokken is geweest alles weer vergeten. In zekere zin is het alsof deze dag alleen gebeurd is voor je personage.  

Een aantal aandachtspunten om de opdracht wat interessanter en uitdagender te maken:

  • Je personage zelf vergeet deze dag niet. Je verhaal moet meer in zich hebben dan alleen: ‘Dat was leuk/gek/ apart… om uit te proberen/ te mogen doen.’ Met andere woorden: je personage moet op de een of andere manier iets van deze dag hebben geleerd of erdoor gegroeid zijn. 
  • Wat doet het feit dat het diens ervaringen niet kan delen met je personage? Misschien wordt het daar gek van, misschien ook niet, maar dat gegeven moet ergens in het verhaal terugkomen. 
  • Je mag zelf bepalen wat de regels zijn omtrent bewijslast. Blijft dat wel of niet bestaan na de magische dag? Bedenk: anderen herinneren zich die dag niet, maar wil dat ook zeggen dat de gebeurtenissen zelf ook zijn uitgewist? 

 

Nooit eerder was ze in dit deel van het theater geweest. Onbewust leidden haar voeten haar naar de kleedkamers van de acteurs. Enigszins onbeholpen probeerde ze in te blenden in de over en weer hollende mensen. Zwierig nam ze een outfit van één van de talloze kledingrekken die de gang opstropten en ze verschool zich achter wat de outfit van een dominee bleek te zijn. Bij de deur waar ‘Leona’ op stond, hield ze halt. Ze keek vluchtig om zich heen en besloot haar kans te wagen. Vurig hoopte ze dat de magische munt, die ze in haar broekzak voelde gloeien, haar niet in de steek zou laten. Ze gooide de deur open en viel de kamer in. Een dame gekleed als Jeanne d’Arc schrok op uit haar stoel en draaide zich met een ruk om.
‘Wie ben jij? Wie heeft jou in godsnaam hier gestuurd?’ protesteerde de actrice.
Leni bleef verstijfd staan en worstelde met haar woorden. ‘Euhm, hallo, sorry’. Onhandig zwaaide ze met het kostuum in haar handen.
Leona, de ster van de avond, richtte zich vliegensvlug op van haar stoel en net toen ze op Leni wou afstappen, haperde haar kleed aan de stoel waarin ze zonet nog tot bezinning probeerde te komen. De actrice smakte op de grond en bleef doodstil liggen.

‘Oh nee! Wat heb ik gedaan?’ jammerde Leni. Ze gooide het dominee kostuum op de grond en viel op haar knieën naast de gevelde vrouw.
Leona kermde.
‘Gelukkig’, zuchtte Leni. ‘Ze leeft nog’.
Er werd kort en hard op de deur geklopt. ‘Start over 5 minuten’.
Zo kon Leona het podium niet op. Leni kreeg plots een waanzinnig idee. Nu was tenslotte het moment.

De gordijnen van het podium rolden open en onthulden een scène die recht uit de middeleeuwen kwam.
Centraal stond Leni, uitgedost als Jeanne d’Arc. Geroezemoes steeg op in de zaal, maar Leni stak zelfverzekerd van wal.
Die avond stal ze de show. Ze verliet het podium onder luid gejuich en een staande ovatie van het duidelijk verrukte publiek. Opgezweept door adrenaline liep de stand-in Jeanne d’Arc het theater uit, recht naar huis.

De volgende ochtend werd Leni wakker. Het kostuum waarin ze in slaap was gevallen, bewees het tegendeel dat afgelopen avond een droom was. Snel checkte ze de nieuwe berichten op zowat alle social media accounts. Niets wees erop dat ook maar één levende ziel doorhad wat er de avond voordien was gebeurd. Voldaan liet ze zich terug op bed vallen.

Vanavond zou ze in haar eigen toneelvereniging auditie doen voor de hoofdrol van het komende stuk. Niemand zou het verwachten. Men zou versteld staan dat verlegen Leni die rol aandurft. Gedaan met de achtergrond te vullen.
Leni grijnsde breed. ‘Ze moesten eens weten’, gniffelde ze.

 

Lid sinds

2 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

 

#491 Silly in wonderland

Hoi, de opdracht sprak me aan, mijn verhaaltje is iets langer geworden dan de opdracht van toen.

‘Kies een hoofdpersonage, kies een tweede personage, zoek naar een droom die het hoofdpersonage nastreeft en bedenk een probleem voor het hoofdpersonage.

Het hoofdpersonage waarmee je aan de slag mag gaan is Silly the Seagull, die dik bevriend is met Nina, een mens die graag roze prinsessenjurken draagt. Silly droomt al jaar en dag van een paars prinsessenkleed en is erg beducht voor de Viking Splash Tour (een ludieke toeristische doortocht van een Vikingboot door Dublin).

Koppel al deze elementen aan elkaar tot een vrolijk, triest, spannend of avontuurlijk verhaal van max. 700 woorden.'

 

De Nautilus

 

‘Hey, Michael, opschieten!’

Michael schrobt het laatste deel van het dek schoon en poetst nog één keer over de gouden reling van de Nautilus. Wat een cliché naam voor een toeristenschip, dat bovendien geen onderzeeër is, denkt hij.

‘Ik ben klaar, kapitein Broek.’ De kapitein knikt de gespierde matroos toe. ‘Goed, ontvang de mensen maar.’

Michael loopt naar de kade langs de grote poster van de Viking Splash tour. Dit is een tour van de concurrent van de plek naast hen, waarbij het personeel en bezoekers in Viking kostuum gekleed de rondvaart maken. De boot van de concurrent heeft wielen. Ze maken eerst een tochtje over land, waarna hun boot in het water rijdt. Hij kijkt nog even naar boven. Meeuwen cirkelen rond, maar er mist er één, sinds de poster er hangt.

Michael loopt het dek op. Hij haakt het dikke witte touw los, dat de opgang op de boot begrenst. Hij loopt de trap af. Een rij toeristen staat op de kade te wachten, achter een soort Eftelinghekjes die het gezelschap via een bochtige route van het smalle stuk kade naar het schip toe leiden. ‘Welkom allemaal, op de Nautilus voor garnalenroute! Loop maar door, dan gaan we zo varen.’

Er zijn veel kinderen met hun ouders en enkele ouderen. De groep loopt gedwee door en Michael beantwoordt de standaardvragen met een glimlach. Ja, we gaan garnalen vangen. Ja, er is voldoende voor iedereen om straks van te eten. Het toilet is naar links als je hier de trap af gaat. Nee hoor, je wordt niet zeeziek, er is geen storm. En zo de rest van het riedeltje.

Michael gluurt naar de lucht. Dezelfde meeuwen. Nog even wachten, Silly, denkt Michael. Hij zucht.

De vaart gaat goed, de meeuwen kennen het riedeltje ook en houden het net nauwlettend in de gaten. Michael haalt het net naar boven. De meeuwen vliegen eropaf. Ze nemen hun bek zo vol, dat sommige garnalen er weer uit vallen, terug het net in. Samen met de kapitein sleurt hij het volle net naar binnen. De bezoekers stuiven er ook op af.  ‘Rustig, mensen. Jullie kunnen straks eten. Het moet echt eerst gekookt worden.’, geeft Michael aan.

‘Die groep houdt wel die rotmeeuwen uit de buurt.’, zegt de kapitein.

Michael is even stil en zegt daarna toch zacht: ‘ja.’ ‘Wie wil, mag meehelpen om het net naar de pan te slepen.’, zegt hij terwijl hij naar de mensen kijkt.

Verschillende kinderen pakken het net vast en samen met Michael en de kapitein slepen ze het er naartoe.

Kok Sjaak heeft het water in de enorme pan al aan de kook gebracht. Hij schept de garnalen met een enorme lepel uit het net in een grote teil met gaatjes boven de gootsteen. Hij spoelt en vervolgens schept hij het in de pan.

Het geurt al zout naar vis/garnalen. Enkele garnaaltjes spartelen op de vloer. Michael veegt ze weg en doet ze in de vuilnisbak. De hemel is nog steeds straalblauw en het zweet breekt Michael uit.

De bezoekers krijgen ieder hun volle frietzak met gekookte garnalen. Ze eten het op met de verschillende vissauzen, terwijl de terugvaart al in gang is. Michael zingt: ‘Jouw verlangen is de zee en je vrienden zijn de sterren.’

‘Wat heb je een hoge stem!’ roept een meisje, ‘Je zingt net zo hoog als ik!’

Je moest eens weten, grinnikt Michael in gedachten. Er vliegt een grote meeuw langs, die een roze sliertje in zijn bek heeft. Michael kijkt naar de meeuw. Bijna.

‘Ja, dit is een shanti. Matrozen zingen dit uit volle borst en ik zing hoog! Zal ik je het leren?’

Het meisje zingt mee. Ze glimlachen naar elkaar. Haar moeder drukt hem een briefje van vijf in handen. ‘Mag ik een foto van jullie maken?’

‘Natuurlijk.’

Meer mensen zingen inmiddels mee. Verschillende liedjes verder verschijnt de kade weer. De groep verlaat de Nautilus. Michael veegt de vloer en de kapitein en kok gaan naar huis. Mooi. ‘Nina komt eraan, Silly’, fluistert hij.

Hij loopt naar binnen en hangt zijn matrozenpak op. Hij pakt de make-up kit en lijmt een set wimpers vast tegen de aanzet van zijn echte wimpers. Hij stift zijn wenkbrauwen weg, brengt een mooie laag foundation aan en tekent een mooie, hogere wenkbrauw. Vervolgens een mooie grote drag-lip. Hij haalt een schitterende roze jurk van tule uit zijn kluis en trekt die aan. Vervolgens zet hij een mooie blonde krullende pruik op. ‘Hè hè, eindelijk.’ Michael wordt Nina en glimlacht naar zichzelf in de spiegel. ‘Silly , hier ben ik!’

De meeuw vliegt de kajuit binnen, geeft een liefdevolle knauw op de pruik en gaat op Nina’s schouder zitten. Nina streelt de rug van Silly the Seagull. De meeuw kijkt rond in de garderobe van Nina. Er hangt een paarse sjaal. ‘Wil jij ook, Silly?’

De meeuw knikt. Nina rolt de sjaal op en legt deze voorzichtig om de nek van meeuw, waarna ze deze zachtjes vastknoopt. Silly zweeft twee elegante rondjes door de kajuit. Ook Nina draait een rondje en tijdens de draai landt haar vriend weer op haar schouder. Nina lacht, Silly kwettert zacht.

Nina loopt naar buiten. Als ze in de buurt van de poster komt, klemmen de klauwen van Silly in haar schouder. Ze streelt Silly, die ineen krimpt. ‘Ben je bang, liefje?’  De meeuw knikt. ‘Ik ben bij je. Wist je dat je een superheldencape draagt? Jouw paarse kostuum beschermt je. Zullen we naar de Vikingen kijken?’ Bibberend knikt haar vriendje. Met een geruststellende hand op Silly’s rug gaat Nina aan de reling staan. Het is stil op de kade. Vrouw en meeuw kijken naar het kabbelende water. Een lichte zeebries. Gekraak van wielen. De Vikingbus komt eraan gereden. Er zitten dikke rubberbanden naast de bus. De helmen van de passagiers komen in beeld. Silly’s pootjes trekken weer samen op Nina’s schouder. Nina aait haar. Het komt goed, Silly! De passagiers zwaaien naar Nina en Silly. Nina zwaait ook. Silly, laat je ze je cape zien? Silly stijgt op en vliegt een rondje, waarbij de paarse sjaal in een wijde cirkel om hem heen draait. ‘Woehoe!’, juichen Nina en de passagiers. De kapitein van het Viking bootje tikt op zijn pet. Silly kwettert blij en strijkt weer neer op Nina’s schouder. Samen kijken ze hoe de Viking boot het water in glijdt. Nina glimlacht breed.