#418 - Lilith
Een tedere hand doorbreekt het laagje stilheid van de kabbelende rivier. De vingers van de vrouw spelen met het heldere water; sierlijk zwiert ze haar vingertoppen door het ijzig blauw. In de verte galmt de roep van een uil, vergezeld door het gekrijs van aan lianen slingerende apen. Het woud bruist met leven, maar mijn blik ligt niet op de bomen.
In de andere hand van de vrouw ligt een ronde spiegel. Ze kijkt erin met een serieuze, serene blik. Het aanzicht laat mijn handen tintelen; ze verlangen ernaar de afstand te overbruggen en met de roestrode golven rond haar kruin te spelen, zoals haar eigen hand met de rivier speelt. Plotseling vangt haar blik mijn zonde.
“Daar ben je dan.” Haar stem is een millennium, eeuwenlang gedoofd en opgestaan uit de dood. Het is krachtiger maar zachter dan alles wat mens is bij elkaar.
“Toe dan, zeg waar je voor gekomen bent.” Haar blik daalt op haar spiegel neer. Ik bespeur haar gezicht op tekenen van spot of superioriteit, maar vind niets. Slechts een antieke sereniteit.
Mijn gedachten gaan naar alle keren dat mijn angst voor afwijzing me terugdrong, de woorden oplosten in zoutzuur. Vandaag zal ik dapper zijn.
Een libelle kust mijn hand. “Ik heb een boek geschreven.” Mijn stem klinkt als een kiezelsteen naast een vuurtoren, maar de vrouw kijkt op. Tot mijn schrik vind ik een fel brandend vuur in haar ogen.
“O ja?” Met de sierlijkheid van een jachtluipaard staat ze op; haar satijnen jurk valt in diepe plooien rond haar lichaam. “En wat is daar dan mee?” Spot en lust zijn hetzelfde, waarom heb ik dit nooit eerder gezien? Ik verhard mezelf.
-
“Het verdient uitgegeven te worden,” zeg ik, maar mijn vingers trillen. Een verbeten grijns bespot me. Ik wend mijn blik af en huiver van zijn hand op mijn knie.
“O ja? Dat kan, dat kan,” zegt hij, het is ook een stem van de eeuwen maar gebald tot iets huiveringwekkends, iets vulgairs. Het kantoor waarin ik zit en hij staat is te klein voor mijn wensen. Vlezige vingers drukken in mijn huid. Ik sta op en gris mijn manuscript van de tafel.
“Oh, Eva, doe niet zo kinderachtig. Je weet zelf wel-” De deur slaat dicht en ik kniel bij de grijsblauwe rivier. In de verte, het koeren van een duif.
@eli, ik vind dat je heel…
Lid sinds
3 jaar 10 maandenRol
@eli, ik vind dat je heel beeldend schrijft, dat vind ik knap. Ik heb alleen moeite om je verhaal goed te volgen. Heb je van perpectief gewisseld? Ik heb dat ook een paar keer geprobeerd in een kort verhaaltje, maar dat kwam nooit goed uit de verf. Misschien kun je je verhaal nog eens goed doorlezen. Dan ontdek je de 'moeilijke' overgangen vast wel. Ik ben benieuwd naar je eventuele aanpassing. Of je doet gewoon weer mee met de volgende opdracht, van aanstaande dinsdag! Ik kijk ernaar uit.
Hoi Eli, de beelden buitelen…
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Hoi Eli, de beelden buitelen over mijn scherm, je schrijft heel beeldend en poëtisch. Dat maakt het voor mij moeilijk om je verhaal - ook na herlezen - te doorgronden. Dat is ongetwijfeld een tekortkoming van mijn kant.
Hoi Eli, Ton verwoordt…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Eli, Ton verwoordt precies wat ik ook ervaarde. Je hebt prachtig omschreven zinnen, maar het kost mij zoveel tijd om uit te vogelen wat je bedoelt te zeggen dat ik het verhaal niet meekrijg.
Haar stem is een millennium, eeuwenlang gedoofd en opgestaan uit de dood. Het is krachtiger maar zachter dan alles wat mens is bij elkaar. ---> Dit is bijvoorbeeld zo'n zin. Prachtig geschreven, maar ik heb er geen beeld bij.
Beeldend geschreven en twee…
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
Beeldend geschreven en twee locaties waarbij ik me afvraag of de eerste locatie de binnenwereld is van de schrijfster en het kantoor de harde werkelijkheid van een ontmoeting waarbij de uitgever bijbedoelingen heeft.
@Odile Schmidt Iedere…
Lid sinds
3 jaar 7 maandenRol
@Odile Schmidt Iedere interpretatie is eigen en waardevol, maar dit is inderdaad het perspectief dat ik heb aangenomen.