Lid sinds

10 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#356# De Storm

 

De storm.

De wind trekt aan mijn haren en kleren. Zelfs mijn veters rukt hij los. Hij wil me meenemen maar zegt niet waarheen. Kan ik het vertrouwen? Ik twijfel. Een donderslag scheurt me uit mijn overwegingen. Daarvan maakt de wind misbruik en ik word meegezogen in een verborgen verhaal.

De kracht is meedogenloos en ik vlieg met hoge snelheid over onbekend terrein. Ik schud de regendruppels uit mijn ogen. Ze zien nu anders. Even later mindert de snelheid en ik zak. Beneden me neemt een eerder groene vlek de contouren aan van een tuin. Als we verder zakken neemt de wind af en hoor ik weer. Kinderen spelen in de tuin. Ik hoor hen roepen. Ze lijken blij en rennen achter elkaar aan. Daartussen fietst behendig of roekeloos een kleine jongen. Het dondert binnen in me en een bliksem flitst achter mijn ogen. Ik herken hem. Het ben ik. De confrontatie met mezelf is schokkend. Ik vraag me niet af hoe dit mogelijk is. Mijn kleine ik fascineert me. Mijn ogen laten hem niet los en volgen hem op z’n drieste rit. Wonderwel raakt hij niemand en wordt niet geraakt.

Op het einde van de tuin stopt hij. Lachend kijkt hij naar boven, ziet me en steekt zijn hand op. Automatisch wuif ik terug. De stormwind heeft het gehad met mijn illusie en blaast me het beeld uit. Alsof hij boos is omdat dit gebeurde waait hij me in een hels tempo verder. Het volgende ogenblik, even geleden of kort besef ik niet, scheer ik over een kolkende watermassa. Ik proef het zilte van de zee. Plots is het windstil en plof ik in het water. Het is koud. Ik spartel en als ik boven kom zie ik mezelf in de spiegel, zittend in mijn bad.

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Wilfried, fijn je hier weer eens te lezen. Ik weet niet wat de coach gaat zeggen maar voor mij is dit de perfecte invulling van de opdracht.