Lid sinds

3 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

#356 - Eyewall

Ogen die volgen.
Dagdromend in zijn rieten schommelstoel waande Hendrik zich even los van de wereld. Ogen gesloten en de geest verruimd fantaseerde hij, zoals wel vaker de laatste maanden, over tijdstip en wijze van zijn – hopelijk spoedig – heengaan. Hij had een woelig en zondig bestaan gekend, besefte hij. Als broodvisser en hobbyjager had zijn leven in het teken gestaan van het uitroeien van goddelijke creaturen.
Ogen die kwaad staren.
Maar nu was hij er klaar mee. Het voorbijglijden van de jaren had de kracht uit zijn botten geslepen en de geest verweerd. 
Hij vergat. Veel. En viel. Te vaak. 
En dan negeer je nog die ogen, Hendrik. Trofeeën aan de muur die je aanstaren. Smekend. Verwijtend. 
God, verlos me toch!

Een felle bries deed hem sloom opkijken.
Vanuit zijn linkerooghoek zag hij hoog in de lucht de witte wervelingen die hem de hele ochtend al gezelschap hielden boven het terras plots van kleur veranderen.
Donkere wolken doordrongen van gifgroene tinten stapelden zich razendsnel als een dampige toren van Babel richting hemelplafond. Klaar wakker nu ging hij rechtop zitten.
Cumulonimbus incus, prevelde hij tussen zijn tanden. Ogen die volgen. Ogen die kwaad staren. Ogen die.....
Een platwalsende hoofdpijn maakte plots en ongevraagd zijn intrede en deed Hendrik bijna uit zijn stoel tuimelen. Tegelijk zorgde de aanwakkerende wind voor een soort van Danse macabre, waarbij herfstblaadjes in een laatste stuiptrekking dartel rond hem heen cirkelden alvorens als dichtvallende grafstenen opnieuw ter aarde te storten.
Elk moment verwachtte Hendrik omver geblazen te worden, wat echter niet gebeurde. In plaats daarvan zorgde een plots opstuwende rukwind ervoor dat hij – rieten schommelstoel incluis – als een tegensputterende Lazarus met een hemelvaart richting grauw wolkendek werd gelanceerd. 
Een onhoorbare schreeuw ontsnapte uit zijn mond.
Eenieder die zich op dat moment zou buiten hebben gewaagd, had vast raar opgekeken bij het zicht van een bejaarde man en zijn rieten schommelstoel, gezamenlijk opgezogen door een reusachtige wervelende trechter, stralend wit en onverstoorbaar. 
Alsof God Zijn kosmische stofzuiger had aangezet.

Hendrik trachtte zijn poreuze botten zo goed als mogelijk recht te houden in de stoel, terwijl de wind zich snijdend en striemend een weg bij hem naar binnen baande. In combinatie met de hoofdpijn zorgde dit voor een helse kwelling van het vege lijf. Tegelijk bracht de pijn een helderheid met zich mee die hij al lang niet meer gevoeld had. Lucide schreeuwde Hendrik tegen niemand in het bijzonder, of misschien wel tegen Hem: Neem me! Aanvaard me! Verlos me!! Het verlangen was zo intens.
De trechter leek nu van kleur te veranderen.
De geest uit de lamp vervult mijn wens, dacht Hendrik, nu bijna in extase. De krakerige, hysterische lach die volgde, vloog verloren in het geraas.
Het helderwit maakte plaats voor tinten geel, oranje en rood. Een diep gebrom leek vanuit het centrum van de draaikolk te komen. In de sluier rondom hem meende hij nu vormen te ontwaren van...wat eigenlijk? Meegesleurd tuinmeubilair? Of een afgerukte windhaan? Andere verwaaide zielen?
Het kostte hem enkele tellen voor hij begreep wat ze waren.
Ogen.
Geen mensenogen, maar ronde, uitpuilende of nee, ovaal en platte exemplaren. Ze volgden hem, staarden naar hem. Snoeken en baarzen! Damherten en everzwijnen! Smekend, verwijtend en vol haat.

Plots doorbrekend zonlicht deden schimmen en ogen oplossen. De wind zweeg en het geraas verdween. Twee seconden duurde het voor het besef van de val tot hem doordrong. Hendrik gilde:
Het oog van de storm!! Het oog dat volgt! Het oog dat staart! Het oog dat...Zijn oog. Oh God!
*
Wie uiteindelijk de race richting aardoppervlak won – mens of schommelstoel – werd nooit vastgesteld.
Maar dat zou Hendrik – eeuwig dagdromend – verder een zorg wezen.

 

Lid sinds

7 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Tudor, met ontzetting vastgekluisterd in mijn bureaustoel las ik dit fraaie stukje 'Fantasy'.
P.S.: het zal wel wegens die hoofdpijn zijn dat de schommelstoel  op regel 25 even een rolstoel werd, zeker?

Lid sinds

5 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Goede avond Tudor

Ik vind dit een sterke tekst. Je vertelt het op een rustige en goede manier zodat de lezer zonder moeite meegesleept wordt in het verhaal. Ik vind de idee van een oude man door de lucht suizend in zijn schommelstoel fijn gevonden.

Ik zou hier en daar kunnen zeuren over een zin die je te lang maakt, maar dat doet geen afbreuk aan het geheel.

Johanna

 

   

Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Hallo Tudor, door een aantal prachtige zinnen lees ik een mooi verhaal dat wat mij begreft wat inzakt op het einde.
Ik heb het zeker met plezier gelezen!

Lid sinds

6 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker

Dag Tudor

wat een origineel verhaal! aangezien ik in de zorg heb gewerkt, ken ik ze wel: de mensen die naar het einde verlangen. maar jij laat deze man, die verlangt naar het einde nog een mooie reis maken.