Lid sinds

3 jaar 5 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#356 - Onweer boven de Kroatische zee

24 juni 2021 - 18:21

 

De lucht werd zwaar van de geur van regen. De krekels, die elke dag hun zomers geluid lieten horen op de camping, werden opeens stil. Ik zag hoe de zwaluwen boven de zee naar beneden doken. Een onaardse stilte hing over ons heen. Een rilling liep over mijn rug.

'Kijk, de boten varen terug naar de haven!' riep de Duitser die we 'Walrus' noemden omdat hij een gigantische walrussnor had. Naast hem waren Barbie en Ken opgehouden met hun fitnessoefeningen en staarden richting de zee. 

Ik keek om me heen. Mijn ouders en zus stonden even zenuwachtig als iedereen op de camping. Het werd aardedonker. 

Een bliksemschicht doorkliefde de lucht en verlichtte de hemel. Een bulderend gedonder rolde over ons heen, alsof er zich een reusachtig, woedend monster boven ons bevond. Instinctief gingen mijn ouders, mijn zus en ik dichter bij elkaar staan. 

Regendruppels vielen uit de lucht. De wind stak hoog op. 'Kom, we moeten in de auto gaan schuilen!' riep mijn vader.

'We moeten eerst alles veilig zetten in onze campingcar,' zei mijn moeder. Ze begon de touwen van de voortent vast te zetten en wilde alle apparatuur in het midden van de tent zetten zodat die geen regen over zich heen zouden krijgen.

Bliksemschicht na bliksemschicht volgde. Het was alsof er tl-lampen in de lucht hingen die constant aan en uit sprongen. 

De wind beukte tegen de campingcar. 'Straks vliegt de campingcar nog in de zee!' zei mijn zus. Maar het was niet de campingcar die de lucht in vloog. Ik voelde hoe een zware windstoot mij de lucht in wierp. De wind speelde met mij, alsof ik een pingpongbal was die over de grond stuiterde. Alleen stuiterde ik niet op de grond, maar in de lucht. 

De wind rukte aan mijn kleren en de regen striemde voor mijn gezicht. Ik kon amper iets zien door de bril die ik droeg. Bovendien kromp mijn maag samen van de misselijkheid en angst. 

Toch waagde ik een kijkje naar beneden toen ik in de juiste positie zat. Mijn vader was uit de auto gekropen en rende, samen met mijn moeder en zus, achter mij aan. Ze riepen iets, maar ik kon niets horen door de wind en het gebulder van de donderslagen. 

Algauw zag ik hen niet meer. Onder mij zag ik iets glinsteren. Ik vloog boven de zee! De wind draaide me nog eens om en om waardoor ik niets meer kon zien.

Ik vloog verder over de zee en mijn hart vormde een samengedrukte bal. Ik kon niet zwemmen, wat als ik in de zee viel? Ik hield mijn ogen dan maar stijf dicht, in de hoop dat het gauw voorbij zou zijn, dat ik land zou zien. 

Alsof de wind me had gehoord, werd ik ineens naar beneden gedropt. Ik landde op harde, vochtige aarde en stekelig gras. Ik probeerde overeind te gaan zitten, maar een scherpe pijn schoot door mijn linkerbeen en mijn handen. Ik trilde. Ik keek naar mijn handen, waar plakkerig bloed aan kleefde. Een schaafwond, concludeerde ik. Mijn aandacht verschoof naar mijn been. Het zag blauw en dik en deed tergend pijn als ik hem probeerde te bewegen.

De wind was gaan liggen, de regen hield op. In de verte hoorde ik nog vage donderslagen. De zon brak door de wolken heen en droogde mijn kleren. Maar ik was op een van de eilanden geland, besefte ik nu. Hoe moest ik terug geraken op het vasteland? 

Een bootje kwam aan tuffen voor het eiland waar ik zat. Eindelijk kon ik weg van het eiland, terug naar mijn ouders en mijn zus! 

 

 

Lid sinds

6 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
25 juni 2021 - 19:00

Keurig geschreven verhaal, mooie typetjes, leuke similes, absoluut non-einde. Jammer. Je hoeft maar iets met dat eilandje te doen of met het bootje. Throw me a bone, Lynn!

Lid sinds

5 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
26 juni 2021 - 23:55

dag Lynn

Fijne tekst die je neerpende, maar ik denk dat je hem nog sterker kan maken door het eerste deel wat te herwerken strakker te maken, de passiefconstructies eruit te halen, dan leest het zeker vlotter. De vaart lijkt me in je verhaal te komen vanaf dit stuk: De wind beukte tegen de campingcar. ... en dat deel vind ik erg goed geschreven, want het is concreter, strakker, dat heb je erg goed gedaan.

Het einde had je mooier kunnen afwerken, zelfs zonder het bootje. Waarom beschrijf je de angst niet niet gevonden te zullen worden? Nu is het een erg snel en happy end. Ik ben niet tegen positieve eindes, maar het is nu iets te abrupt.

Johanna