#339 Meneer Pietersens metamorfose
“... en dat gebeurt alleen op de dinsdag?”
De huisarts keek meneer Pietersen onderzoekend aan.
Deze knikte.
“Drie weken terug voor het eerst; ik werd wakker en mijn zicht was slecht, ondanks mijn acht ogen, maar geuren en geluiden kon ik uitstekend voelen.”
“Voelen?”
De dokter vouwde zijn handen onder zijn kin.
De man tegenover hem liep tegen de vijftig, sprak rustig, ietwat geaffecteerd en zag er zeer verzorgd uit. Hij slikte geen zware medicijnen, had geen drugsverleden en maakte geen overspannen indruk.
“Alles werkte anders,” verklaarde de patiënt, “zelfs ademen. Ik was behoorlijk in paniek, ik denk dat ik wel uren rondjes heb gelopen over de muur.”
Meneer Pietersen staarde naar de muur alsof hij daar zichzelf zag lopen.
“De volgende dag was ik weer mijzelf, maar de week daarop gebeurde het opnieuw!”
“U werd weer … spin.”
Het verbaasde de arts dat deze woorden zonder spot over zijn lippen rolden.
“Een kleintje”, zei Pietersen, alsof dat een wereld van verschil maakte. “Het is een unieke ervaring, maar in die hoedanigheid kan ik echt niet op mijn werk verschijnen, dus ik wil er toch graag vanaf.”
Diepe denkrimpels segmenteerden het voorhoofd van de medicus.
Het zou een geval van zoantropie kunnen zijn, maar dat was niet zijn expertise, dus doorverwijzen naar de psychiater leek hem beter.
“Alstublieft, dokter, kom dinsdag langs, dan kunt u het met eigen ogen zien.”
❦
Dinsdagmorgen belde de dokter aan. Zoals Pietersen voorspelde, werd er niet opengedaan, dus gebruikte hij de meegekregen huissleutel.
“Meneer Pietersen?”
Meneer Pietersen was niet in de woonkamer, de keuken en de eetkamer, dus dan maar naar boven.
“Meneer Pietersen?”
Ook de slaapkamer was leeg. De ogen van de arts bleven rusten op het verfomfaaide bed. Zou hij …?
De dokter pakte het dekbed bij een punt beet. Even aarzelde hij. Toen haalde hij diep adem en sloeg het met een ruk om.
Niets natuurlijk. Wat had hij verwacht? Een spinnetje dat angstig weg zou schieten?
Hij was woedend. Woedend op meneer Pietersen, maar wellicht nog meer op zichzelf.
“Oergeestig, meneer Pietersen!” schreeuwde hij, de trap af denderend. “U snapt dat er patiënten zijn die mij echt nodig hebben?”
En de geneesheer stormde naar buiten, met zijn gezicht op onweer en wijlen meneer Pietersen onder zijn schoenzool.
Briljant Musonius, wat een…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Briljant Musonius, wat een goed verhaal, vooral die laatste zin. Top!
Musonius, wat een opbouw!…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Musonius, wat een opbouw! Vanaf het tweede deel in het verhaal voel je langs alle kanten dat het slecht gaat aflopen met de spinnekop en toch word je tot het allerlaatste woord meegezogen om de ontknoping te lezen.
Wauw, Musonius, prachtig…
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol
Wauw, Musonius, prachtig verzorgde dialogen! Sleept mee als een trein. Kundig ingebed in de alledaagse realiteit en daardoor des te absurder. Ik krijg het drama in de slotzin niet zo binnen; dat komt misschien zelfs door de zorgvuldige stilering. Misschien ook niet. Of doordat de arts als hoofdpersoon figureert, wat anderzijds wel weer origineel is.
Tipje: Er ontbreekt nog een puntje aan het einde van de eerste alinea – of dat was natuurlijk meneer Pietersen.
Meesterlijk!
Lid sinds
3 jaar 10 maandenRol
Meesterlijk!
Dank, Fief,Gi & Kruidnagel! …
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Dank, Fief,Gi, Kruidnagel & Tony!
De punt staat er. Goed gezien, Kruidnagel.
Fantastisch, Musonius…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Fantastisch, Musonius. Heerlijke afwisseling van naturelle dialogen en dito beschrijvingen. Hoogstens vind ik die segmenterende denkrimpels wat gekunsteld, maar da's mijn smaak. En dat slot: letterlijk het einde!
Haha! Grappig verhaal dit…
Lid sinds
4 jaar 1 maandRol
Haha!
Grappig verhaal dit. Heel mooi gedaan. Maar ik vind het einde dan weer niet leuk.
Een face to face ontmoeting was grappig geweest. En dat de huisarts daarna per ongeluk meneer Pietersen onder zijn schoenzool meeneemt en vervolgens geen bewijs meer heeft van het gebeurde.
Maar ja. Misschien wat te weinig woorden daarvoor.
Anyways. Alsnog is het een zeer gaaf geschreven verhaal.
“Een kleintje”, zei…
Lid sinds
13 jaar 9 maandenRol
“Een kleintje”, zei Pietersen, alsof dat een wereld van verschil maakte.
Heerlijke zin!! En dat heeft Pietersen de das om gedaan. Was hij maar iets groter geweest, dan had de dokter hem wellicht gespot.
Verder gewoonweg super geschreven!
Heel graag gelezen Musonius!…
Lid sinds
3 jaar 11 maandenRol
Heel graag gelezen Musonius! Vlot geschreven, goeie opbouw. Ik hou van het 'droge' maar korte en krachtige einde. Groetjes, V.
Wat een pech dat meneer…
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Wat een pech dat meneer Pietersen nou net onder de schoenzool van de dokter terecht moet komen. Dat had hij blijkbaar niet ingecalculeerd. Wel een beetje dom. Wat als dat niet gebeurd was? Hoe had de dokter geweten dat dat spinnetje inderdaad meneer Pietersen was, en geen grap? Ja, dan had hij hem niet meer naar de psychiater hoeven doorverwijzen. Maar wat dan? Wat je noemt een hopeloos geval. Hoewel... de dokter had meneer Pietersen kunnen adviseren gewoon een dag minder te gaan werken. Niemand zou iets gemerkt hebben en Pietersen lijkt er geen moeite mee te hebben. Maar ja, dan was er geen conflict geweest. En daar houden we zo van.
Prachtig! Sterke dialogen en…
Lid sinds
10 jaar 6 maandenRol
Prachtig verhaal! Sterke dialogen en zo beeldend beschreven!
Ik voel wel mee met wat Kruidnagel schreef over het einde. Daar loopt iets - naar mijn aanvoelen - niet lekker. Ik vraag me af of dat te maken heeft met een subtiele perspectiefwissel: de derde persoon wordt in de laatste zin ineens alwetende verteller: hoe kan die arts nu weten dat er een spinnetje aan zijn schoenzool kleeft? Laat staan dat het Meneer Pietersen is?
Dank ook Bob, Madrid,…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Dank ook Bob, Madrid, Chantal, V.Key, Katja & Anetteke, voor jullie repliek.
Tja, Kruidnagel en Annetteke, jullie hebben natuurlijk een punt; er is sprake van een perspectiefwisseling van de hij-persoon naar de alwetende verteller (hoewel ... het is ook te verdedigen dat alles in het perspectief van de alwetende verteller staat). Maar ... is dit storend? Ter verduidelijking heb ik maar een witregel toegevoegd.
Misschien ligt het aan mij,…
Lid sinds
4 jaar 5 maandenRol
Misschien ligt het aan mij, maar ik kom geen perspectiefwissel tege. Het hele (sublieme) verhaal lang is er een verteller aan het woord die het doen en praten van meneer Pietersen en de dokter weergeeft. Dat hij de emoties en de taal van beiden zo prima weet te treffen is een compliment aan de verteller - Musonius.
Ik sluit me aan bij Bob.
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Ik sluit me aan bij Bob.
Ligt niet aan jou, Bob (en…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Ligt niet aan jou, Bob (en Fief). Als je uitgaat van een auctoriale verteller, is er helemaal geen sprake van een perspectiefwisseling.
Overigens heb ik wel geleerd van een verhaal bij Proeflezen dat het gebruik van een alwetende verteller hopeloos ouderwets wordt gevonden en dat sommige lezers daar wat moeite mee hebben. Jammer, want ik vind het zeker zijn charme hebben.
Hartelijk dank voor deze loftuiting!
Ik vind het een perfect…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Ik vind het een perfect verhaal, Musonius, inclusief de laatste zin. NIks meer aan doen ;-)
Hoi Musonius, jaloersmakend…
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Hoi Musonius, jaloersmakend mooi, subliem! De slotzin doet het hem. Ik heb genoten!
Hi Musonius, dit is het…
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
Hi Musonius, dit is het eerste verhaal geschreven vanuit de derde persoon, goed gevonden! Het is een originele invulling van de opdracht met een leuk einde. Eén technisch dingetje: gesproken zinnen die van één iemand komen, maar wel worden onderbroken door vertellerstekst mogen nog steeds in dezelfde alinea. Dus:
Moet: "Oergeestig, meneer Pietersen!" schreeuwde hij, de trap af denderend. "U snapt dat er patiënten zijn die mij echt nodig hebben?"
Dialoog op een nieuwe regel betekent normaal dat het weer iemand anders is die het zegt.
Graag gelezen!
Hartelijk dank, Mike, weer…
Lid sinds
4 jaar 2 maandenRol
Hartelijk dank, Mike, weer wat geleerd. Meteen aangepast.
Dank, Aurora en Ton, voor jullie respons.