# 330 Small talk + herschrijf
( herschrijf op aanvraag)
“Ik stap nu naar het terras van ‘La Dolce’, kom je daarheen, Miriam?”
“Hoi, Laura, daar ben je. Eindelijk is die nachtmerrie voorbij. Nog even wachten met knuffelen, zeker? Nu maar hopen dat die vaccins hun werk doen.”
“Oh, die bink van een Gino is er weer. Hopelijk bedient hij ons tafeltje. Wat neem jij, ik weet het al, een punt van de smurfenvlaai en een koffie verkeerd, niet?”
“Mmm, dat heb je goed onthouden, kijk hij komt onze kant op.”
“Zie je die bordeauxrode cabrio daar, met witte zetels nog aan toe. Die hoort zeker bij dat heerschap met zijn sigaar. Zal ik hem vragen of het stoort dat wij eten terwijl hij rookt?”
“Wat een afschuwelijk hawaïhemd en dan die bling-bling hondenketting rond zijn hals en die joekels van ringen. Het lijkt wel een kerstboom.”
“Niet omkijken, Mir, dadelijk zie je ze ook. Wat een klasse, het lijkt wel Audrey Hepburn in ‘Breakfast at Tiffany’s’. Ze komt hierheen.”
“Nu zie ik ze ook. Heb jij die jurk en die hoed gezien, zo gedistingeerd en die maquillage, perfect!”
“Hemeltje, ze stapt naar dat varkenshoofd. Geef toe, Miriam, oh daar is ons obertje. Dank je wel, schoonheid.”
“Prego, signorine , laat u maar eens goed gaan na deze coronamiserie, ik heb de twee puntjes extra groot gemaakt.”
“Oh, wat een lieverd die Gino, hij noemt ons juffrouwtjes. Wat moest ik toegeven, Laura?”
“Ah, ja, die twee daar die passen toch totaal niet bij elkaar.”
(vorige versie)
“Eindelijk is die nachtmerrie voorbij. Ik snak ernaar je weer te zien, Miriam.”
“Ik ook, Laura, zullen we morgenmiddag afspreken bij ‘ La Dolce’, daar kunnen we op het terras zitten.”
“Ja, heerlijk, zeg, weet je nog die laatste keer dat wij daar zaten?”
“Dat is wel meer dan een jaar geleden, hoor. Waaraan denk je dan?”
“Die rode cabrio met witte zetels die net voor de zaak parkeerde.”
“Dat was die peperdure wagen, ja, maar mooi vond ik hem niet, eerder kitscherig. Waarom begin je daar nu over?”
“De man die toen uitstapte en naast ons op het terras kwam zitten. Wat een oen. Met zijn afschuwelijke hawaïhemd, zijn bling-bling halsketting en zijn joekels van ringen aan elke hand. Hij leek wel een kerstboom.”
“En dan die varkenskop waarin hij die dikke sigaar stak.Gelukkig had hij ze nog niet aangestoken anders had ik hem beslist gevraagd of het niet stoorde dat wij onze gebakjes aten terwijl hij rookte.”
“Ja, maar dan die dame die even later uit dat blauwe Peugeootje stapte en naar het terras kwam. Wat een beauty en wat een klasse.”
“Precies het woord dat ik zocht, klasse, de manier waarop ze de trappen opkwam, de gedistingeerde jurk, de brede hoed en haar maquillage, perfect!”
“Hoe ze naar het tafeltje naast ons schreed, Ik zei je toen nog dat ik aan Audrey Hepburn moest denken in ‘Breakfast at Tiffany’s’.”
“Ja, ik zie het weer helemaal voor mij, maar waarom vertel je me dit nu?”
“Wel, lieverd, ik vond dat die twee totaal niet bij elkaar pasten.”
Hoi Gi, het verhaal klopt nu…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Gi, het verhaal klopt nu met de opdracht, maar als ik heel eerlijk ben, vind ik de eerste tekst beter geschreven. Je had eigenlijk alleen het verhaal in het heden hoeven te schrijven.
Klopt toch wel Gi?
Lid sinds
4 jaar 6 maandenRol
Klopt toch wel Gi?
Dan kruipt ne mens al eens…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Dan kruipt ne mens al eens terug in zijn pen...
Hallo Gi. Wel, Jo Erens…
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
Hallo Gi. Wel, Jo Erens spreekt en zingt een Limburgs dialect uit de Westelijke Mijnstreek met grote Hollandse invloeden. Het Ripuarisch is eigenlijk een Duitse taal. Ik denk wel dat er een (grote) verwantschap is tussen de twee, als je er van een afstand naar kijkt. Maar dat geldt aan het eind voor alle talen.
Juist bij het inzoomen wordt het interessant. Ik weet niet of het ergens anders net zo extreem is, maar de taal, de uitspraak, de woorden kunnen in de streek waar ik woon, per kilometer verschillen. Dus zodra hij zijn mond opendoet kan de Limburger zijn moederplaats niet meer verbergen. Dat kan heel ver gaan.
Als we bijvoorbeeld de gemeente Vaals, waar ik toevallig vandaan kom en die verder helemaal niets voorstelt in de vaart der volkeren, (Vols, taalkundig verwant met Wales, Wallis, Wallonie en uiteindelijk afkomstig van het Latijnse Vallis), heel precies beschouwen dan is het een soort onafhankelijk land tussen de grote buren Aken en Maastricht, met een eigen hoofdstad en omliggende boerendorpen. De Ripuarische taalgrens loopt dwars door die gemeente heen. De hoofdstad spreekt een Duitse taal en de boeren in Vijlen, Lemiers, Mamelis, Holset, Raren, Wolfhaag (allemaal op loopafstand gelegen) spreken Limburgs en dan elk een boerse variant daarvan. Je haalt ze er feilloos uit bij de poort.
Ja hoe klinkt dat? Moeilijk te vinden op het interweb. Zonder beeld en uitgeschreven tekst krijg je dit verder heel toepasselijke liedje:
https://www.youtube.com/watch?v=_3abSkzAa8o
En voor wie het nog niet wist, men is hier zeer chauvinistisch.
The Voice Ripuarie!…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
The Voice Ripuarie! Prachtige stemmen en samenzang, die Los Catastrophos, Haveewee. Een ontdekking en revelatie.Dank je wel.
Ik heb beide versies gelezen…
Lid sinds
18 jaar 2 maandenRol
Ik heb beide versies gelezen en vind de oorspronkelijke versie duidelijker. In de herschreven versie is me onduidelijk over wie het gaat, raak ik de draad kwijt. Het gevaar van meer dan drie personages in zo'n zeer kort verhaal is verwarring. Die heb je prima opgelost in de eerste versie.
Ja, Odille, toegeven aan je…
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol
Ja, Odille, toegeven aan je lezers is niet steeds een goed idee. Bedankt voor de f.b.