#293 Brief naar Antarctica
Dag lieverd,
Vanochtend bij het opstaan realiseerde ik me dat het vanaf vandaag nog precies zes maanden duurt voor je weer thuis bent. Dat je de Hollandse lente en de zomer dus zult missen dit jaar. Vreemde gedachte eigenlijk dat jij daar dik ingepakt zit en ik vandaag voor het eerst koffie dronk in de zon. Gewoon op een stoel in ons boomgaardje. Lekker die grassprietjes aan mijn blote voeten en de zonnewarmte op mijn nog ongewassen gezicht. Met mijn ogen dicht wist ik dat de malus al in bloei staat, ik hoorde het zoemen van een hommel. Arm beestje, de bloesem is nog niet ver genoeg open maar dat duurt geen dagen meer.
Ik had zin om eropuit te gaan. Ik heb de auto geparkeerd bij het poldergemaal en ben onze oude route gaan lopen langs de Maas. Een oude baas die langsfietste liet een sliert sigarenrook bij me achter waardoor ik ineens terug was in mijn kindertijd. De zondagochtendwandeling met mijn vader die eendjes met ons voerde aan de vijver. Je lijkt op ‘m, heb ik je dat weleens verteld? Die innerlijke beschaving en dezelfde geruststellende energie waarin ik me altijd veilig wist, heb jij ook.
De dijk is zo mooi in het voorjaar, al dat frisse groen en hier en daar al wat geel van de paardenbloem. Nog een paar weken en dan staat het fluitenkruid weer vol in bloei. Ik zag lammetjes dartelen en gek genoeg moest ik aan een van onze eerste dates denken. Weet je nog die picknick in de duinen, dat ik mijn losse bloes als een zeil liet opbollen boven mijn hoofd? Dat we elkaar achterna zaten en onze eerste kus daarna? ‘We nemen deze met een korreltje zand,’ zei je.
Ik moet een brede smile op mijn gezicht hebben gehad, want een paar mensen groette me en lachte naar me. Bij het jachthaventje geurde het naar die gezonde muffins. Of ik er een genomen heb bij de koffie? Ja natuurlijk! Goed volk, die biologische jongens daar in de keuken. Op de terugweg was het bijna te warm. Stom dat ik mijn hoedje niet bij me had, want de zon stak zelfs af en toe. Enfin, mijn eerste tien buitenkilometers van dit seizoen zitten erop, schat. En nu zit ik, rozig van het douchen, nog even rechtop in bed te schrijven. Het bed dat nu zo groot lijkt en dat ik over zes maanden weer met je mag delen.
Dag lief, een kus op je koude neus. Doe je ogen maar dicht dan zal ik je warmen.
Hoi Mechtilde, wat een brief…
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Hoi Mechtilde, wat een brief! Zulke brieven zou iedereen wel willen ontvangen met een warmte en liefde... Geweldig mooi! Lijkt me wel gevaarlijk die brief; als die warmte op Antarctica komt lijkt me dat niet goed voor het ijs ...
Alle gekheid op een stokje: er staan vele pareltjes in, waardoor ik het zo heerlijk vond lezen; hoe je met je ogen dicht weet dat de malus in bloei staat door het zoemen van de hommels, sliert sigarenrook die je terugbracht naar je kindertijd, doe je ogen maar dicht dan zal ik je warmen...
Mechtilde, ik heb echt genoten!
Mvg Ton Badhemd
Wat een lieve brief! Je…
Lid sinds
4 jaar 7 maandenRol
Wat een lieve brief! Je maakt de warmte van de lente voelbaar met je woorden en toon. Mooi!
Hoi Mechtilde, een heerlijk…
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Hoi Mechtilde, een heerlijk natuurlijk geschreven brief. Hartverwamend. Met genoegen gelezen. Fijne Paasdagen.
Hoi Fief, Minne en Ton. Dank…
Lid sinds
7 jaar 1 maandRol
Hoi Fief, Minne en Ton. Dank jullie wel voor de fijne reacties. Ik doe sinds veel te lang weer eens mee met de schrijfoefening en was er nog wat onzeker over. Dit geeft me zelfvertrouwen voor de volgende opdrachten. Fijne Pasen!