Lid sinds

15 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

#286 Astrid

 

Astrid.

Een vrouw loopt naar me toe. Ze heeft een rood shirt aan boven een zwarte broek. Ze draagt gympen. Het haar zit aan de achterzijde met een elastiekje in een paardenstaart. Ze heeft een jong, beetje rond gezicht met licht blozende wangen en haar ogen kijken me vragend aan.

‘Dag mijnheer de Bie, gaat u met me mee?’

Ze heeft het kennelijk tegen mij. Waar ken ik haar van? Ze lijkt op Astrid, mijn dochter. Ach natuurlijk, het is Astrid. Waarom is ze hier en niet op school? Ze is vanochtend nog op de fiets naar school gegaan. De fiets die mijn vrouw en ik haar voor haar verjaardag hebben gegeven. Was het voor haar elfde verjaardag? Goh, dat ik dat ben vergeten. Ze moet nu toch wel een jaar of vijftien zijn. Die fiets was tweedehands, een nieuwe was te duur. De avond voor haar verjaardag hebben we hem helemaal schoongemaakt en ik heb nog een nieuw zadel er op gezet.

‘Dag Astrid.’  Nu trekt ze haar mondhoeken een beetje op en schudt ze haar hoofd. Ik kijk haar vragend aan.

’Nee mijnheer de Bie, ik ben Joke, de fysio.’

Joke de Fysio? Wat een rare naam. Ik ken helemaal geen Joke de Fysio. Misschien is het een vriendin van Astrid, hoewel ik haar nooit die naam heb horen zeggen. Ze heeft wel veel vriendinnen. Dus het zou best kunnen. Maar waarom is ze dan hier zonder Astrid?

‘Waar is Astrid?’

‘Ik weet niet waar Astrid is. Zullen we wat gaan lopen? Probeer maar te gaan staan, dan kunt u de rollator nemen.’

‘Waar gaan we heen? Gaan we Astrid ophalen?’  Ik kijk in de rondte of ik Astrid zie. We zijn in een zaaltje met tafels. Groepjes mensen zitten aan de tafels. Het zijn onbekenden. Zou ze daar ergens tussen zitten?

‘Astrid.’ roep ik. Misschien dat ze mij niet ziet tussen al die mensen, maar wel kan horen. ‘ASTRID!’  Nu kijken een paar mensen naar me, maar nog steeds geen Astrid.

Mijnheer de Bie, we gaan niet zo hard gaan roepen, daar schrikken de mensen van. Astrid is hier niet. Was u vergeten dat u vandaag fysio had? Kijk, hier staat uw rollator. Pak met uw handen de handvaten en ga maar staan. Goed zo, ziet u wel dat u het kan. Nu nog de remmen los, dan kunnen we gaan lopen. Zo ja, heel goed, mijnheer de Bie.’

De eerste paar passen gaan moeizaam, mijn knieën willen eerst niet meedoen, maar dan gaat het beter. Gelukkig houdt ze me vast bij mijn elleboog, want ik zou niet weten waar we naar toe gaan. We lopen een gang in met links en rechts deuren. Als we langs een openstaande deur lopen, zie ik in de kamer een vrouw zitten aan een tafel. Naast haar staat een rekje. Ze zit met de rug naar me toe voor een raam dat uitzicht geeft over de straat. 

‘Astrid?’'

 

 

 

 

 

Lid sinds

4 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid

Een mooi verhaal, goed geschreven. Ik werd er helemaal in meegetrokken. Ik ben er ook wel een beetje door geraakt.