Lid sinds

9 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Ik kan niet slapen #284

9 februari 2020 - 19:05

 

Ik kan niet slapen. Buiten giert de storm. Zelfs met de ramen dicht zie ik de overgordijnen zacht heen en weer bewegen.  Ik hoor gerammel in de luchtkoker. Door de buigende bomen buiten verandert het licht van de lantaarnpaal voor mijn huisje de hele tijd, alsof er iemand met een zaklamp staat te zwaaien.  Geërgerd trek ik het dekbed nog verder over mijn hoofd.

Na een tijdje - ik moet toch even geslapen hebben – hoor ik beneden weer geklapper. De storm is nog niet gaan liggen. Misschien is het luik voor het grote raam losgeschoten. Ik trek mijn ochtendjas aan en besluit meteen ook maar een kopje thee te zetten. Warm ingepakt loop ik de trap af. Ineens zie ik hem, een donkere verschijning met een bleek gezicht. Hij staat onder aan de trap met een stuk hout. Even ben ik in shock en kijk ik hem aan, onafgebroken zonder met mijn ogen te knipperen. Als hij het stuk hout opheft om mij te slaan hoor ik mezelf zeggen:

“Dat helpt niks, ik ben een geest.” Het hout doorklieft mijn lijf, maar er gebeurt verder niets. De man voor mij wankelt, valt op zijn achterwerk en kijkt me ontzet aan. De ijselijke gil komt niet van mij.                                                                                 

“Flikker op, of ik verander joú in een geest”. Mijn stem klinkt dreigend als ik verder naar beneden loop, mijn ogen nog steeds op hem gericht. Ik ruk het hout uit zijn handen. Hij drukt zich omhoog tegen de meterkast en krabbelt overeind,  duwt de kamerdeur open en baant zich in het duister een weg naar de tuindeur, die staat te klapperen in de wind. Er ligt van alles op de grond: mijn boeken, CD’s, tijdschriften, mijn laptop en mijn nieuwe tablet. Ik volg hem en sla met het hout in zijn knieholtes. Hij valt, slaat zijn armen in paniek om zijn hoofd. Gilt het uit. Ik hoef verder niets te doen, hij is doodsbang. Ik pak mijn telefoon van de tafel en bel 112.

Als de politie hem heeft opgehaald, ga ik terug naar boven. Ik doe mijn ochtendjas uit en wil hem aan de kast hangen. Dan zie ik de enorme rafelige scheur aan de achterkant, van boven naar beneden.

 

 

Lid sinds

5 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
10 februari 2020 - 1:49

Hoi Annemieke, een verhaal dat je niet los laat. Het zit goed in elkaar. Vooral die laatste zin maakt dat je het verhaal steeds weer opnieuw wil lezen om er een antwoord op te krijgen.
Graag gelezen (verschillende keren)