#268 Het oneindige knoopje
Tara klopt haar eenpersoons dekbed uit. De vlekken deren haar niet meer, de wintermaanden staan weer voor de deur, ze vind het veel belangrijker dat ze geen kou lijdt. Langzaam stopt ze het dekbed in een grote boodschappentas. Blaadjes komen al ritselend op haar af als de schuifdeuren zich openen. De wind laat haar weten dat het een gure dag wordt. De stilte wordt doorbroken door de gehaaste voetstappen van de eerste treinreizigers. Het station komt weer tot leven. Ze grist het blikje bier van de grond, ze hoopt dat ze nog een beetje heeft bewaard. Maar het blikje voelt licht en leeg aan als ze de opening op haar lippen zet. Er vallen twee druppels op haar tong. De bittere en zoete smaken smelten in haar mond. Ze wacht met slikken, ze wil de smaken net als van een snoepje zolang mogelijk in haar mond bewaren. Maar dan hoort ze in de verte het gezoem van de schrob-zuig machine. Ze moet zorgen dat ze op tijd weg is. Als de schoonmaker haar ziet, zal hij de spoorwegpolitie inschakelen. De aanblik van de agent wil ze op de vroege ochtend maar al te graag ontwijken. Ze slikt het aangename brouwsel door. Met een zucht grijpt ze haar boodschappentas beet en gooit ze hem over haar rug. Ze sjokt naar de eerste vuilnisbak die op enkele meters afstand van haar is verwijdert.
De blikken die haar vuil aankijken of die zich regelmatig van haar afwenden ziet ze niet meer. Ze kijkt over de rand van de afvalbak, geuren van oude koffie en restanten uit de friture komen haar tegemoet. Haar reukvermogen is sinds dat ze dagelijks enkele jointjes rookt flink afgenomen. Erg vindt ze dat niet. Met haar vingers graait ze naar een wit papiertje dat tussen twee koffiebekers ligt. Iets donkerbruins helt net over het papiertje. Een glinstering verschijnt in haar ogen als ze het van dichtbij bekijkt. Gulzig hapt ze in een halve brownie, ze likt het velletje helemaal af tot de laatste kruimel. Het speeksel in haar mond verbant voor een tijdje de droogte in haar keel. Met een voldaan gevoel en een maag die zich voorlopig koest houdt loopt ze naar de volgende vuilnisbak. Ze kijkt op als een trein piepend tot stilstand komt. Een jongeman met een kaal geschoren hoofd die twee koppen groter is als de rest van het groepje studenten wijst naar haar, hij lacht bespottelijk. Ze hoort het woord 'slet' uit zijn mond komen. Ze besluit de vuilnisbak aan zich voorbij te laten gaan. Met haar korte benen loopt ze in hoog tempo naar de trap die voor haar ligt. Ze kijkt over haar schouder, tot haar verbazing ziet ze dat de jongeman haar achtervolgt. Het gebulder van het groepje studenten echoot in haar oren. Waar moet ze in hemelsnaam naartoe? Als een hert dat wordt opgejaagd schiet ze naar beneden. Met haar voet glipt ze even weg, ze wankelt, maar ze grijpt op tijd de leuning beet en herstelt zich gelijk. Dan hoort ze gevloek, verschrikt kijkt ze op tegen een man die tweemaal zo breed is als zijzelf. Hij grist zijn aktetas van de trap. Ze kijkt naar zijn ogen die lijken op die van een draak. Voorzichtig draait ze haar hoofd naar achteren. De wereld staat voor een moment stil. De kaalgeschoren jongeman ontmoet de vuurspuwende ogen, abrupt draait hij zich om en neemt de benen. Ze probeert de breedgebouwde man in gebrekkig Nederlands te bedanken. Zijn blik verandert in iets goedaardigs, hij knikt en vervolgens gaat hij met ferme stappen naar boven. Met open mond staart ze de man na totdat ze hem niet meer kan zien.
Beneden aangekomen laat ze zich om het hoekje tegen de muur omlaag zakken. Haar lichaam begint te rillen. Over een poosje zal het gaan snakken naar iets verdovends. Dan valt haar oog op een glinstering. Ze kijkt eerst om zich heen voordat ze de etui met de fonkeling oppakt. Niemand lijkt de leren pennenhouder te missen. 'I love Rik' staat er met blauwe letters opgekrast. Ze houdt de zilveren Keltische knoop die aan de ritssluiting van de etui hangt tussen haar vingers. Kriebels verschijnen in haar buik. Ze voelt de wind weer langs haar oren suizen.
'Faster!' riep ze en haar moeder zwaaide haar benen wederom de lucht in. De touwen van de schommel begonnen bij elke zwaai steeds luider te piepen. Ze droomde van haar glanzende krullen en haar diepbruine ogen. Ze hoopte dat ze ooit die kuiltjes in haar wangen ook zou krijgen. Ze haalt de Keltische knoop van het haakje. Ze maakt het kettinkje los dat om haar hals hangt. Het is door de jaren heen zwart geworden. De glinstering van het Keltische teken staat in schril contrast met haar donkere halsketting. Maar zo blij als het schommelende kind hangt ze de ketting weer om haar hals. Voor even vergeet ze de woeste blik van haar vader. Voor even vergeet ze zijn geuren van zweet en bier als hij haar gezicht hard tegen zijn borstkas drukte. Voor even vergeet ze zijn gekreun in haar oren waarvan ze elke nacht wakker schrikt.
Hoi Anke, blij je bijdrage te
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Mooi verhaal, goed
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Inhoudelijk heb ik geen
Lid sinds
5 jaar 1 maandRol
mw.Marie schreef: Hoi Anke,
Lid sinds
7 jaarRol
Fief schreef: Mooi verhaal,
Lid sinds
7 jaarRol
D.W. Alavelak
Lid sinds
7 jaarRol
Anke Kessels
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Ik lees graag verhalen waarin
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
Schrijfcoach Mabel Verstappen
Lid sinds
7 jaarRol