#266 Misdaad loont niet (vervolg op #265)

‘Bel ik ongelegen?’ … ‘Oh? Heb je assistentie nodig?’ … ‘Kees? Die is toch met vakantie?’ … ‘Oh, nou, dan stoor ik je niet langer. Bel maar als je me nodig hebt. Ik ben gewoon thuis vanavond.’ … ‘Moet je komen?’ ‘Nee, ik moest Najib nog wat vragen, maar die is onderweg naar een plaats delict. Ze hebben een lijk gevonden in de haven.’ ‘Jij hebt toch dienst?’ ‘Ja, maar blijkbaar is Kees terug van vakantie en hij was toevallig op het bureau.’ ‘Dat is aardig van Kees. Heb je onverwacht een avondje vrij.’ ‘Dat zou fijn zijn. Kunnen we die film eindelijk een keer afkijken.’ ‘O ja, goed idee.’ ‘Schat?’ ‘Mmm?’ ‘Volgens mij hoor ik je telefoon.’ ‘O shit, die ligt nog in de keuken. Ik zou haast vergeten dat ik nog steeds dienst heb.’ ‘Moet ik hem even voor je pakken?’ ‘Nee joh, dat kan ik zelf wel.’ ‘Hé Najib, sorry. Ik heb je vorige oproep gemist. Ik had mijn telefoon in de keuken laten liggen. Wat is er zo dringend?’ … ‘Hoe bedoel je, een bekende? Wie is het?’ … ‘Weet je het zeker? Weet je het heel zeker?’ … … ‘Ja, ik ben er nog. Godverdomme, hier was ik al bang voor.’ … ‘Ja, dat dacht ik ook, maar blijkbaar kon hij het niet laten. Ik heb hem helaas nooit op heterdaad kunnen betrappen.' ... 'Ik kom er direct aan.’ ‘Wat is er Henk? Wie belde er? Je ziet zo bleek.’ ‘Lieverd, ik moet naar het bureau.’ ‘Nu?’ ‘Ja, maar ik zou het fijn vinden als je met me meegaat. Ik weet niet goed hoe ik het je moet vertellen. Ze hebben... Verdomme!!’ ‘Henk, wat is er aan de hand! Zeg het nou maar! Je maakt me ongerust.’ ‘Het lijk in de haven…’ ‘Wie hebben ze gevonden? Is het een bekende?’ ‘Kees herkende hem meteen, maar ik moet komen om hem officieel te identificeren… Ze hebben het lichaam van mijn broer Peter uit de haven gevist.’