#256 Bij het kampvuur
Na bijna een maand reizen in Jordanië in opdracht om een reisverhaal te schrijven is Marie nu voor de laatste van drie nachten in een bedoeïenkamp. Deze avond viert ze met acht studentes, die hun lustrumreis maken. Kamal, haar chauffeur eerder deze reis, schuift ook aan bij hen aan het kampvuur. Het kan behoorlijk fris zijn ’s avonds in deze regio. Vandaag hebben Marie en de studentes elkaar leren kennen, want als je verblijft bij deze woestijnnomaden krijg je allemaal een taak. De bedoeïnenvrouwen leren de gasten geitenhoeden, stoffen verven en gewaden maken. Marie heeft stiksels leren maken, die bij deze familie horen. De bedoeïenvrouwen spreken alleen hun eigen taal, maar toch hebben ze elkaar wonderwel begrepen en veel gelachen. Stiekem is Marie verknocht geraakt aan dit leven. Maar morgen zal de bestuurder haar brengen naar de luchthaven, vanwaar ze naar Nederland terugvliegt.
Kamal vertelt bij het kampvuur aan de Nederlandse toeristen in het bedoeïenenkamp in Jordanië over zijn allergrootste liefde van zijn leven. Op zijn achttiende ziet hij op Mallorca het meisje van zijn dromen, blond haar, getinte huid en een blauwwitte bikini aan. Ze is met haar ouders uit Nederland op vakantie. Hij heeft een foto van haar, waar ze naast een afbeelding van een Niveazonnebrandcrèmereclame meisje staat. Die is knap, maar zijn liefde verslaat echt alles. Hij laat zijn mobiel rond gaan.
Marie denkt: hè, hoe kan dat nou? Ze herkent haar bikini, maar die grote zonnebril herkent ze niet. Dit moet toeval zijn.
Kamal vertelt verder dat hij de vader van zijn liefde heeft gevraagd of hij met haar mocht trouwen. De vader antwoordt: ‘Mijn dochter zal trouwen met diegene die zijzelf kiest en zeker niet voor haar achttiende jaar.’
Kamal bespreekt dit met zijn vader, die zegt hem: ‘Als je met een Nederlands meisje wil trouwen zal je op zijn minst haar moedertaal moeten leren. Vanaf dat moment gaan vader en zoon Nederlands leren en spreken ze wekelijks met elkaar in het Nederlands. Nu, vijftig jaar later, verrast Kamal de gasten met accentloos Nederlands. De meesten reageren met ach en o, alleen Marie houdt zich stil. Zij herinnert zich wat haar vader destijds tegen haar zei: ‘Trouw nooit met een Arabier, je verliest al je vrijheid en wordt opgesloten in een harem. Daar krijgen we je nooit meer uit.’ Deze woorden echoën door haar hoofd, haar hart bonkt in haar keel. Ze herkent de man van zoveel jaren geleden niet echter, dit verhaal kent ze deels veel te goed.
Niet reageren, ik zit niet op zo’n man te wachten, zeer zeker niet.
Hoe krijg ik het voor elkaar om hier zonder kleerscheuren terug naar Nederland te reizen, vraagt ze zich af.
Op dat moment hoort ze slof-slof-sloff in een haar bekend tempo. Haar hart slaat op hol. Carolien? Dan ziet ze de kop van een kameel naast Kamals hoofd. Het ìs Carolien. Tranen lopen over haar wangen. Zij redde haar in de hevige zandstorm, drie weken geleden. Het lijkt zolang geleden, wat was ze bang, ze voelde zich ten dode opgeschreven en deze wondermooie kameel sauveerde haar op eigengereide wijze. ‘Carolien,’ zegt ze zachtjes en rent naar haar toe, ‘jij bent het. Het is het mooiste wat me deze laatste avond nog kon overkomen.’
De studentes zien Kamal verbaast naar Marie kijken en als ze de kameel omhelst kijkt hij stoïcijns voor zich uit.
De vieze geur van het beest deert haar niet. Het is hààr maatje. Marie ziet de kameel onverstoorbaar voor zich uitkijken, ziet ze nu het dier naar haar knipogen en naar Kamal kijken?
Nee, dit is geen sprookje van duizend en een nacht. Dan ziet Marie haar lieveling ja knikken, het is ècht. Ze neemt plaats naast Carolien, iedereen schuift wat op en zo zit ze ook naast Kamal. Marie kijkt recht in de, door het kampvuur verlichte, honinggele ogen van Kamal. Hij glimlacht liefdevol naar haar en reikt zijn hand: ‘Marie wil je jouw zijde van het verhaal vertellen?’
Zij kijkt hem aan, kan niet weigeren, volledig in zijn ban. Ze voelt zich niet gevangen, maar bevrijdt en een brede glimlach breekt door op haar gezicht. Terwijl Kamal Marie’s hand vast houdt, vertelt zij haar verhaal.
Als ze uitgesproken is joelt iedereen door elkaar en de gasten roepen: ‘Zoenen, zoenen.’
Kamal wuift hun woorden weg: ‘Eerst maar eens kennismaken toch?
En dan geeft hij haar het touw van Carolien: ‘Zij is voor jou, Marie.’
Juicy, Mw.Marie, je verborgen
Lid sinds
6 jaarRol
Bruno Lowagie schreef: Juicy,
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Leuk verhaal. Met plezier
Lid sinds
12 jaarRol
Hoi Mw.Marie, Een leuk
Lid sinds
7 jaarRol
Hoi Marie, Dit is een erg
Lid sinds
6 jaar 8 maandenRol
Hadeke schreef: Leuk verhaal.
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Anke Kessels schreef: Hoi
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Jurrit schreef: Hoi
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Voor Katja, graag deze tekst
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Knap gedaan Mw.Marie! Het
Lid sinds
7 jaarRol
Anke Kessels schreef: Knap
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Ik heb beide versies gelezen
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
Heel leuk verhaal. Wat
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Schrijfcoach Katja de Vries
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
excuses tweemaal geplaatst
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
N.D.D. schreef: Heel leuk
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Nog even een vervolgreactie
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
Schrijfcoach Katja de Vries
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hoi Marie, na alle goede tips
Lid sinds
13 jaar 8 maandenRol
Hallo mw.Marie, … was me dat
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Riny schreef: Hallo
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol