#254 De reis van mijn leven
Je zou verwachten dat ik in paniek ben. Verward, of op z’n minst ongerust. Maar niets is minder waar. Ik heb me nog nooit zo kalm gevoeld. Helder zou ik bijna zeggen, ware het niet dat ik me absoluut niet kan herinneren waarom ik me op dit moment op het vliegveld bevind. Verwonderd kijk ik naar het vliegticket in mijn hand en de rij mensen voor mij. Langzaam schuifelen we richting de incheckbalie, waar een dame met een engelengeduld de reizigers één voor één incheckt. Ondanks de drukte neemt ze de tijd en voordat ze de reizigers de juiste richting wijst, fluistert ze ze nog iets toe. Ik ben benieuwd wat het is. Het moet vast een goeie grap zijn, want alle reizigers verlaten haar balie met een grote glimlach.
Ik probeer me te focussen op de letters op mijn ticket, in de hoop wat wijzer te worden over mijn bestemming, maar zonder leesbril is het een verloren zaak. Ik zucht berustend en kijk om me heen. Ik kan me niet herinneren dat ik in gezelschap was, maar aangezien de hele situatie nogal ongewoon is, zou het zo maar kunnen dat ik hier toch samen met iemand naartoe gekomen ben. Die ik voor het gemak dan natuurlijk ook weer vergeten ben. Nogmaals speur ik de rij wachtenden af, maar geen van hen komt me bekend voor. Wel valt het me op dat de meesten van hen er wat bleekjes bij staan. Een beetje zon zou ze goed doen. Wacht.. misschien is dat het en ga ik een weekje naar een tropische bestemming. Het is tenslotte hartje winter en ik had toch het plan om er even helemaal tussenuit te gaan? Ja, nu herinner ik het me weer.
Plots flitst er een helder licht door de hal en in een reflex scherm ik mijn ogen af. Maar zo snel als het er was, is het licht ook weer verdwenen. Nu voel ik wel iets van verwarring en geschrokken kijk ik om me heen. Mijn medereizigers staan nog net zo rustig te wachten als daarnet. Sommigen zijn in een geanimeerd gesprek verwikkeld en niemand lijkt iets vreemds te hebben opgemerkt. Ik wrijf in mijn ogen en ietwat beduusd schuifel ik door in de rij.
Als ik bijna aan de beurt ben, vult een hemelse geur mijn neus. Ik kan het niet helemaal thuis brengen, maar ik ruik overduidelijk versgemaaid gras, vermengd met zonnebrand; of zijn het toch zoete sinaasappels die rijpen in de zon? Net als ik wegdroom op deze heerlijke geuren, haalt de stem van de baliemedewerkster we weer terug.
‘Goedemiddag mevrouw Van Harten, mag ik uw reisbescheiden aannemen?‘ Met een oogverblindende glimlach steekt ze haar hand uit en gedwee leg ik mijn ongelezen ticket in haar hand.
Haar ogen flitsen geroutineerd over het papier en kijken me dan doordringend aan. Ze zijn blauw als de hemel op een onbewolkte julidag.
‘Sorry mevrouw’ zegt ze, ‘ik mag u niet doorlaten. U bent hier te vroeg.’
Verbaasd kijk ik haar aan. ‘Maar..’ stamel ik, want nu ik eenmaal bij de balie sta, wil ik niets liever dan op reis.
‘Het spijt me’ herhaalt ze resoluut en voordat ik kan antwoorden, drukt ze op een grote knop. Weer flitst het door de hal en dit keer beneemt het me de adem. Het lijkt alsof er met grote kracht op mijn borstkas wordt geslagen. Ik sluit mijn ogen om de pijn te incasseren. Even is er niets en dan hoor ik duidelijk mensen dicht bij mij. Alsof ze om me heen staan. Één van hen roept opgelucht. ‘We hebben een hartslag!’
Chantal wat een bijzonder
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Ik hoop dat ik het goed
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
@Marie en @Fief, dank voor
Lid sinds
13 jaar 8 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
edwinchantalenquinten
Lid sinds
6 jaarRol
Damn goed geschreven zeg.
Lid sinds
12 jaar 8 maandenRol
Hoi Chantal, Je hebt een
Lid sinds
7 jaarRol
Niets meer aan doen. Ik heb
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
mooi! en geen woord te
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Allemaal hartelijk dank voor
Lid sinds
13 jaar 8 maandenRol
Vet. Eerst zat ik op een
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol