opdracht #252 - zusterziel
Op een nacht zat ze plotseling naast me. Mijn zusterziel. Ik herkende haar onmiddellijk. Het was op zo'n nacht dat een mens moeilijk in slaap geraakt. De molen van het denken wil maar niet stoppen. Hevige emoties verhitten dat denken. Versnellen het wentelen van de wieken.
De beker warme melk heeft niet geholpen, net zo min als mijn stuntelige, maar goed gemeende ademhalingsoefeningen. In bed, uit bed, op de rand van het bed. Naar het toilet. Nog een keer naar het toilet. Voor het raam staan en staren naar de vage contouren van de seringenstruiken waarvan de zoete bloesemgeur in de neus dringt, naar de donkere hemel zonder sterren of maan, naar de haag die de buurman die dag geschoren heeft en naar de daken van de omringende huizen waar iedereen slaapt. Er is geen verlicht venster te bespeuren.
Wat was ik blij mijn zusterziel te mogen ontmoeten. We zaten hand in hand. Door haar rust verminderde mijn onrust.
Ik vertelde haar dat ik de slaap niet kan vinden, zo alleen, in het vertrouwde tweepersoonsbed, dat koud en leeg aanvoelt zonder mijn man. Hij slaapt liever bij een andere vrouw, bekende hij.
“Ach zusterziel. Ik verga van de zielenpijn. Hij streelt haar borsten, hij bedrijft met haar de liefde. Mijn dochtertje die af en toe bij hen logeert zegt dat ze 's nachts geschreeuw uit de echtelijke slaapkamer hoort komen. Ze vroeg me waarom. Wat de reden daarvan is. Wat moet ik haar vertellen?”
Mijn zusterziel zweeg maar kneep in mijn hand.
“Ik hield van mijn man, ik houd nog van hem, maar geschreeuwd heb ik nooit!
Eén keer heb ik geschreeuwd. Eén keer ben ik met een collega intiem geweest. Het genot was groot. Maar hij was getrouwd en ik ook, dus.....”
Mijn zusterziel nam me bij de hand.
“Sluit je ogen”, zei ze, “ik neem je mee op reis. Voel je de wind door je haren? Ruik je de geuren van de stad? We vliegen nu over het kanaal. Ruik je het water? We zijn nu in de straat waar je man met zijn nieuwe vrouw woont. Je ruikt de geur van de vismarkt die hier wekelijk plaats vindt. Nu ruik je het parfum van de vrouw. Je mag je ogen open doen. Zie je de snikkende vrouw in het bed? Ze ligt alleen, net als jij. Hij zit beneden, kijkt naar een video waar de meeste vrouwen het moeilijk mee hebben, drinkt liters bier en ligt straks dronken van wellust en drank op de grond te braken en te kronkelen.
Morgenochtend mag zij dweilen en lachen.
Kom, ik breng je terug."
Wer nie sein Brot mit Tränen asz
Wer nie die kummervolle Nächte
Auf seinem Bette weinend sasz
Der kennt euch nicht, ihre himmlische Mächte.
Goethe
Marijcke wat mooi, een bijna
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol