Lid sinds

10 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#244 - onterechte doodstraf

5 mei 2019 - 11:39
Op de glaswand staat de afdruk van een hand. Een vrouw die in wanhoop afscheid neemt van haar ter dood veroordeelde geliefde? Ik onderdruk de neiging de vlek weg te poetsen. Het is toch een soort monument. Als Jonathan verschijnt forceer ik een glimlach. Het is belangrijk beleefd te blijven. Ook al ziet hij er moe uit. Onverzorgd. Misschien komt het door de baard. Of is het de vermoeidheid die de baard er onverzorgd uit laat zien? “Hoe gaat het met je?” Hij zucht als hij gaat zitten. Alsof hij leegloopt en inzakt. Een ballon. Een grote grijze ballon. “Het is niet makkelijk, Suus. Hoe is het met jou?” Het is een loos vraag- en antwoordspel. Het tafeltennis van de gesocialiseerde samenleving. “Ik red me best. Ik ben een sterke vrouw.” Ik span mijn biceps aan en klem mijn hand erom. “Maak ze maar niet boos”, grapt Jonathan. We lachen allebei. Achter me verandert de bewaker van positie. Zijn sleutels rammelen. Ik laat mijn arm zakken, trek de onwillige stof van mijn broek recht en buig voorover. Ik wil iets fluisteren, realiseer ik me. Ik wil iets in vertrouwen vragen. Geheimen bespreken. Beschaamd recht ik weer mijn rug. Hier is niets geheim. “Heb je er spijt van?”, vraag ik in de ruimte. Het klinkt naakt. Jonathan bijt op zijn lip en kijkt even weg. “Het spijt me dat het zo afloopt, dat wel. Maar het is beter dat ze er niet meer is.” “Hij,” corrigeer ik hem, ”Het is beter dat hij er niet meer is.” Het geeft niet. Het is een verspreking. Ik knijp mijn beide ogen even dicht. Toegeeflijkheid. Hij moet voelen dat ik hem steun in zijn laatste dagen. Het is naar dat ze hem hebben opgepakt en mij niet. Het zou niet netjes zijn hem nu af te vallen. Jonathans uitdrukking blijft ongewijzigd. “Zij,” zegt hij dan. “Ze heette Samantha. Ze was een vrouw: zij.” Een luchtstroom trekt achter mijn ogen omhoog en laat mijn hoofd zweven. Het besef is licht als helium: Jonathan zit hier voor de dood van Samantha. Hij gaat hier de stoel krijgen voor de moord die we samen hebben beraamd, maar die ik heb gepleegd. Hoe heb ik dat kunnen missen? “En Mark dan?” Ik hoor mijn stem van binnen echoën. Het geluid moet uit mijn mond via mijn oren in botsing zijn gekomen met de stem in mijn hoofd. Jonathan zou Mark doen. Dat was het plan. Ik zijn Samantha en hij mijn Mark. Jonathan knijpt zijn ogen samen. “Wat is er met Mark?”, vraagt hij. Zijn stem klinkt zacht. Vleiend bijna. De gedachten fladderen door mijn hoofd. Ik moet kalmeren nu. Rustig blijven. Misschien houdt het tikken dan op en kunnen ze landen. Lang genoeg stil blijven staan om hun betekenis te tonen. Jonathan is opgestaan. Hij schudt lachend zijn hoofd en draait zich om. Hij lacht. Hij is niet boos. Jonathan beschermt me, hij draagt mijn schuld. Dat is goed. Dankbaar sta ik ook op en kijk hoe Jonathan naar de bewaker loopt. Die knikt naar hem en opent de deur. Waar zijn de sleutels? Mijn lip kriebelt, hitte kruipt over mijn rug omhoog. Ik veeg mijn hand af aan het broekpak, twijfel kort en wrijf dan over het glas. De handafdruk zit aan de andere kant.

Lid sinds

8 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 mei 2019 - 14:09
Hoi Willemijn. Interessant stukje heb je geschreven. De hand op de glasplaat intrigeert mij als lezer. Inhoudstechnisch is het fijn dat je iedere spreekzin in dialoog van een persoon op een nieuwe regel platst. het leest wat prettiger als je ' deze gebruikt ipv jouw " . Deze laatste gebruik je als je iemand citeert in je dialoog zin. Bijv. “Hoe gaat het met je?” Ik neem aan dat hp hier aan het woord is? 'Het is niet makkelijk, Suus.' Hier is Jonathan aan zet, dus nieuwe regel. Af en toe een nieuwe alinea geeft ook rust voor je lezerspubliek. Ik hoop dat het een beetje duidelijk is, alles hier voor de leesbaarheid. Ik heb je nog niet eerder hier gelezen, ik wens je veel schrijfplezier toe. Fijne bevrijdingsdag.

Lid sinds

10 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
5 mei 2019 - 22:21
Dankjewel voor de tip van de aanhalingstekens. Is idd een stuk duidelijker. Ik heb nog een vraag: is het duidelijk in de tekst dat de hp - tot haar eigen schrik - degene blijkt te zijn die in de dodencel zit? Ik vrees dat dat er niet helemaal uit komt. Had jaren geleden hier ook al eens wat geschreven. Was vergeten hoe heerlijk het is om af en toe met schrijfopdrachten te werken.

Lid sinds

10 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
6 mei 2019 - 16:07
Willemijn ik ben het met Marie eens, je zou wat meer ruimte tussen de regels moeten plaatsen.. Het is een intrigerend verhaal, maar wat jezelf al aangeeft of het duidelijk is of de hp in de dodencel zit is inderdaad lastig te begrijpen.Ja in de laatste zin is het duidelijk, maar tegelijk ook heel vreemd. Helemaal omdat je ook schrijft: Jonathan zit hier voor de dood van Samantha. Hij gaat hier de stoel krijgen voor de moord die we samen hebben beraamd, maar die ik heb gepleegd. Terwijl als ik het goed begrijp komt hij op bezoek. Je gebruikt mooie zinnen en ik vind de handdruk op de ruit erg goed gevonden. Graag gelezen en een fijne dag

Lid sinds

10 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
6 mei 2019 - 22:44
Dankjewel Thea Josephine voor je reactie. Het idee van een verwarde hp die personen, plaatsen en gebeurtenissen door elkaar haalt, is in deze poging idd niet gelukt helaas. Volgende keer opnieuw of iets anders proberen. Tot dan!

Lid sinds

5 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
15 mei 2019 - 11:39
Beste Willemijn, Mijn excuses voor de late feedback. Ik vind je verhaal goed geschreven. De korte zinnen helpen om wat verwarring te voelen als lezer. Ik haal uit de tekst niet echt dat de hp in de gevangenis zit. Je zou dat idee wat meer kunnen wekken door bijvoorbeeld kleine stukjes van de kleding van Jonathan te beschrijven. Dat ze bijvoorbeeld eens iemand ziet in een andere kleur dan alleen maar oranje of zwart wit gestreept of iets dergelijks. Verwarring komt ook nog iets beter uit je verhaal als je de hp iets meer van de hak op de tak laat gaan. Ik lees graag meer van je en zou graag meer willen weten over Suus.