#244 De bekentenis
Berend hoort de celdeur met een metaalachtige klank achter hem in het slot vallen. Een extra grendel wordt werktuiglijk door de bewaker in een houder geschoven. Berend kijkt naar zijn broer Jos die voorovergebogen op zijn bed zit. Hij aarzelt even of hij naar hem toe zal lopen, maar gaat dan toch naast hem zitten op het versleten matras. Geluiden van buiten de cel, die gewoonlijk door de muren binnendringen, lijken gesmoord te worden vooruitlopend op de voltrekking van het vonnis. De tralies werpen schaduwen als lange vingers over de stenen vloer en uit het plafond steken slechts een paar gekleurde elektriciteitsdraden. Een fitting met de schroefdraad van een peertje er nog in ligt in een hoek. Stukken van het gebroken dunne lampenglas zijn achteloos bij elkaar geveegd. Een muffe geur ademt uit de stenen van de dodencel.
‘Zullen we bidden,’ verbreekt Berend de ijzige stilte.
‘Bid voor jezelf Berend, bid vooral voor jezelf.’
Hij is niet gewend dat zijn naam zo door Jos wordt uitgesproken. Het maakt hem nog nerveuzer dan hij al is. Jos noemde hem altijd Beertje, hetgeen voor hem altijd de bevestiging van pure broederliefde heeft betekent.
Wat hij voor zichzelf zou moeten bidden, weet hij niet. Het gaat niet over mij, maar over jou, wil hij zeggen.
‘Jos laat mij bekennen, laat mij voor mijn daad gestraft worden, ik ben degene geweest met drugs in mijn tas, het was mijn tas, niet de jouwe. Je hebt een gezin Jos, ikke niet, ik kan niet met de gedachte verder als jij voor mij …’
Jos ging verzitten en Berend dacht dat hij wat ging zeggen, maar hij bleef zwijgen.
‘Na jaren van misbruik door die ouwe ben jij degene geweest die daar een eind aan heeft gemaakt Jos en daar ben ik je nog eeuwig dankbaar voor. Hoe heb ik het in vredesnaam goed kunnen vinden dat jij nu de schuld op je hebt genomen?’ Berend probeert zijn tranen in te houden door een paar keer te slikken.
‘Waarom ben je in vredesnaam met mij naar dit land gegaan, waarom Jos…?
Ik moest mijn mond houden, “het is mijn tas en daarmee basta”, zei je.’ “Het komt goed Beertje, het komt allemaal goed “.
…’ Maar dit komt niet meer goed als ik nu niet beken. We hebben nog een uur en dan Jos; je kinderen hebben je nodig, Al heb jij het misbruik gestopt, mijn leven is verknald Jos, ik schijn er niks van te kunnen maken blijkt wel.’
Zijn tranen laat hij vrij over zijn wangen rollen, want hij weet dat als zijn broer zich eenmaal iets heeft voorgenomen hij er niet meer van afwijkt. Hij kent Jos als geen ander en voelt zich radeloos en machteloos tegelijk.
Ze denken beiden, zwijgzaam naast elkaar, voorbij de tijd nog te gaan. Plotseling dringt er rumoer van buiten de cel in.
Jos gaat staan en tegelijk komt Berend ook overeind. Ze staan tegenover elkaar en kijken elkaar recht in de ogen. Jos pakt met beide handen het gezicht van Berend.
‘Beertje zorg voor de kinderen en Malika. Dit is de enige juiste oplossing voor mijn kinderen om ze te beschermen tegen hun vader.’
Berend fronst zijn wenkbrauwen omdat hij niet direct begrijpt wat Jos hiermee bedoelt te zeggen.
‘Jij moet het doen Beertje, jij kan het, geloof in jezelf. Ik ben ziek, ik ben net zoals die ouwe, een gevaar voor mijn eigen kinderen.’
De celdeur wordt geopend en hij geeft Berend een kus op zijn open mond. Tussen twee bewakers in loopt Jos de gang in. Berend lijkt vastgeketend aan de stenen vloer.
Brrr... Heftig en
Lid sinds
6 jaarRol
Dankjewel Bruno voor je
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Thea Josephine, wat beschrijf
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Thea Josephine, … je maakt me
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Dankjewel Marie voor je
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Riny dankjewel voor je
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol