#244 Als het dan toch moet
‘Het is levensgevaarlijk, laat me met u mee naar binnen gaan,’ dringt de bewaker nogmaals aan.
‘Nee hoor, mij doet Gregor niets, daar kunt u van op aan,’ zeg ik.
De deur wordt geopend en daar zit hij, rustig zoals ik hem ken. Zijn diepdonkerblauwe ogen lichten op als hij me herkent.
Geen geluid of beweging van zijn zijde, ik ruik zijn vertrouwde lucht. Het hoort bij ons beiden, als de ademhaling bij een levende.
Uit zijn lichaamstaal kan ik niet opmaken hoe het voor hem voelt in deze dodencel. Zoals altijd straalt hij een bijna serene rust uit. Mijn hart klopt wild in mijn borst, het doet pijn, ik kan wel janken.
‘Gregor,’ hoor ik mezelf zeggen, hij kijkt naar me. ‘Ik ben de dader, jij was het niet. Jij deed je best om mij te verdedigen, jou treft geen blaam,’ gooi ik eruit.
Hij kijkt onbewogen, zijn ademhaling versnelt geen seconde.
Ík kruip tegen hem aan, streel zijn hoofd, snikkend stromen de tranen over mijn wangen op zijn borst.
Hij blijft onverstoorbaar.
‘Jij begrijpt het niet, maar hoe maak ik het je nu duidelijk,’ probeer ik het nog een keer.
Gregor loopt een paar passen heen en weer, gaat weer zitten, kijkt naar het tralieraam boven onze hoofden.
‘Laten ze je wel naar buiten of houden ze je hier?’
Die berustende blik in de ogen van hem, het maakt me rustig, tegelijkertijd slaat de paniek toe. Hoelang hebben we nog samen?
Ik ga naast hem zitten, haal mijn drankje tevoorschijn. Hij kijkt nieuwsgierig naar mijn handen.
‘Je moet, je mòet Marie,’ spreek ik mezelf toe.
Handschoenen aan, ik heb het duizendmaal gerepeteerd in mijn gedachten. Niet trillen met je handen, anders mors je. Het is levensgevaarlijk spul. Ik draai de dop eraf, knik naar hem. Hij likt met zijn tong langs de flessenhals, waarop hij direct neerploft.
De bewaker slaat de deur open met een dreun tegen de muur: ‘Wat doet u nu?’
‘Als iemand hem ter dood moet brengen, doe ik het zelf, zijn baas. Hij verdedigde mij, het had nooit mogen gebeuren,’ kan ik nu volkomen rustig uitbrengen.
‘Die doodenge man die ik tegenkwam achter het hondenbosje wilde me verkrachten of nòg erger. Ik zie nog die ijzingwekkende grijns op zijn gezicht. Ik schreeuwde zo hard als ik kon. Het touw dat hij in zijn hand had. Hij zei letterlijk: ‘Jou ga ik pakken totdat je het niet meer weet.’ Die stem, ik kan er nog niet van slapen. Hoelang moet ik nog wakker liggen van zo’n rotvent. Toen hij de streng om mijn nek slingerde werd het Gregor teveel. Het ging zo snel. Ineens lag die vent daar in een grote plas bloed.
En dàn komen mensen erop af. Als het kwaad is geschied dan weet ineens iedereen dat mijn hond niet onder controle was. Al die mensen die zo bang in hun huizen zitten. Als ze geschreeuw horen hebben ze het niet gehoord. Hun tv toch of zo. Ineens zijn ze er om te “helpen”. Mijn pleidooi geldt niet bij de rechter. Waar was mijn “bewijs”? Had ik er een filmpje of foto’s van?
Dus moest hij direct achter slot en grendel hier, daarvan heb ik hem nu kunnen bevrijden. Ik ben en was zijn baas, nu heeft hij rust, ìk zal die vrede nooit meer kunnen vinden.’
Kippevel Marie.
Lid sinds
5 jaar 6 maandenRol
Wow, het lijkt wel of we voor
Lid sinds
5 jaar 10 maandenRol
Hallo Mw.Marie, … weer zo'n
Lid sinds
11 jaar 5 maandenRol
Ha Marie, Heel
Lid sinds
10 jaar 3 maandenRol
Knap.
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Fief schreef: Kippevel
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
Bruno Lowagie schreef: Wow,
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
Riny schreef: Hallo
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
Levina Levja schreef: Ha
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
N.D.D. schreef: Knap.
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
Marie,ik dacht eerst ook dat
Lid sinds
10 jaarRol
Wat een bizarre wending in de
Lid sinds
15 jaar 2 maandenRol
Thea Josephine
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol
jascha schreef: Wat een
Lid sinds
8 jaar 7 maandenRol