# 241 - Lieg'ie/of liegt'ie niet
Schrijfopdracht #241 – Lieg’ie/of liegt’ie niet
Ome Keesje
Lang geleden woonde in een dorp, in een vervallen huisje langs een achteraf grachtje een man alleen.
Ome Keesje, werd-ie door de dorpsbewoners genoemd. Hij was klein, en oud – ik denk dat hij altijd al oud was, althans voor ons kinderen was dat zo – hij liep voorover gebogen met zijn hoofd tussen zijn schouders. ‘s Zomers droeg hij een blauw jasje en in de winter een zwart met een zwarte das en altijd een pet. Zijn schoenen waren hoog en onverzorgd. Hij had meestal een rode zakdoek bij zich om zijn neus te snuiten; alsof hij altijd verkouden was.
Je vond hem vaak lopend in het dorp en soms ook wel eens op de grote weg om naar een verder gelegen dorp te gaan. Wat hij daar deed wisten we niet. Hoe hij aan zijn geld kwam wisten we ook niet. Een uitkering? Een pensioentje; had hij gewoon van zichzelf wat geld? Nou ja, soms stopten de mensen hem wel eens wat toe.
Wanneer het kermis was in het dorp, draaide hij de hele dag rondjes in de draaimolen. Hij zat dan niet op een paardje maar in zo’n koetswagentje achterin. Van de burgemeester mocht hij dat zo lang hij wilde en … groot feest: de schoolkinderen mochten op die eerste dag van de kermis ook gratis een ritje mee, maar dan was het voor hen afgelopen met de pret.
Het jaar daarop als er weer kermis was, draaide Ome Keesje zijn rondjes mee. Ook de kinderen, mochten een rondje. Gelukkig vond niemand het erg. Het hoorde gewoon zo.
Als de kermistijd voorbij was, liep hij zo maar wat door het dorp en struinde wel eens langs het water van sloot en plas. Waar leefde hij toch van? vroegen de mensen zich opnieuw af. Zo te zien gebruikte hij niets; hij was altijd dezelfde. Als hij liep keek hij een beetje naar links of naar rechts. Meestal keek hij recht voor zich uit en ook een beetje naar beneden. Ook pakte hij dikwijls zijn zakdoek om daarin even zijn gezicht te verbergen.
Op zekere dag hoorden we dat Ome Keesje dood in zijn huisje was gevonden. ’Ach toch, die Ome Keesje, wat sneu om zo aan je eind te moeten komen,’ gonsde het door het dorp.
Na een maand of wat, gebeurt er iets bijzonders: alle dorpelingen en buurtbewoners schieten overeind. In de plaatselijke krant wordt door Burgemeester en Wethouders bekend gemaakt, dat binnen niet onafzienbare tijd, op een nog nader te bepalen plaats een speeltuin zal verrijzen met een draaimolen. Dit allemaal ter nagedachtenis aan Ome Keesje die hiervoor een flink legaat heeft nagelaten. Vreugde alom. Wat een bijzondere Ome Keesje hebben wij toch gehad, spraken nu de bewoners.
Soms als ik wel eens door de stad loop en hier en daar kleine speeltoestellen op rustige hoeken tussen flats zie staan met vrolijk spelende kinderen, denk ik wel eens aan Ome Keesje terug.
Heerlijk nostalgisch stukje.
Lid sinds
6 jaarRol
Die ome kees toch Mooie
Lid sinds
7 jaar 9 maandenRol
Mooi verhaal. Zo'n
Lid sinds
5 jaar 7 maandenRol
Heel mooi! Leve ome Keesje
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Bruno Lowagie
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Annette Rijsdam schreef: Die
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Fief schreef: Mooi verhaal.
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Annetteke schreef: Heel
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol
Riny, ik kom wat later, maar
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Hallo mw.Marie, … dank voor
Lid sinds
11 jaar 7 maandenRol