#230 Gebonk
Eindelijk. De dag was hectisch geweest en ik ben blij dat het water alle zorgen van mij afspoelt. Hier heb ik al nood aan sinds vanmorgen. Als die gluiperd van een Jacobs me niet eerst in zijn bureau had geroepen om me uit te kafferen, had het ook een rustige dag kunnen zijn. Dat was natuurlijk teveel gevraagd. Elke reden om mij het leven zuur te maken grijpt hij met twee handen aan.
Een gebonk doet me schrikken. Verdorie, ik heb me net ingezeept. Misschien gaat het wel weg. Snel mijn haar afspoelen en dan kijken.
O help, het bonken wordt erger. Iemand probeert in te breken. En hier sta ik, kleine meter zestig, helemaal glad en glibberig. Wat zou ik kunnen beginnen?
Volgens mij is net het glas gebroken van het raampje naast de voordeur. Dit is menens.
Snel mijn badjas aan en best maar een wapen meenemen. De toiletborstel is ongeveer het enige wat ik zo kan vinden. Waar heb ik mijn mobiele telefoon alweer gelaten? Zou ik snel de politie kunnen bellen?
Tocht giert door de gang. Hij zit binnen. Ik probeer geen geluid te maken, maar de treden van de trap kraken behoorlijk.
Hij kijkt omhoog. Shit, hij heeft me gezien én gehoord. ‘Hij’ heeft een pet, en voor zover ik kan zien, een lange jas aan.
Voor ik nog één beweging kan maken, staat hij boven. Ik probeer nog weg te glippen, maar hij heeft me vast. Ik probeer te gillen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Wanhopig sla ik met mijn armen. Hij stuikt naar voor. Ik moet hem geraakt hebben. Mijn benen mogen dan geleipudding geworden zijn, mijn armen doen het gelukkig nog. Doordat hij naar voor valt, heb ik enkele seconden om me los te rukken en zijn pet weg te duwen. En nu sta ik voor hem, met de toiletborstel in de aanslag. Niet bepaald een indrukwekkend wapen, bedenk ik me.
“Mijnheer Jacobs!” zeg ik, kalmer dan ik me voel. “U hier?” Ik probeer mijn stem gewoon te laten klinken. Alsof het normaal is, als je baas ’s avonds bij je probeert binnen te breken.
“Nel,” zegt hij, “ik weet wat je aan het doen bent. En geloof me, “een bewijs zal ik vinden.”
Ik kijk hem stomverbaasd aan. Onze uitkaffermomenten zitten zo vers in mijn maag, dat ik het niet eens in mijn hoofd heb gehaald iets te “doen”. Als ik al zou weten wat hij bedoelde.
“Denk jij nu echt, Nel,” zegt hij, met die verwaande kop, “dat het niet opvalt dat je onze ideeën doorspeelt naar de concurrentie?”
“Mijnheer Jacobs,” zeg ik zo beheerst mogelijk, “ik heb werkelijk nog nooit in mijn leven iets gewaagder gedaan dan de wekelijkse vergaderingen uittikken.”
“Ik zweer het je Nel…” zijn gezicht paars aangelopen, “Ik ga hier niet buiten voor ik een bewijs gevonden heb. Ofwel geef je het me, ofwel ontsla ik je!”
Zo Nathalie wat een baas,
Lid sinds
8 jaar 9 maandenRol
Oh help, dat is wel de
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
mw.Marie schreef: Zo Nathalie
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Annette Rijsdam schreef: Oh
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Graag gedaan! Goede
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Annette Rijsdam
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
*Verbeteringen aangebracht
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Ha Nathalie, Welkom. Ik vind
Lid sinds
10 jaar 5 maandenRol
Levina Levja schreef: Ha
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Levina Levja schreef: Ha
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Hoi Nathalie, mooi stukje
Lid sinds
7 jaar 10 maandenRol
Ton Badhemd schreef: Hoi
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol
Nathalie, Wat een leuk
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Thea Josephine
Lid sinds
7 jaar 11 maandenRol