Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

schrijfopdracht #229

23 januari 2019 - 10:33
Schrijfopdracht #229 - In het bos Door schrijfcoach Janko Ekkel Langzaam werd de geur van dennennaalden verdrongen door een geur die ik nooit meer zou vergeten en nog dagenlang op mijn huig zou blijven liggen. Ik verliet het wandelpad en liep een stukje verder het bos in. Plotseling zag ik haar levenloos liggen, met haar ogen geopend. De angst was van haar ogen af te lezen. Ze had geen kleding aan, haar huid was blauw. Ik kon mezelf niet meer verplaatsen, voelde tranen over mijn wangen glijden. Ik wilde schreeuwen maar er kwam geen geluid. Regendruppels vielen over mij, en over haar heen. Trillend zocht ik naar mijn telefoon in mijn broekzak. Mijn vingers gleden over de toetsen, ik zou het alarmnummer moeten bellen. Zweet- vermengt met regendruppels vermengden zich over mijn voorhoofd, ik sloot mijn ogen, telde tot 10, bedacht me niet en rende zo snel als ik kon weer richting het wandelpad. Ik passeerde een oudere man, die een avond wandelingetje maakte met zijn hond. Ik groette de man alsof het de normaalste avond van mijn leven was, zette een grote glimlach op en wandelde rustig richting mijn appartement.

Lid sinds

6 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
23 januari 2019 - 10:37
Schrijfopdracht #229 - In het bos Door schrijfcoach Janko Ekkel Langzaam werd de geur van dennennaalden verdrongen door een geur die ik nooit meer zou vergeten en nog dagenlang op mijn huig zou blijven liggen. Ik verliet het wandelpad en liep een stukje verder het bos in. Plotseling zag ik haar levenloos liggen, met haar ogen geopend. De angst was van haar ogen af te lezen. Ze had geen kleding aan, haar huid was blauw. Ik kon mezelf niet meer verplaatsen, voelde tranen over mijn wangen glijden. Ik wilde schreeuwen maar er kwam geen geluid. Regendruppels vielen over mij, en over haar heen. Trillend zocht ik naar mijn telefoon in mijn broekzak. Mijn vingers gleden over de toetsen, ik zou het alarmnummer moeten bellen. Zweet- met regendruppels vermengden zich over mijn voorhoofd, ik sloot mijn ogen, telde tot 10, bedacht me niet en rende zo snel als ik kon weer richting het wandelpad. Ik passeerde een oudere man, die een avond wandelingetje maakte met zijn hond. Ik groette de man alsof het de normaalste avond van mijn leven was, zette een grote glimlach op en wandelde rustig richting mijn appartement.