Lid sinds

5 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

#223 Modern Wintersprookje

‘Griet, loop toch eens door,’ zucht Hans. De verse sneeuw kraakt onder zijn voeten. Zijn lantaarn is het enige wat hem licht verschaft door de dwarrelende vlokken. Het witte gordijn maakt het bos een stukje minder griezelig. Hij draait zich om en ziet dat zijn zus weer achterblijft. Ze is grote stenen aan het verzamelen en legt deze op het midden van het besneeuwde pad. ‘Voor de laatste keer, loop eens door. We zijn er bijna!’ schreeuwt hij. ‘Ik weet niet hoe het met jou zit, maar een van ons moet proberen de weg terug te vinden. Broodkruimels werkten de laatste keer niet best hè?’ Hans struint door de sneeuw. Hij doet zijn sjaal af en hangt hem om Griet’s nek. ‘Dat is tien jaar geleden. We vinden de weg heus wel terug. Je weet waarom de dorpelingen ons hierheen gestuurd hebben.’ Ze knikt instemmend en zegt: ‘Dit is de tijd van warmte, familie en cadeautjes. Dat mag niet verloren gaan.’ ‘Inderdaad, maar nu zou mijn snottebel een ijspegel kunnen worden.’ ‘Gatsie! Wat ben je toch een viezerik.’ Een voorzichtige glimlach verschijnt op haar gezicht. Grietje grist de lantaarn uit zijn hand en stapt met grote passen vooruit. ‘Ik moet ook altijd op je wachten,’ lacht Griet. Het stopt met sneeuwen en de wolkenlucht maakt plaats voor een helder maanlicht. Hans merkt dat het lopen steeds zwaarder wordt. Hij opent zijn rugzak en doet zijn sneeuwschoenen aan. Griet hangt tegen hem aan. Haar wangen zijn vuurrood. Ze moeten klimmen om door de sneeuw te komen. De lawine heeft de sneeuw meters van de berg gestort. ‘Hans? Als ik het me goed herinner zouden we er moeten zijn, toch?’ vraagt Griet. Hij hoort de angst in haar stem. Nu moet hij de rust bewaren. Hij wist dat dit een mogelijkheid zou zijn. ‘Klopt, we moeten gaan graven.’ Hij haalt twee schepjes uit zijn rugzak en gooit er één naar Griet. ‘Begin jij aan de linkerzijde, dan doe ik rechts wel.’ Ze knikt en begint direct met scheppen. Een koude wind steekt op. Zijn handschoenen zijn doorweekt en zijn handen bevroren. Na meters sneeuw geschept te hebben, kan hij de schep niet meer vasthouden. Hij klimt naar boven en merkt dat het wel erg stil is. ‘Griet? Waar ben je?’ Geen antwoord. Hij loopt naar de andere kant van heuvel. ‘Griet!’ schreeuwt hij. Het geluid echoot en het lijkt of de bergketen ‘’niet’’ terug roept. Zijn ademwolkjes verschijnen steeds sneller. Hij rent over de linkerzijde van de heuvel. Plots zakt hij door de sneeuw. Hij opent zijn ogen. Griet zit vastgebonden op een stoel. Naast haar zit een man met een grote witte baard. Hij heeft een wijde, rode broek aan met een bijpassend vest. Hij brabbelt wat, maar Hans kan hem niet horen door de muts die in zijn mond is gepropt. ‘Aha! Komt er nog een cadeautje door de schoorsteen gevallen. Kerstmis is vroeg dit jaar,’ kakelt een vrouw naast hem. Ze heeft grijs haar en een grote wrat op haar neus. Ze pakt zijn hand vast en trekt hem richting de oven. Ze opent de klep van de oven en de hitte laat zijn gezicht tintelen. ‘Een, twee en huppakee. De oven in jij!’ ‘Dat had je gedacht. Dit is niet de eerste keer dat me dit gebeurt.’ Hij wrikt zich los uit haar greep en gaat achter haar staan. Hans duwt tegen haar billen en ze valt de oven in. Hij sluit het deurtje en klapt in zijn handen. ‘Zo Griet, nu hoef je niet meer op te scheppen dat jij de heks in de oven hebt geduwd.’

Lid sinds

8 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
Zo RoyK een Hans en Grietje in revival en Hans is echt veel slimmer geworden, die laat zich niet meer pakken. Maar hij is inmiddels ook wel tien jaar ouder geworden. Daar worden de meeste mannen wel sterker van. Leuke samenhang met de boze heks en Sinterklaas. Maar je sprookje is een goed verhaal, je laat me achter met een glimlach. Fijne avond.

Lid sinds

5 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Dankjewel mw.Marie! Ik wist niet zeker of dit wel een sprookje-sprookje te noemen valt. Ik heb zelf veel plezier gehad in het schrijven. In dit verhaal probeerde ik eigenlijk de Kerstman uit te beelden, maar ben erg blij dat je in de goede richting zit.

Lid sinds

9 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Vanaf het begin met glimlach gelezen en aankomend bij de man met de witte baard in het rood zitten schaterlachen. Heerlijk verhaal. Kijk nog even naar deze zin: 'Dit is niet de eerste keer dat me dit gebeurd.' Volgens mij is hier gebeurd tegenwoordige tijd, dus gebeurt.

Lid sinds

5 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Vanaf het begin met glimlach gelezen en aankomend bij de man met de witte baard in het rood zitten schaterlachen. Heerlijk verhaal. Kijk nog even naar deze zin: 'Dit is niet de eerste keer dat me dit gebeurd.' Volgens mij is hier gebeurd tegenwoordige tijd, dus gebeurt.
Bedankt voor het compliment Levina! Ik denk dat je gelijk hebt en ga ik aanpassen, dankjewel!

Lid sinds

5 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Wat een fijn vervolg op de oorspronkelijke Hans en Grietje. Leuk gevonden die stenen in plaats van broodkruimels, en de combinatie met de Kerstman (ik moest lachen om die muts die in zijn mond gepropt zat). Fijne afwisseling in je tekst door de dialogen waarmee je ook Hans en Grietje een persoonlijkheid geeft. Graag gelezen dit sprookje! Een suggestie; kijk nog eens naar je dialogen. Bij de eerste woordenwisseling tussen Hans en Grietje is voor mij niet meteen duidelijk wie dit zegt: 'Ik weet niet hoe het met jou zit, maar een van ons moet proberen de weg terug te vinden. Broodkruimels werkten de laatste keer niet best hè?’ En ben consequent in de manier waarop je de dialoog neerzet; je gaat geregeld naar een nieuwe regel na een dialoog, maar soms ook niet. Door dit wel te doen, wordt het verhaal overzichtelijker.