#223 Doornroosje
Doornroosje
“En ze leefden nog lang en gelukkig”. Eigenlijk eindigen zo’n beetje alle sprookjes daarmee. Maar als schrijver van sprookjes, ken ik een andere versie van Doornroosje en voel mij min of meer verplicht het ware verhaal op te schrijven. Alhoewel het een schok kan zijn voor alle kinderen en voorlezers.
In de tijd van de camouflage heksen, gifmengsters vermomd als lief uitziende dames of oude vrouwtjes of zelfs dieren, was iedereen op zijn hoede. In deze periode groeide ook Doornroosje op. Zij woonde met haar ouders in een prachtig kasteel en werd zeer beschermd opgevoed. Haar ouders, een gevluchte koning en koningin, verbannen uit het Land van de Rozen, hielden zielsveel van hun Roosje, want zo heette ze. Roosje mocht alles, behalve voorbij de zwarte rozenstruik in de tuin komen. De zwarte rozenstruik herinnerden het koningspaar aan de verschrikkelijkste dag uit hun leven, door toedoen van de camouflage heksen. Dit is een heel verhaal, maar ik heb niet meer dan zeshonderd woorden tot mijn beschikking. Dus in het kort: De camouflage heksen verspreiden hun gif, zodat er geen roos meer tot bloei kon komen in het Land van de Rozen, de bevolking hield de koning en koningin daarvoor verantwoordelijk.
De torenkamer bleef voor Roosje altijd een uitdaging, maar ook een verboden gebied. Het donkere trappengat, ondanks de flakkerende kaarsen aan de muur, nodigde haar zeker niet uit. Toch won de uitdaging. De deur van de torenkamer stond op een kier. Langzaam opende ze de deur en zag een oud vrouwtje achter een spinnenwiel zitten. Ze zag hoe behendig het vrouwtje van een dot wol een draad wist te spinnen. ‘Kom,’ zei het oude vrouwtje en nodigde Roosje uit achter het spinnenwiel te gaan zitten. We denken allemaal te weten hoe het met haar is afgelopen uit alle sprookjesboeken. De oude vrouw, een camouflage heks veranderde in een Vale gier en verliet krijsend de toren.
Roosje struikelde over het bedienend personeel dat overal lag te slapen en wist zichzelf nauwelijks wakker te houden. Ik moet even liggen, dacht ze, maar zoals we weten werd dat honderd jaar slapen. De camouflage heks die enigszins teleurgesteld was dat Roosje niet het leven had gelaten door de prik, want dat was haar bedoeling, vloog toch terug naar het verdorde Land van de Rozen.
Door een woud van onkruid wist de prins zich een weg te banen naar het kasteel, waar hij Roosje zag liggen. Het was liefde op het eerste gezicht en het huwelijk werd diezelfde dag nog voltrokken, wat gebruikelijk en ook mogelijk is in sprookjes.
De prik op haar vinger was nog altijd zichtbaar en er werd al gauw gesproken over Doornroosje.
Toen de avond viel en het bruidspaar zich terug trok, zat Doornroosje alleen achter haar kaptafel. Plotseling flitste een felle bliksem door de kamer. Het was in één klap aarde donker, alleen de spiegel was nog wel verlicht. Ze keek verschrikt naar haar spiegelbeeld, en zag allemaal rimpels in haar gezicht verschijnen. Haar haar werd zienderogen metaal grijs. Haar rug trok langzaam krom. Op haar handen verschenen donkere aderen. De naden van haar mooie jurk sprongen open. Haar oogleden zakten en in een mum van tijd zag zij er uit als een honderdjarige. Met een krakerige stem hield ze de prins buiten de deur. Het huwelijk werd diezelfde avond nog ontbonden.
Iedereen wist ze buiten te houden, zelfs het kasteel is nog steeds onvindbaar. Achteraf denkt men dat de prik een bezwering moet zijn geweest.
De vrees dat zij veranderd is in een camouflage heks, wordt tot op de dag van vandaag hoogst aannemelijk gehouden.
Thea Josephine, ik hou wel
Lid sinds
8 jaar 8 maandenRol
Dankjewel Marie voor je
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol