#210 | Hoe ik aan mijn zeldzaamste pokémon kaarten kom.
“Oké Bally. Goed gevecht.” Ik zoek het oogcontact op. ”Probeer rustig te blijven. We staan tegen Vul. Als we de druk direct opvoeren wordt het een vies gevecht.” Bally draait zijn hoofd weg. “Gebruik lowkicks. Als zijn dekking rommelig wordt, schop je hoog. Drie. Twee. Een. Go.
“Wat maak jij gevecht geluiden Michael?” Ik schrik op en verstop mijn pennen in mijn etui. “Oow niks.” antwoord ik snel. “Oke.” Grijnst Mick. “Kom met ons meedoen.” Ik kijk de klas rond, het is lawaaierig. Er vliegt van alles door de klas en volgens mij probeert Jason zijn huiswerk bij de hamster naar binnen te werken. “Wat doen we dan?” vraag ik Mick. “Een gevechtje met de jongens voorin. We scoren punten door ze te raken. De eerste die iemand boos krijgt, wint.” Voorin zit een groepje kinderen, kaarsrecht op hun plek. Ze houden een briefje bij met wie wat uithaalt. Ze praten over Huub, die bijna terug moet komen en de juffrouw bij zal hebben, en bespreken wie er het hardst de lul zal zijn.
“Heeft iemand geprobeerd om hard te gooien?” vraag ik. “Ja, Jason. Met een mandarijn.” Met ondeugende verschrikking kijkt mick naar een oranje vlek op de muur. “Nu is hij hamsterkwijlpropjes aan het maken. Voordat hij terugkomt moeten we winnen. “NOUHOUW. KAPPEN NU!” klinkt het voorin de klas. Achter ons klinkt gegniffel. “Ja” zegt Mick enthousiast. “Kees klinkt over de zeik, die moeten we hebben.” “Oke”, zeg ik. “Als jij hem afleidt, stop ik dit in zijn shirt.” Ik graaf mijn vulpen op, er druppelt inkt op tafel.
Voorin de klas is het een puinhoop. Ik begin blaadjes op te rapen en vraag de jongens wie zijn schuld het is. Ze beginnen te roepen, te wijzen en laten het briefje zien. Op dat moment valt er een boterham met de besmeerde kant op de tafel van Kees. Hij draait zich om en begint te roepen. “Wie was dat?” “EEEEHHHH”, klinkt het achterin de klas. “Kees kreeg een hamsterkwijlpropje in zijn mond!” Kees begint te tuffen. Ik klop hem op zijn schouder. “Gaat het?” Vraag ik. “Als je ze wilt pakken help ik je vanmiddag.”
Ik hoor hakken tikken op de gang. Ik duik terug in mijn rol als schoonmaker. De deur slaat open, het is juf Petra. “Mijn god! Wat is hier aan de hand?” Stom geslagen staar ik naar de ramen. “En waarom heeft mijn zoon een inktvlek in zijn trui? Keesje ziet de inkt op mijn vingers. “Judas!” Tiert hij en hij bespringt me. Hij trekt aan mijn haren en ramt op mijn hoofd. De juf vist hem van mijn lijf af. Ze eist orde, iedereen op zijn plek.
We zwijgen, in een stilte die wordt naverteld. Ik kijk mijn vrienden aan, en vis een verfrommeld briefje uit mijn kontzak. In de hoop dat ze mijn stukgeslagen lippen kunnen lezen, gebaar ik: “Kopen? Anders geef ik het aan de juf.”
Heb het gelezen maar weet
Lid sinds
6 jaar 7 maandenRol
Dank voor je reactie, goede
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol
Ik begrijp wat je doet met
Lid sinds
6 jaar 11 maandenRol
Hee Tilma, bedankt voor je
Lid sinds
8 jaar 11 maandenRol