schrijfopdracht #203
Half nuchter dwaal ik naar de voordeur. Ze geeft vanzelf mee als ik de sleutel poog in het slot te steken. De deurlijst is verwrongen. In een fractie ben ik bloed nuchter. Mijn slapen bonzen terwijl ik de afweging maak. Politie? Is er iemand? Binnen gaan? Papa bellen?
Ik stap door de deuropening. Lucht knijpt uit mijn longen als boven me gestommel weerklinkt.
Ik sluip de keuken in. Korrels kippenvel trekken over mijn huid als ik zie dat kastdeuren en lades zijn opengetrokken. Het messenblok op het aanrecht trekt mijn aandacht. Ik neem het grootste mes eruit. Een ander ontbreekt.
Met gespitste oren luister ik aan de trap. Opnieuw gestommel. Ik heb nog een keuze. Politie bellen, naar buiten gaan. Maar ik wil niet. Als een kattin wil ik de indringer besluipen, mijn klauwen erin zetten. Hem straffen voor zijn misdaad.
Ik ga naar boven. Vermijd krakende traptreden. Het minste geluid kan me verraden.
Ik druk me tegen de muur als ik een zwak schijnsel in de slaapkamer opmerk. Het mes trilt in mijn klamme hand als ik binnen loer. Ik duw het tegen me aan om het trillen onder controle te krijgen.
De schaduw van een rug tekent zich af. Hij draagt een bivakmuts, met een hoofdlamp erover. Met zijn handen graait hij in een lade.
Woede kolkt in mijn maag. Ik zet een stap voorwaarts. En nog een. De vloerplint kraakt. Fuck!
De hoofdlamp verblindt me, het mes valt uit mijn hand.
Alexander: ik had toch maar
Lid sinds
10 jaar 6 maandenRol
Door de korte zinnen weet je
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
@PeterFD heeft al veel
Lid sinds
6 jaar 10 maandenRol
thx allemaal voor de
Lid sinds
7 jaar 2 maandenRol