Afbeelding
Foto door Kat Smith van Pexels
Foto door Kat Smith van Pexels
Haal kippen in huis. Of beter: haal ze net niet in huis, letterlijk dan, maar geef ze een eigen stek aan het verre eind van je tuin. En net voor je ze in hun nieuwe thuis onderbrengt, geef je ze een naam. Zelf heb ik er twee. Het zijn heel gewone bruine en ze zeggen ‘tok’. Je ziet, geen bijzondere kippen dus. Ze heten Kato (naar de beroemde kip van Annie M.G. Schmidt die eigenlijk paaseieren legde) en Lotta (naar de kip van uitgeverij Clavis die toevallig ook een tante Cato heeft).
Die kippen kwamen er nadat ik heel diep had nagedacht over de gelijkenissen tussen mezelf en Hella S. Haasse. Niet dat ik pretendeer om een werk te kunnen schrijven dat enige gelijkenis vertoont met haar Oeroeg. Wees gerust. Daarover gaat dit stukje niet.
Waar het wel over gaat is over wat Hella S. Haasse ooit in 1987 zei: ‘Ik heb het nooit leuk gevonden om met stoffer en blik door het huis te scharrelen, natuurlijk zat ik liever rustig te werken, maar het is goed en heilzaam dat die klussen domweg moeten gebeuren, dat verschaft een gevoel van realiteit.’
Die quote, die heb ik net opgezocht op het internet. Maar ik kwam daar omdat ik in de zoekbalk van mijn vriend Google de naam van de auteur en het woord ‘huishouden’ intikte. Dat laatste woord was me bijgebleven nadat ik ooit, nog ver voor ik zelf een blijvende letter op papier had gezet, een paginagroot interview met de schrijfster had gelezen.
En ik begrijp Hella S. Haasse. Zie je, de momenten waarop ik kan schrijven zijn schaars. Veel liever zou ik elke dag van de week in de voormiddag aan mijn schrijftafel gaan zitten. Maar dat kan niet. Er is een échte job te doen (schrijven kan je echt geen job noemen, het spijt me). Die job die moet nu eenmaal, om den brode heet dat dan.
En als ik dan eindelijk achter mijn schrijftafel beland, dan is dat vaak met een beangstigend fanatisme. In zo weinig mogelijk tijd wil ik zo veel mogelijk letters op papier krijgen. Koffie en koek worden achter het klavier genuttigd. Net zoals de microgolfmaaltijd. Zelfs tussen het moment waarop ik op de startknop druk en de ‘pling’ van het ding hoor, schrap en schaaf ik bij. Geen minuut, geen seconde gaan verloren.
Maar geloof me, het fanatieke schrijven werkt niet. De gemiddelde mens heeft een concentratieboog van ongeveer drie kwartier tot een uur. Ik kan het weten, want ik heb nog voor de klas gestaan en, geloof me, een lesuur van 50 minuten is écht het maximum. Maar ik ben hardleers. Ik denk dat ik het wel kan. Ik denk dat ik die boog kan overspannen. Gevolg: tegen het middaguur een sputterende, sakkerende ik aan het klavier.
En dus zijn er de kippen. Ze zijn beter dan stoffer en blik van Hella S. Haasse. Ze zijn geen vaat die straks kan gedaan worden, geen was die morgen kan gestreken worden, geen stof dat nog even kan blijven rusten. Ze zijn levende wezens, met een naam dan nog wel, en ze willen gevoed worden. Liefst als het nog licht is, want in het donker gaan ze op stok. En zeker tijdens de wintermaanden, waarin we leven van zonsopgang tot zonsondergang, jagen ze mij naar buiten.
Ze zijn mijn ochtendbreak, mijn schepje zuurstof, mijn summum van Haasses goede raad.
Kippen? Echt, ik kan ze aanbevelen!
Ilse Bockstaele schrijft omdat ze graag verhalen verzint bij de kleine dingen van elke dag: een enkel woord dat iemand zegt, een straatbeeld dat raakt, een zin die bijblijft, ... Ilse werkt met mensen met een verstandelijke beperking, is partner, mama, vriendin en probeert toch zo vaak als mogelijk te schrijven. Benieuwd naar haar schrijverijen? Bezoek dan haar website.
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Comments
Kippen als tokkende
Kippen als tokkende