# 174
Bij het leegruimen van zijn moeders kleerkast glanzen de letters op de uitnodiging me tegemoet. Na drie jaar eenzaamheid heb ik geen tranen meer voor hem.
In vette letters had ik een felicitatiekaartje getypt. Later liet ze me weten dat mijn afwezigheid Hans niet eens was opgevallen.
Sofie was saai, vond ze. Jammer dat haar enige zoon mij had opgegeven. Toen ze stervende was, wilde ze dat ik haar persoonlijke verpleegster zou worden. Behalve de onwennigheid van de eerste dagen, maakte werk in het ziekenhuis of in een thuissituatie voor mij geen verschil.
‘Ben je klaar? Kledingzakken mogen naar de kringwinkel.’ Hans komt binnen. Vermagerd en met wallen onder zijn ogen is hij niet meer de stoere kerel van toen.
Zijn moeder vertelde me dingen. Zijn werktijden werden langer om de uitgaven te kunnen betalen. Sofie was een kreng en een flirt. Een jaar na zijn huwelijk was hij een schaduw van zichzelf.
Voor mij staat een verslagen man die net een scheiding achter de rug heeft.
‘Wat heb je daar?’ Hij komt naast me zitten op het bed en trekt de kaart uit mijn handen.
‘Mooi, toch? Sofie en jij als gelukkig paar, kijk hier.’ Ik geef hem een foto.
Zijn ogen gaan van de foto naar de uitnodiging en terug.
‘Vind je dat ik er hier gelukkig uitzie, Saar?’
Verbaasd kijk ik hem aan.
‘Jij had daar moeten staan.’ Hij slikt. ‘Mijn moeder vertelde me dat wat wij hadden niet echt kon zijn. Ze begon te manipuleren, te dreigen, hing de zieligheid uit om mensen naar haar hand te krijgen. Sofie moest mij voor jou behoeden.’
Ik knipper. ‘Maar ik zorgde voor haar. Ze vertelde me…’
‘Wat?’ Hij kijkt behoedzaam.
‘Alles. Alsof ze besefte dat ze iets had stukgemaakt dat nooit een kans heeft gekregen.’
In de stilte die volgt, vinden onze vingers een weg naar elkaar.
@marlie, ik had eerlijk
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Ik heb de eerste alinea een
Lid sinds
7 jaar 7 maandenRol
Ha Marlie, In de eerste
Lid sinds
9 jaar 6 maandenRol