De jongen van vroeger #171
De jongen van vroeger.
Vanuit mijn werk ging ik meteen naar Het Molenpad waar ik met Pierre had afgesproken. We zouden naar een balletvoorstelling gaan in de Schouwburg. Pierre was er nog niet en ik bestelde aan de bar een glaasje verse jus d’orange. Terwijl ik stond te wachten werd ik op mijn schouder getikt, ik keek om en daar stond Frans, een jongen die ik van de basisschool kende. Hij was niets veranderd. Grappig eigenlijk dat je zo iemand herkent na 35 jaar. Hij herkende mij ook meteen. Een aantrekkelijke man geworden eigenlijk, hij vertelde dat hij na school in Italië had gewoond en nu in Nederland terug was. Wat hij nu deed?
‘Oh van alles, maar ik houd me vooral bezig met fotografie, ik ben geïnteresseerd geraakt in mensen aan de onderkant van de samenleving, dat had je niet achter me gezocht, hè. Ik ben nu bezig aan een fotografieboek over mensen die op straat leven.’
‘Jeetje’ zei ik, ik wist niet goed wat ik anders moest zeggen. Wat een leuke ogen schoot er door mijn hoofd, jammer dat ik straks weg moet.
‘Ik ga zo naar de Schouwburg, een ballet van Hans van Maanen, met iemand, een kennis. Die iemand was mijn vriend, maar de relatie was al tanende en ik kon mijn ogen niet van Frans afhouden. Ineens nodigde ik hem uit voor mijn toneelvoorstelling van aanstaande vrijdag. Ik speelde namelijk bij een amateurtoneelgezelschap en we traden eenmaal in het jaar drie keer in het Frascati theater op. Net nadat ik dat had gezegd had ik al spijt. Frans keek een beetje ongemakkelijk en zei dat hij niet kon op die vrijdag.
‘Zaterdag kan ook nog hoor, dat is dan wel niet de première maar dat geeft niet.’ Ik was echt een stommeling, waarom zei ik dat nou.
Op dat moment zag ik Pierre binnenkomen. Even voorgesteld en toen zijn Pierre en ik weggegaan. Op de weg naar de Schouwburg kregen we ruzie, het ging nergens over. Ik vond Pierre ineens een grote nul. Ja, hij schreef boeken, maar er was nog nooit iets uitgegeven, en ja, hij liet ze me lezen maar ik kon nooit verder komen dan de eerste vijf bladzijden. En als hij aan me vroeg hoe ik het vond hield ik het maar vaag.
‘Ja,’ zei ik dan, ‘ik geloof wel interessant, ik heb het nog niet uit dus…’ Het geschrevene was het tegengestelde van interessant maar hij liet zich al tevreden stellen met mijn onafgemaakt zinnen die niets zeiden. Via een datingsite zijn we met elkaar in contact gekomen. Tja, ik was gewoon eenzaam en Pierre deed alles voor me, hij verbouwde mijn huis, kocht een mooi bed, kookte voor me en ik liet het allemaal gebeuren. Als ik alleen maar aan Frans dacht kreeg ik een kriebelig warm gevoel in mijn onderbuik, ik wist dat Pierre afgeschreven was. Als ik in de spiegel keek zag ik mijn ogen stralen als twee kerstballetjes die schitteren in het kaarslicht, zo had ik mijn ogen nog nooit zien stralen.
Vrijdag was Frans er, en zaterdag was hij er, hij zat in de zaal maar was al verdwenen toen ik me omgekleed had, ik durfde niet te bellen.
Een maand later kreeg ik een ansichtkaart met een hele grappige tekst. Hij wilde ook afspreken.
Ik kocht 4 kleurrijke onderbroeken en een zwarte.
Nu bijna dertig jaar later zijn we nog bij elkaar.
Dag schrijfgraag, De
Lid sinds
10 jaarRol
Dag Nel, Ja te lang, ik kwam
Lid sinds
7 jaar 5 maandenRol