Lid sinds

7 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Te snel schrijven

10 juli 2017 - 16:35
Ik heb vaak een probleem als ik een boek schrijf dat ik alles heel snel laat verlopen, waardoor het boek korter wordt dan gehoopt. Hebben jullie een paar tips voor mij? Vast wel ;)

Lid sinds

7 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 juli 2017 - 13:04
Een kenner ben ik niet maar actie houdt het geheel vlot, een manuscript mag er echter niet bol van staan. Gun een lezer wat ademruimte. Her en der plaats je beter de nodige gedachten, rustmomenten, en dialogen die achtergrondinfo en emoties met zich meebrengen. Het vormt mss de lijm om je hoofdstukken bij elkaar te houden.

Lid sinds

12 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 juli 2017 - 14:27
Een verhaal is alleen te kort als het elementen die essentieel zijn voor het plot ontbreken. Een goed verhaal is dus ook nooit te kort het is precies zolang als het verhaal moet zijn om goed te vertellen. Dat het korter is dan gehoopt betekend dat je verhaal korter is dan je dacht. Dat is niet erg lengte zegt niks over kwaliteit. Ga zeker geen dingen toevoegen puur voor de extra woorden, dit doet een verhaal nooit goed zeker niet als niet duidelijk is hoe het verhaal wordt geholpen in dergelijke toevoegingen. Je kan voor een langer boek het beste een complexer verhaal vertellen dat zich over een grotere ruimte en tijd uitstrekt om meer inhoud te verantwoorden. Wat je eventueel ook kan doen als het verhaal naar je gevoel ook echt te gehaast gaat (Ik weet niet of dat het geval is) de essentieel verhaal elementen verder uit te smeren. Laat de hoofdpersoon niet in een keer van alles ontdekken maar laat hem lekker worstelen en spreid de grote openbaring over een periode van enkele dagen uit.

Lid sinds

11 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 juli 2017 - 19:43
Hebben jullie een paar tips voor mij? Vast wel. ;)
Deze manier van vragen stellen doet mij denken aan mijn juf in de eerste klas van de basisschool: ‘Oeroetje, kun jij ook netjes schrijven zonder vlekken te maken? Vast wel!’ Ook toen begreep ik al dat Oeroetje nu verondersteld werd te willen voldoen aan de verwachting die de juf had uitgesproken. Een kroonpen is bedoeld om over het papier te trekken, maar Oeroetje was linkshandig, en omdat de schrijfrichting van links naar rechts gaat, duwt een linkspoot zijn pen over het papier. Inktvlekken zijn dan niet te vermijden. Helaas waren de zegeningen van de balpen leerlingen op de basisschool nog niet gegund. Zodra de juf haar rug gekeerd had, heb ik mijn inktpotje geleegd boven mijn schriftje en de inkt keurig over de openliggende bladzijden verspreid. Dat was het startsein tot diverse strafexpedities die door de kleine Oeroe passend werden beantwoord, en uiteindelijk culmineerden in mijn uithuisplaatsing door de kinderbescherming, zodat ik de daarop volgende decennia mocht ondervinden wat die bescherming precies inhield. De weerspannigheid die mij duur is komen te staan, heeft mij nooit geheel verlaten. En hoewel ik naar aanleiding van jouw stukje op proeflezen de hevige aandrang ondervond om je te adviseren sneller te schrijven, en een beschrijving van alledaagse bezigheden slechts toe te laten als daar bijzondere redenen voor zijn die ik hier niet nader toe zal lichten, ben ik standvastig gebleven: ik heb niet gereageerd. Geregeld houd ik mij zelf voor mij niet te laten leiden door schimmen uit het verleden. Maar zonder de leidraad van geesten uit heden en verleden, is een mens niet meer dan een leeg omhulsel, een zielloze brok biomassa. Gelukkig kan dezelfde weerspannigheid die mij aanzet om iets te laten, mij enige tijd later helpen om het dan toch te doen.
Ik heb vaak een probleem als ik een boek schrijf dat ik alles heel snel laat verlopen, waardoor het boek korter wordt dan gehoopt.
Welaan, sta mij toe deze vraag te transponeren tot een mij welgevallige vorm: hoe meer tekst te importeren in een verhaal zonder te vervallen in, door mij geliefde, overbodige uitweidingen? En hoe de schijn van functionaliteit te bewaren? Een kolfje naar mijn hand: ik kan niemand verzinnen die minder geschikt is om deze prangende vragen te beantwoorden. Je zou kunnen zeggen dat een verhaal bestaat bij de gratie van weerstand: de hoofdpersoon die moeilijkheden ondervindt in zijn streven om een doel te bereiken, tegenstrevers die hem in de wielen rijden, obstakels die overwonnen moeten worden, oplossingen die niet werken, verkeerde keuzes die gemaakt worden, noodlottige ongevallen, grote of kleine dingen die misgaan, een sleutel die breekt in het slot, een uitspraak die verkeerd begrepen wordt. Kortom je kunt je verhaal langer maken door gebeurtenissen en omstandigheden te verzinnen die weerstand leveren. Een essentieel onderdeel van een verhaal, of misschien wel de rode draad erin, is hoe de personages met tegenwerking en tegenslag omgaan. De mogelijkheden zijn schier eindeloos: gebruik en verfraai moeilijkheden die je zelf hebt ondervonden, kijk naar familie, vrienden en kennissen, scan de media, lees verhalen, maar vergeet niet er een eigen draai aan te geven. Mocht je nu nog niet bestormd worden door een veelheid aan ideeën om je verhaal uit te spinnen, analyseer dan de huidige vorm van je verhaal. Wie zijn de hoofdpersonen? Waar streven zij naar? Welke moeilijkheden moeten zij overwinnen? Bereiken zij hun doel, of juist niet, of een heel ander doel, één die zij niet bedacht hadden. En zijn zij daar beter of slechter mee af? Stel bovenstaande vragen nu afzonderlijk voor iedere scene in je verhaal. Geef de achtereenvolgende scenes een titel, of omschrijf ze in één zin. Zet de titels of zinnen achter elkaar en bedenk wat er nog meer mis kan gaan in de scenes die je al hebt, of verzin nieuwe scenes met nieuwe verwikkelingen zonder dat de kracht van het verloop van je verhaal er onder lijdt. Aanschouw de tijdlijn: is die chronologisch of niet? Misschien kun je daar iets aan veranderen waardoor je verhaal beter verteld kan worden. Niet alleen laat je de lezer iets te raden als je het verhaal niet van voren af aan vertelt, maar je kunt flashbacks ook gebruiken om te vertragen en om de spanning op te voeren. Je kunt de info vaak beter doseren door die pas te geven waar het nodig is, in terugblik. Let op spanningsbogen, bedenk waar je wilt versnellen of vertragen, en geef aan in welke scene je dat wilt gaat doen. Vertragen kun je doen door in te zomen op details, maar dan wel details die er toe doen, of door flashbacks, interne monologen, en omschrijvingen van locaties, objecten, personen, handelingen, en gebeurtenissen in te voegen. Maar ook dan geldt: wees spaarzaam en doe het treffend. Versnellen doe je bijvoorbeeld door van de ene locatie direct naar een andere te springen, en alle handelingen weg te laten die de lezer zelf kan verzinnen. Verschaf alleen die informatie die de lezer nodig heeft om de loop der gebeurtenissen nog net te kunnen volgen, en dat is steevast minder info dan de schrijver denkt. Een enkele keer kun je de spanning opvoeren met een minutieuze beschrijving van alledaagse handelingen. Als je dat honderd bladzijden consequent hebt nagelaten, voelt de lezer dat er iets aan de hand is, als een vooraankondiging van iets bijzonders dat te gebeuren staat, en tussen de gestadig kabbelende regels door kan hij dan het geraas al horen waarmee het verhaal zich straks van de klippen zal storten. Het zou mooi zijn als je ook in een dergelijke stroomvertraging een mooie metafoor of vergelijking weet te vinden, en details weet te kiezen die iets toevoegen, die iets zeggen over het personage, of kenmerkend zijn voor de situatie, of desnoods de sfeer tekenen.