Kluizenaar - #142
De kluizenaar
De kogel was door de kerk. Er was geen weg terug. De man zuchtte diep en veegde het zweet van zijn voorhoofd. Het lager liggende dal zinderde in de namiddagzon en had de kleuren van een vergeelde ansichtkaart. De man trok zijn oude rugzak steviger over de schouder en begon aan het kronkelende pad dat voor hem lag en zou leiden naar de rest van zijn leven.
Hoewel achter in de vijftig en een tikje gezet, beschikte hij over een opmerkelijk goede conditie. De trage tred en laag hangende schouders waren dan ook eerder een afspiegeling van zijn mentale status dan zijn fysieke gesteldheid. Hij was altijd een hardloper, maar nooit eerder een doodloper geweest.
Een rauwe, alles omvattende vermoeidheid had zich de afgelopen maanden van hem meester gemaakt. De man was van kinds af aan gewend geraakt aan weerstand en bekrompen uitsluiting, maar had zich dankzij zijn vernuftige verstand en grenzeloze optimisme altijd weer een weg weten te banen naar betere oorden om daar verder te gaan of opnieuw te beginnen. Hij was nooit het type geweest dat zich liet kisten.
Hij had via omwegen een universitaire studie afgerond, een doctorsgraad behaald en was betrokken bij verschillende wetenschappelijke studies, zich altijd ergerend aan het begrenzende trage tempo, de dom- en luiheid en stuitende hierarchie binnen de verzuurde universiteitsmuren. Hij had zich vervolgens gewend tot het bedrijfsleven, in de ogen van verstokte universitaire medewerkers de duivel zelf, en was uiteindelijk voor zichzelf begonnen. Worstelend met investeerders, participatiemaatschappijen en andere overheidsinstellingen terend op belastingsgelden, was hij soms ten onder gegaan, maar altijd weer boven komen drijven en had immer, soms besmuikt, soms openhartig, en altijd achteraf, zijn gelijk gekregen.
Tot die dag in december. Toen leek de aarde door een onverwachte energie door te slaan en zich te wentelen in volstrekt nieuwe banen. De dag dat hij bovenal en vooral zijn hoop en waardigheid verloor. Hij had het niet meer geweten. Hij, die alles wist.
Op een namiddag kort daarna had hij besloten de wereld te verlaten. Op weg daar naartoe was zijn oog gevallen op een advertentie die hiervoor de perfecte mogelijkheid leek te bieden en voortvarend als hij was had hij zich aangemeld, een indrukwekkende pitch gegeven, zijn doopceel laten lichten en zijn handtekening gezet.
En nu was hij op weg naar zijn nieuwe bestaan, bovenop een berg in een schamele kluis en verstoken van moderne faciliteiten als water en electriciteit en dus de mogelijkheid afhankelijk te zijn van anderen. Hoewel hem was verzekerd dat het volk er eer in zou leggen hem op gepaste tijden van voedsel en brandstof te voorzien, wist hij dat hij daarvan nooit gebruik zou maken. Hij zou vriend en vijand welkom heten en hun prangende vragen naar eer en geweten beantwoorden. Hij verwachtte echter niets, en berustte in de wetenschap dat slechts een enkeling het weerbarstige pad naar de waarheid zou verkiezen boven het lichtere pad naar beneden.
Tjee Luutsche65, Op de
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol