Wekelijkse schrijfopdracht #139 – Hondengek vs hondenhater

#1 In een rap tempo wandel ik door het besneeuwde vondelpark. De kou snijdt door mijn zomerjack. Dat verdomde klimaat ook, denk ik terwijl ik mijn jaszakken aftast opzoek naar mijn OV-kaart. Ik vind er slechts het boterhammenzakje met mijn lunch. Fuck! dus ook geen sleutels, Dianne komt pas vannacht thuis. De bushalte komt in zicht als mijn oog op iets eigenaardigs stuit. Aan de kant van het water, die hond van gisteren, vast aan hetzelfde bankje. Zie je wel denk ik, ik vond hem al mager. Met een sprintje benader ik het beest en reik mijn hand uit. Schuw ontwijkt hij mijn hand. Ik zie de bus aankomen. “Hier.” Met een snok scheur ik het zakje brood uit mijn zak en laat de boterhammen vallen in mijn sprint naar de bus. "tot vanmiddag!" Nu hopen dat de buschauffeur goed gestemd is. #2 In een rap tempo wandel ik door het besneeuwde vondelpark. De kou snijdt door mijn zomerjack. Dat verdomde klimaat ook, denk ik terwijl ik mijn jaszakken aftast opzoek naar mijn OV-kaart. Ik vind er slechts het boterhammenzakje met mijn lunch. Fuck! dus ook geen sleutels, Dianne komt pas vannacht thuis. De bushalte komt in zicht als mijn oog op iets eigenaardigs stuit. Aan de kant van het water zit een hond, vastgebonden aan een bankje. Met een zuur gezicht scan ik de omgeving. Nee toch niet, denk ik. Even twijfelde ik, maar nergens staat hier hondenasiel geschreven. Gek eigenlijk, iedereen laat zijn hond hier wachten, en poep opruimen… laat maar. Gisteren ook al zo een mafkees. Ik verschrik uit gedachten als ik de bus zie aankomen. Met een sprintje moet ik het halen, maar wat ga ik zeggen?