#126 - De filantroop
De filantroop
Geachte meneer Rijpstra,
Alweer een jaar geleden vormde uw einde voor mij een nieuw begin. Toen ik de vier met al die nullen in het testament zag staan, wist ik eerst niet hoe ik het uit moest spreken. Vier miljoen? Vier miljard? Biljoenen, triljoenen? Wat is nog het verschil tussen gigantisch veel en extreem veel? U schreef aan mij dat ik met het geld moest doen wat ik moest doen. Dat klonk zeer cryptisch, nu nog overigens, en ik hoop van ganser harte dat mijn uitgevoerde plannen uw postume goedkeuring kunnen wegdragen.
Uw vrouw en zoons begrepen niets van de keuze al dat geld aan mij na te laten. Hun letterlijke woorden waren: ‘Is die idioot nu helemaal gek geworden?’ Uit mededogen heb ik hen ieder een ton gegeven. Eerst waren ze ontgoocheld – ‘Maar één ton? Wat dacht je van ieder een miljoen!’ – maar toen ik reageerde met: ‘Prima, dan niet,’ wisten ze niet hoe snel ze met mijn voorstel akkoord moesten gaan. Uw oudste is met zijn portie een casino gestart en uw vrouw dobbert momenteel ergens op de Stille Oceaan, haar vierde cruise dit jaar. Inmiddels begrijp ik waarom u het geld niet aan hen wilde overdragen.
Doe ermee wat je moet doen. Vele weken heb ik nagedacht over die bewoordingen. Het moest iets zinvols zijn, dat sowieso. Ik was een docent aardrijkskunde en ben heilig overtuigd van het belang van goed onderwijs; u hield van Afrika, van haar natuur, haar muziek. Ik dacht: wat als ik die zaken combineer? Toen wist ik het. We zijn ernaartoe gegaan, naar Ethiopië om precies te zijn, vier vrienden en ik. Keihard hebben we gewerkt aan de bouw van een basisschool en bijna is het zover, bijna opent Rijpstra Primary School haar deuren. U leeft voort, meneer Rijpstra, in het door u zo geliefde Afrika.
Ooit hoop ik u te ontmoeten. Rust zacht.
Je neef Bart
@GRBras: vlot geschreven
Lid sinds
8 jaar 2 maandenRol