#120 Drie pogingen om mijn weekopdracht af te ronden
De stress is van mijn kruin tot mijn tenen in mijn lijf te voelen. Morgen moet ik die lastige weekopdracht afgerond hebben. Bovendien is mijn schrijfmateriaal op.
Dus loop ik, scheldend op alles en iedereen, maar vooral op mezelf, op koopavond door de winkelstraat. Mijn favoriete kantoorboekhandel ligt aan het eind van de straat. De gevallen herfstbladeren maken door het druilerige weer de klinkers spekglad. Door de slechte verlichting zie ik niet waar ik loop. Winkeliers beleven er blijkbaar plezier aan om op straat hun reclameborden en een deel van hun nering uit te stallen. Obstakels die ik op mijn tocht niet kan vermijden. Schuifelend worstel ik me door de menigte en tot overmaat van ramp loop ik vast in een grote groep kinderen. Zij omringen een verdwaalde Sinterklaas. Gekleurde Pieten, met actiefolders in hun hand beletten, mij de doorgang. Hier heb ik toch zeker geen zin in.
Na dat geworstel door de mensenmassa, bereik ik net voor sluitingstijd de plek waar ik moet zijn. Mijn favoriete winkel blijkt gesloten. De rolluiken zijn neergelaten, met graffiti bespoten. Ook deze winkelier heeft zijn hoofd dus moeten buigen voor de crisis.
Zo eindigt mijn tocht door mijn favoriete winkelstraat. Die deadline haal ik zeker niet.
Gelukkig kwam ik er nog op tijd achter. Morgen is de deadline voor die uitdagende weekopdracht. Ik heb nog wel even tijd om in het centrum in de winkelstraat een nieuwe pen te kopen. Vanavond is het daar extra gezellig. De drukte van de Sinterklaastijd en bovendien koopavond. Door het miezerige weer lijken de lampjes van de verlichting op twinkelende sterretjes. Bekende liedjes klinken in de straat. Daar loopt een Sinterklaas met om hem heen allerlei zwarte en gekleurde pieten. Gebroederlijk delen die pepernoten uit. Deze straat is altijd gezellig, maar vanavond voelt wel heel speciaal.
Aangekomen bij de plek van mijn favoriete winkeltje blijken de rolluiken voor de ramen te zijn neergelaten. Gevolg van de crisis of zou de eigenaar een leuker plekje voor zijn winkel gevonden hebben? Veel tijd om daarover na te denken heb ik niet meer. Het liefst bezoek ik de kleine middenstand, maar nu zal ik toch dat grote warenhuis om de hoek moeten binnengaan. Even later loop ik met een leuke pen en een voldaan gevoel weer naar huis.
Morgen zal ik toch die ingewikkelde weekopdracht moeten inleveren. Er moet geld in het laatje komen, dus moet ik, verdoofd door verdriet, me op die opdracht storten. Ik heb er nog niet over kunnen nadenken. Mijn grote liefde was vertrokken. Hij wist niet of hij wel zou terugkomen. Ik begrijp er niks van en kan alleen maar huilen.
Het is koopavond. Snel fiets ik naar de winkelstraat om nog een nieuwe pen te gaan kopen. Het miezert, is koud en ik ben doorweekt. Door mijn tranen heen zie ik niets en niemand om me heen. Ik zit opgesloten in mijn verdriet. Iemand moppert: “Kijk een beetje uit”. Het kan me niks schelen, al bots ik tegen de hele wereld aan. Sinterklaasliedjes klinken als treurmuziek. Ik word niet blij als ik een Sinterklaas zie lopen. Daar heb ik toch geen reden voor?
Haastig probeer ik mijn winkeltje te bereiken. Daar zie ik tot mijn schrik dat ook deze winkelier ten onder is gegaan aan de crisis.
Geen nieuwe pen, grote liefde weg en weekopdracht niet voltooid. Wat een week!
Ik vind het heel mooi
Lid sinds
8 jaar 1 maandRol
Goed gedaan! Vooral de
Lid sinds
8 jaar 3 maandenRol
Grappig dat je de
Lid sinds
16 jaar 8 maandenRol
Dag ccscharl, ik heb met veel
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol